Je moet de lage WW-premie herzien als een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd eindigt uiterlijk twee maanden na aanvang van de dienstbetrekking. Welke stelling over herzien is juist?
- Vanwege de coronamaatregelingen hoefde je in 2020 en 2021 de WW-premie niet te herzien in deze situatie.
- Bij een verlaging van de contracturen uiterlijk twee maanden na aanvang van de dienstbetrekking moet je herzien.
- Je moet herzien als een BBL-leerling uiterlijk twee maanden na aanvang van de dienstbetrekking uit dienst gaat.
- Een werknemer heeft vanaf 1 mei een vast contract. Op 1 juli neemt hij ontslag. Je moet de lage premie herzien.
Toelichting op juiste stelling
Stelling 4: 2 maanden dienstverband
De dienstbetrekking van de werknemer heeft precies twee maanden geduurd, namelijk van 1 mei tot en met 30 juni. In dat geval moet je de WW-premie herzien vanaf 1 mei. De reden van beëindiging van de dienstbetrekking is niet van belang.
Toelichting op onjuiste stellingen
Stelling 1: coronamaatregelen
Vanwege de coronamaatregelen hoefde je over 2020 en 2021 de lage WW-premie niet te herzien, als voor een werknemer in een kalenderjaar meer dan 30 procent extra uren waren verloond dan in de arbeidsovereenkomst was vastgelegd.
In 2020 en 2021 moest je de lage premie wel herzien als een werknemer, voor wie je de lage WW-premie had toegepast, uiterlijk twee maanden na aanvang van de dienstbetrekking uit dienst ging.
Stelling 2: verlaging contracturen
Bij een verlaging van de contracturen eindigt de dienstbetrekking niet. Je hoeft de lage premie daarom niet te herzien als de werkgever de contracturen verlaagt uiterlijk twee maanden na aanvang van de dienstbetrekking.
Stelling 3: BBL-leerling
Voor een BBL-leerling die zowel een praktijkovereenkomst als een arbeidsovereenkomst met de werkgever heeft, hoef je niet te herzien. Voor deze werknemer geldt altijd de lage WW-premie.
Bron: Forum Salaris