Het gaat onder meer om het verhogen van de onbelaste reiskostenvergoeding en de 30%-regeling beperken tot de Balkenendenorm.
Ook de maatregelen uit het wetsvoorstel Fiscale Verzamelwet 2024 zijn gepubliceerd.
Een groot deel van de fiscale maatregelen uit het coalitieakkoord zal al landen in het pakket Belastingplan 2023. Dat laat staatssecretaris Van Rij van Fiscaliteit weten.
Pakket Belastingplan 2023
Het pakket Belastingplan 2023 bestaat uit vier wetsvoorstellen:
- Het wetsvoorstel Belastingplan 2023
- Wetsvoorstel Herstelwetgeving box 3
- Wetsvoorstel Overbruggingswet box 3
- Wetsvoorstel Wet Minimum CO2-prijs industrie
Belastingplan 2023
Het wetsvoorstel Belastingplan 2023 bestaat uit 26 maatregelen. Het gaat om:
- Afschaffen inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) per 1 januari 2025 met uitzondering
voor ouders met kinderen geboren vóór 2025 - Afschaffen middelingsregeling
- Beperken 30%-regeling tot Balkenendenorm
- Twee schijven box 2
- Afbouw algemene heffingskorting (AHK) met het verzamelinkomen
- Afschaffen fiscale oudedagsreserve (FOR)
- Verlagen doelmatigheidsmarge
- Afbouw zelfstandigenaftrek
- Verlagen schijfgrens vennootschapsbelasting naar € 200.000
- Afschaffen schenkingsvrijstelling eigen woning in 2024 en voorafgaande verlaging in 2023
- Vervallen gebruikelijkloonregeling innovatieve start-ups
- Herstelwetgeving lachgas
- Btw-nultarief voor zonnepanelen op woningen
- Verhoging algemeen tarief overdrachtsbelasting van 8% naar 10,1%
- Verhoging vliegbelasting
- Aanscherpen CO2-heffing industrie
- Afschaffen vrijstelling bpm bestelauto’s ondernemers
- Verhoging onbelaste reiskostenvergoeding
- Verhoging tabaksaccijns
- Verhoging verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken
- Bij algemene maatregel van bestuur regelen in welke bijzondere situaties géén invorderingsrente in rekening wordt gebracht
- Tariefstructuur energiebelasting (gas en elektra)
- Verlagen ODE-tarief 2e en 3e schijf elektriciteit
- Verhoging 1e schijf energiebelasting
- Verhoging belastingvermindering energiebelasting
- ODE-tarieven en integratie in energiebelasting
Onbelaste reiskostenvergoeding omhoog
Om reizen naar werk betaalbaar te houden, verhoogt het kabinet de onbelaste reiskostenvergoeding. In het coalitieakkoord is daarvoor een taakstellend budget van structureel € 200 miljoen opgenomen voor een verhoging per 2024 en een verdere verhoging tot € 400 miljoen per 2025.
De verhoging in de Voorjaarsnota is 1 jaar naar voren gehaald. De kosten hiervoor bedragen € 200 miljoen in 2023 en € 200 miljoen in 2024. Wat dit betekent voor de omvang van de verhoging van de onbelaste reiskostenvergoeding is afhankelijk van de precieze uitwerking.
Het gereserveerde bedrag van 200 miljoen per 2023 is naar de huidige inzichten afdoende voor een verhoging van de onbelaste reiskostenvergoeding van 1 à 1,5 cent per 2023. De precieze uitwerking vindt nog plaats.
30%-regeling tot Balkenendenorm
Werknemers die vanuit een ander land naar Nederland komen om te werken kunnen dankzij de 30%-regeling maximaal 30 procent van hun loon onbelast ontvangen. Als gevolg van deze maatregel geldt de regeling nog tot maximaal de WNT-norm (2022: 216.000 euro). Deze maatregel levert structureel 85 miljoen euro op en kent door een overgangsregeling een ingroeipad van 3 jaar.
Afbouw AHK met verzamelinkomen
De AHK (maximaal € 2.888) geldt voor iedere belastingplichtige en wordt bij een inkomen uit werk en woning van meer dan € 21.317 (2022) afgebouwd met 6,007% tot nihil bij een inkomen van meer dan € 69.398 (start tweede tariefschijf in box 1).
Met de voorgestelde maatregel wordt de afbouw van de AHK afhankelijk van het verzamelinkomen waardoor ook het inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2) en het inkomen uit sparen en beleggen (box 3) bepalend worden voor de hoogte van de AHK. De maatregel zorgt ervoor dat inkomen uit vermogen (box 2- en box 3-inkomen) voor wat betreft de AHK, gelijk wordt belast als inkomen uit werk en woning.
