“Een datum is nooit een doel op zich. Maar ik geloof wel dat het heel belangrijk is dat we op een gegeven moment echt een keuze gaan maken en dat we dat ook niet nog allerlei maanden blijven uitstellen”, aldus minister Schouten van Pensioenen in de Tweede Kamer.
Het wetsvoorstel Toekomst Pensioenen heeft nogal een aanloop. In 2019 is het pensioenakkoord gesloten. In 2020 is het hoofdlijnendebat gevoerd en is de hoofdlijnenbrief besproken. Dat is vervolgens omgezet in een concreet wetsvoorstel, waarop heel veel inspraak is geweest. In maart is het wetsvoorstel naar de Tweede Kamer gestuurd. Het is nu september.
Herziening pensioenstelsel
De herziening zorgt ervoor dat pensioenen duidelijker en persoonlijker worden, dat de pensioenuitkering meer meebeweegt met de economische ontwikkelingen dan nu het geval is en dat de regels ook beter gaan aansluiten bij de loopbaan van mensen.
Uiteindelijk gaat het om de vraag of we straks een stelsel hebben dat toekomstbestendig is, waarbij er ook zicht is op verhoging van de pensioenen ten opzichte van de huidige situatie.
Het wettelijk kader is zo ingericht dat sociale partners en pensioenfondsen de plicht en de ruimte hebben om bij welk scenario dan ook, bij de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel te komen tot een evenwichtige verdeling tussen verschillende generaties, zodat er geen oneerlijke effecten optreden.
Behandeling wetsvoorstel
Het wetsvoorstel Wet toekomst pensioenen is medio september in de Tweede Kamer behandeld. Eind september volgt een plenair debat. Daarna moet de Eerste Kamer zich er nog over buigen. Het is de bedoeling dat de wetsherziening per 1 januari 2023 is afgerond, zodat de vakbonden, werkgevers en de pensioenfondsen tot 2027 de tijd hebben om over te stappen op het nieuwe stelsel.
Tijdens de behandeling in de Tweede Kamer is onder meer ingegaan op de inwerkingtredingsdatum en de compensatie.
1 januari geen doel op zich
Carola Schouten is daarbij ingegaan op de volgende vraag: is 1 januari een heilige totempaal?
“1 januari is geen doel op zich voor mijzelf. Ik geloof wel in dit wetsvoorstel. Ik geloof ook dat dit wetsvoorstel ongelofelijk nodig is om ook echt toekomstbestendig met ons pensioen voort te kunnen gaan, zeker in deze tijden. Het is ook weer niet zo dat we denken: we gaan er nog maar eens heel lang op studeren. We hebben er namelijk al heel lang over nagedacht. Dit heeft al een aanlooptijd van elf jaar. Dit wetsvoorstel is een resultante van een afspraak die al vanaf 2019 loopt. Het is dus ook weer niet zo dat we denken: laten we het nog maar eens een jaar, of nog heel veel maanden, gaan zitten aankijken. Uiteindelijk moet er een keer een keuze gemaakt gaan worden, ook politiek. Dat moet wel gebeuren op basis van een goede behandeling. Daar ben ik ook toe bereid.”
Compensatieregeling
Minister Schouten van Pensioenen gaat ook in op de compensatie. Dit wetsvoorstel schaft de doorsneesystematiek af. Daarmee komt de overstap naar de nieuwe pensioencontracten. Voor bepaalde leeftijdscohorten kan dat betekenen dat zij minder pensioenopbouw krijgen dan zij zouden verwachten. Daarvoor kunnen zij, indien nodig, compensatie krijgen.
De compensatie is alleen aan de orde voor deelnemers die nog pensioen opbouwen, voor de actieve deelnemers.
Nieuwe medewerkers kunnen in principe aanspraak maken op de bij de werkgever geldende compensatieregeling. Zij bouwen daar immers dan ook pensioen op. Voorkomen moet worden dat werknemers zich laten weerhouden van de stap naar een nieuwe baan, omdat zij daardoor geen compensatie meer zouden gaan krijgen.
Geen verplichte compensatie
“Wij willen heel graag dat er compensatie binnen het pensioendomein wordt gegeven, maar wij schrijven dat niet dwingend voor. Het is dus echt aan de decentrale sociale partners, de werkgevers en de werknemers om te bepalen welke compensatie passend is bij de eigen pensioenregeling. En mocht de werkgever er toch voor kiezen om de compensatie buiten het pensioendomein te bieden (…) en dat bijvoorbeeld doet door een verhoging van het loon, dan is het ook nog wel zo dat het bieden van meer loon een doorwerking heeft op de pensioenopbouw.”
