
De Eerste Kamer debatteerde maandag 12 en dinsdag 13 december over 11 wetsvoorstellen: het pakket Belastingplan 2023 en andere wetsvoorstellen die betrekking hebben op het fiscale beleid van het kabinet.
Besproken tijdens het debat
Naast staatssecretaris Van Rij van Fiscaliteit namen ook minister Schouten voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen en minister Van Gennip van Sociale Zaken deel aan het debat.
Over de wetsvoorstellen wordt 20 december gestemd. Tijdens het debat zijn 14 moties ingediend, waarover de Eerste Kamer op 20 december zal stemmen.
De stemmingen vinden volgens de agenda plaats tussen 13.50 en 14.30 uur.
Een groot deel van de Eerste Kamer bleek blij met de stappen die door het kabinet worden gezet om het belastingstelsel te vereenvoudigen. Over de invulling van die vereenvoudiging liepen de meningen wel uiteen.
Ook gaf een aantal van de Kamerleden aan dat de hoeveelheid aan voorstellen en de korte tijdspanne om deze te kunnen bestuderen volgend jaar anders moet. De Kamer pleitte al eerder, en ook tijdens dit debat, om de begrotingscyclus te vervroegen en niet langer te concentreren in de periode tussen Prinsjesdag en 1 januari.
Behalve over deze onderwerpen ging het debat onder andere ook over belastingen om de energietransitie te versnellen, de Belastingdienst, de marginale druk, de koopkracht, het belasten van vermogen en de kinderopvang.
Veel woordvoerders waren verder ontevreden over het koppelen van meerdere regelingen in één wetsvoorstel, waardoor het lastig is om tegen het wetsvoorstel te stemmen. De Eerste Kamer heeft al meerdere moties aangenomen waarin het kabinet wordt verzocht niet langer verschillende regelingen die inhoudelijk niets met elkaar te maken hebben, te koppelen in één wetsvoorstel.
14 moties
Er zijn 14 moties ingediend.
Een aantal moties zijn hierna uitgelicht.
Lager marginaal tarief
De motie-Koffeman c.s. verzoekt de regering voor het Belastingplan 2024 te bezien hoe het marginale tarief voor een modaal inkomen beduidend lager kan worden dan het marginale tarief voor een topinkomen. De motie kreeg het advies ‘oordeel Kamer’ van de bewindspersonen.
Fondsen LIV
De motie-Koffeman c.s. verzoekt de regering te onderzoeken hoe de fondsen die beschikbaar zijn voor de LIV (Lage Inkomens Voordeel)-regeling direct ten goede kunnen komen van werknemers. De motie werd ontraden door de bewindspersonen.
Prinsjesdag naar voorjaar
De motie-Van Rooijen c.s. verzoekt de regering om het indienen van de Rijksbegroting structureel enige maanden eerder te doen plaatsvinden en mitsdien Prinsjesdag te verplaatsen naar een vaste dag in het voorjaar. De motie werd ontraden door de bewindspersonen.
Afbouw algemene heffingskorting
De motie-Van Rooijen c.s. verzoekt de regering de koppeling van de afbouw van de algemene heffingskorting aan het verzamelinkomen van box 1, 2 en 3 te heroverwegen. De motie werd ontraden door de bewindspersonen.
Toetsingsinkomen toeslagen
De motie-Raven c.s. verzoekt de regering om de financiële consequenties te onderzoeken indien de toetsingsinkomens geldend voor alle toeslagen gelijk worden getrokken op een zodanig niveau dat extra werken loont en de armoedeval zich niet kan voordoen en deze gedachte in de begroting 2024 te verwerken en daarna een indexering op deze toetsingsinkomen toe te passen. De motie werd ontraden door de bewindspersonen.
Vereenvoudiging regelingen
Staatssecretaris Van Rij van zei dat vereenvoudigen betekent dat regelingen moeten worden afgeschaft of versoberd. Dat is niet eenvoudig. In dit pakket zit een aantal maatregelen die het kabinet wil afschaffen. Van Rij zei dat het niet de bedoeling is dat alles rücksichtslos moet worden afgeschaft, maar dat kabinet en parlement op een gedisciplineerde manier die regelingen tegen het licht kunnen houden.
Misstanden Belastingdienst
Het is volgens Van Rij een verstandige zet geweest twee jaar geleden om twee staatssecretarissen op het ministerie aan te stellen, gezien de misstanden bij de Belastingdienst. Het sleutelbegrip is volgens de staatssecretaris werken aan vertrouwen. Het is echter een dienst in transitie, dus nog niet alles gaat goed, aldus Van Rij.
Werken moet lonen
De bedoeling van het belastingpakket is om midden- en lage inkomens en kwetsbare mensen een betere uitgangspositie te geven. Bovendien moet werken lonen. Mensen moeten ook het komende jaar rond kunnen komen. Daarom is dit een substantieel pakket, aldus minister Van Gennip. Het kabinet heeft gestreefd naar een evenwichtige koopkrachtontwikkeling.
Er is bij het belastingpakket goed gekeken wat de gevolgen zijn voor de verschillende groepen, zei Van Gennip. Het kabinet blijft op zoek naar manieren om werken lonender te maken en meer werken nog meer lonend te maken. Voor de kinderopvang zijn extra middelen vrijgemaakt.
Meer informatie op Eerstekamer.nl
Tweede Kamer akkoord met Belastingplan 2023 – geen hogere LIV in 2024