Dit wetsvoorstel van de Tweede Kamerleden Maatoug, Van der Lee en Nijboer heeft als doel door een combinatie van zes voorstellen enkele knelpunten in de fiscale behandeling van aanmerkelijk belang weg te nemen. Het gaat om aanpassingen van de gebruikelijkloonregeling en doelmatigheidsmarge, de doorschuifregeling, de bedrijfsopvolgingsregeling en van het belastingtarief voor Box 2.
Gebruikelijkloonregeling
De Wet op de loonbelasting 1964 voorziet in een gebruikelijkloonregeling, die voorschrijft dat de Belastingdienst uitgaat van een bepaald loon dat vergelijkbaar is met dat van werknemers in vergelijkbare functies. Dat deel van het inkomen wordt door de Belastingdienst beschouwd als arbeidsinkomen en belast in box 1; het overige uitgekeerde inkomen geldt als kapitaalinkomen dat in box 2 wordt belast.
Doelmatigheidsmarge
In de wet is echter ook een bepaling opgenomen die de mogelijkheid biedt om het loon van een dga 25 procent lager vast te stellen dan het meest vergelijkbare loon: de doelmatigheidsmarge. Die marge is er omdat het lastig kan zijn om nauwkeurig te bepalen wat het loon van een werknemer in een vergelijkbare functie zou zijn.
Minder belasting
In de praktijk betalen dga’s over een in hoogte vergelijkbaar inkomen door de doelmatigheidsmarge minder belasting dan werknemers in loondienst. Daarom ‘functioneert de doelmatigheidsmarge niet. Het verlaagt alleen de grens waar de discussies over gaan, aldus de Tweede Kamerleden.
Afschaffen doelmatigheidsmarge
Het wetsvoorstel voorziet in het afschaffen van de doelmatigheidsmarge van 25 procent. De gebruikelijkloonregeling wordt verder niet aangepast.
Het minimumloon van de dga wordt na invoering van deze maatregel daarom vastgesteld op het hoogste van de volgende bedragen:
- minimaal 100 procent van de meest vergelijkbare dienstbetrekking;
- het hoogste loon van de overige werknemers van de vennootschap;
- € 48.000.
€ 48.000 is het bedrag voor 2022; in 2021 was dat € 47.000 en in 2020 € 46.000.
Het blijft voor dga’s mogelijk om zichzelf een hoger loon dan dit minimum uit te keren.
De voorgestelde aanpassing heeft tot gevolg dat bij de vaststelling van het in aanmerking te nemen loon het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking niet voor 75 procent, maar voor 100 procent in aanmerking moet worden genomen.
Belastingplan 2023
Als maatregel in het Belastingplan 2023 wordt voorgesteld het doelmatigheidsmarge te verlagen van 25 naar 15 procent. In de fiscale wetgeving met matrix staat het volgende hierover vermeld:
“In de praktijk leidt de doelmatigheidsmarge ertoe dat het gebruikelijk loon van de aanmerkelijkbelanghouders lager wordt vastgesteld dan het feitelijk vergelijkbare arbeidsinkomen. Deze marge wordt verlaagd naar 15%, waardoor aanmerkelijkbelanghouders meer belasting in box 1 gaan betalen. Structureel leidt dit tot een opbrengst van € 25 miljoen.”
Maatregelen Belastingplan 2023 – reiskostenvergoeding, 30%-regeling
Initiatiefvoorstel voor het doen vervallen van enkele fiscale regelingen en het vervangen van het box 2-tarief door een progressief tarief