Er is geen sprake van verplichte compensatie, maar er is wel een verplichting om compensatie te overwegen. Deze afspraken over de nieuwe pensioenregeling, het invaren en de compensatie moeten door het fonds in hun totaliteit gewogen worden: is het geheel wel evenwichtig? Het zijn de decentrale sociale partners die kijken wat de effecten van de overstap zijn, in het bijzonder van de afschaffing van de doorsneesystematiek. Zij bepalen dan ook wat er nodig is om dat nadeel, mocht dat er zijn, te beperken en hoe ze dat willen financieren. Dat kan uit de premie, maar het kan ook uit het vermogen van het pensioenfonds.
Decentrale partijen aan zet
De standaardmethode biedt ruimte voor compensatie door pensioenvermogen te gebruiken om het compensatiedepot te vullen, waarmee gericht compensatie voor de afschaffing van de doorsneesystematiek kan worden toegekend. Het is dus aan de decentrale partijen om te besluiten wat in hun specifieke geval adequate compensatie is. Dat kan ook nog verschillen per sector, per werkgever of per beroepsgroep. Dat kan ook niet anders, want de effecten van de overstap naar de nieuwe pensioenregelingen, de financieringsmogelijkheden voor de compensatie, verschillen ook per sector, werkgever of beroep. Dat hangt ook af van de vormgeving van een nieuw contract en van de vraag of de huidige aanspraken worden ingevaren naar een nieuwe regeling, de zogenoemde dubbele transitie.
De compensatietermijn is gemaximeerd op tien jaar.
Adequate compensatie
In de memorie van toelichting is opgenomen dat de compensatie ziet op de gemiste toekomstige pensioenopbouw als gevolg van de overgang op een andere manier van pensioenopbouw, dus de afschaffing van de doorsneesystematiek. In het wetsvoorstel worden er ook regels gesteld voor die compensatie. Het is dus ook aan partijen die die regeling overeenkomen om te bepalen wat in een specifieke situatie als “adequate compensatie” kwalificeert.
Direct of indirect onderscheid
De compensatie zoals die is beschreven in het wetsvoorstel, is in ieder geval aan de orde voor bepaalde leeftijdscohorten. Dat neemt niet weg dat ook op andere gronden dan leeftijd direct of indirect onderscheid zou kunnen ontstaan.
Mocht door de afschaffing van de doorsneesystematiek onderscheid op andere gronden ontstaan, bijvoorbeeld op grond van geslacht dan kan compensatie dus wenselijk zijn om dat onderscheid objectief te rechtvaardigen. Dat volgt dan niet zozeer uit dit wetsvoorstel of uit deze wetssystematiek, maar uit de systematiek van de Algemene wet gelijke behandeling.
Een werkgever betaalt in het nieuwe stelsel voor een jonge werknemer een even hoog premiepercentage als voor een oudere werknemer. Op basis van die premie zou je daarom niet verwachten dat er een arbeidsmarkteffect is doordat werkgevers werknemers op basis van leeftijd zouden gaan selecteren.
Overstap naar vlakke premie
Als een deelnemer een regeling heeft waarop de eerbiedigende werking van toepassing is, en hij vanwege een baanwissel overstapt naar een regeling met vlakke premie zonder compensatie, kunnen mensen dan slechter af zijn? In hoeverre is dat erg? Het kan zijn dat als zij overstappen naar een vlakke premie, er inderdaad effecten op de pensioenverwachting ontstaan. Dat hangt af van de hoogte van de premie. Werkgevers en werknemers kunnen daar samen afspraken over maken.
Zorgvuldig informeren
Pensioenuitvoerders moeten de deelnemers zorgvuldig informeren over wat er precies gebeurt, zodat zij een goed beeld hebben van de gevolgen van zo’n overstap voor hun te bereiken pensioen. Met name voor werknemers van middelbare leeftijd en oudere werknemers kan het zo zijn dat het minder aantrekkelijk is om van baan te wisselen als de vlakke premie bij de nieuwe werkgever relatief laag is ten opzichte van de oude leeftijdsafhankelijke premie. Voor de jongere werknemers zal bij een baanwisseling die premie voor de eerste jaren hoger liggen, aangezien de vlakke premie voor hen hoger ligt dan de oude leeftijdsoplopende premie.
Behandeling Wet toekomst pensioenen in Tweede Kamer, Ongecorrigeerd stenogram van 15 september 2022