
Per 1 januari 2023 worden de Participatiewet, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), Algemene Ouderdomswet (AOW), Algemene Nabestaandenwet (Anw), Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong), Werkloosheidswet (WW), Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA), Wet op de
arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), Ziektewet (ZW) en Toeslagenwet (TW) aangepast. Dit komt doordat deze uitkeringen gekoppeld zijn aan het wettelijk minimumloon.
Het minimumloon stijgt van € 1.756,20 naar € 1.934,40 bruto per maand. Ook worden de minimumjeugdlonen per 1 januari 2023 herzien.
WW, WIA, WAO en ZW én maximumdagloon
Per 1 januari 2023 worden bestaande bruto uitkeringen in de WAO/WIA, WW en ZW verhoogd met 10,15%, in lijn met de stijging van het brutominimumloon per dag.
Per 1 januari 2023 wordt het maximumdagloon verhoogd van bruto € 232,90 naar bruto € 256,54.
Omschrijving | Bedrag (bruto) |
---|---|
Maximumdagloon | € 256,54 |
Maximummaandloon | € 5.579,66 |
De bedragen zijn brutobedragen, geen nettobedragen.
Het maximummaandloon bereken je door het maximumdagloon te vermenigvuldigen met 21,75. Dit is het gemiddeld aantal uitkeringsdagen in een maand.
De maximumbedragen gelden voor de berekening van de uitkeringen vanuit de Ziektewet, de Werkloosheidswet (WW), de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) en de Wet arbeid en zorg (WAZO).
Uitkeringsbedragen per 1 januari 2023
Actuele bedragen en premies op UWV.nl