Belastingplichtigen met een laag of nihil inkomen uit werk en woning en daarnaast een hoog inkomen uit aanmerkelijk belang en/of sparen en beleggen gaan door deze maatregel meer belasting betalen. Daarnaast zorgt de maatregel ervoor dat het belastingstelsel uniformer wordt.
Doelmatigheidsmarge verlagen
Aanmerkelijkbelanghouders die werken voor hun vennootschap moeten zichzelf een loon toekennen dat normaal is voor het niveau en de duur van de arbeid voor de vennootschap. Omdat het
niet altijd mogelijk is dit loon exact vast te stellen, bestaat er een doelmatigheidsmarge van 25 procent voor zover een loon wordt bepaald aan de hand van een vergelijkbare dienstbetrekking.
In de praktijk leidt de doelmatigheidsmarge ertoe dat het gebruikelijk loon van de aanmerkelijkbelanghouders lager wordt vastgesteld dan het feitelijk vergelijkbare arbeidsinkomen.
Deze marge wordt verlaagd naar 15 procent, waardoor aanmerkelijkbelanghouders meer belasting in box 1 gaan betalen. Structureel leidt dit tot een opbrengst van € 25 miljoen.
Gebruikelijkloonregeling innovatieve start-ups vervalt
De versoepeling van de gebruikelijkloonregeling voor innovatieve start-ups vervalt per 1 januari 2023, onder voorbehoud van de evaluatie van het ministerie van Economische Zaken.
De versoepeling houdt in dat het belastbare loon van aanmerkelijkbelanghouders en directeuren-grootaandeelhouders van innovatieve start-ups voor de toepassing van de gebruikelijkloonregeling mag worden vastgesteld op het wettelijk minimumloon.
Fiscale Verzamelwet 2024
De Fiscale Verzamelwet 2024 bevat 21 maatregelen waaronder een maatregel in een separaat wetsvoorstel.
Het gaat onder meer om:
Codificatie Leefvervoer verstrekt vanuit UWV
Voor de verstrekking van leefvervoer via het UWV geldt vooralsnog geen vrijstelling in de Wet IB 2001. Met de codificatie van de goedkeuring wordt een dergelijke wettelijke vrijstelling ingevoerd. Beoogd is de vrijstelling te laten gelden voor maximaal 2.000 leefkilometers per kalenderjaar. Dit is gelijk aan het maximum dat gemeenten en het UWV bij de toekenning van leefvervoer hanteren.
Codificeren loonbelastingmaatregel voor uitgezonden ambtenaren
Deze maatregel betreft codificatie van onderdeel 2.2 van het Besluit van 27 oktober 2021, nr. 2021-21099714. Dit onderdeel ziet op het in de loonbelasting in aanmerking kunnen nemen van
heffingskortingen voor uitgezonden ambtenaren.
In onderdeel 2.2 van het besluit is met toepassing van de hardheidsclausule goedgekeurd dat ook voor de loonbelasting rekening gehouden mag worden met de heffingskortingen, omdat bij de inhouding van loonbelasting al vaststaat dat een uitgezonden ambtenaar in de inkomstenbelasting recht heeft op toepassing van de heffingskortingen. Deze goedkeuring geldt niet alleen voor de uitgezonden ambtenaar, maar ook voor zijn fiscale partner en zijn kinderen jonger dan 27 jaar voor zover zij onder de genoemde woonplaatsfictie vallen.
Met de codificatie van de goedkeuring wordt binnen de Wet LB 1964 eenzelfde woonplaatsfictie voor dezelfde groep personen ingevoerd als geldt in de inkomstenbelasting.
Deformalisering werkwijze inkomstenheffing en omzetbelasting
Op dit moment wordt gewerkt aan mogelijkheden met betrekking tot het eenvoudiger maken voor belastingplichtigen om een fout te herstellen in de aangifte. Deze mogelijkheid hangt samen met het in de Stand van de uitvoering van de Belastingdienst gegeven signaal over deformalisering bezwaarprocedures. Er wordt onderzoek gedaan naar een nieuwe procedure en een nadere wettelijke grondslag met als beoogde ingangsdatum 1 januari 2024.
Deze mogelijk nieuwe procedure heeft als doel om de burger en (kleine) ondernemer meer ruimte te bieden om de heffing van belasting aan te passen naar het juiste bedrag, zonder direct in een
formele procedure terecht te komen.
Wettelijke basis voor verwerking persoonsgegevens i.h.k.v. register overige personen
Belastingplichtigen die niet in het handelsregister kunnen worden ingeschreven, kunnen niet over het voor het doen van elektronische aangifte vereiste inlogmiddel eHerkenning niveau 3
beschikken. Voorgesteld wordt om voor deze zogenoemde “restgroepen” een register in te richten waardoor zij die mogelijkheid wel krijgen. Daarbij worden persoonsgegevens verwerkt. De
voorgestelde maatregel biedt daarvoor een wettelijke basis.
Kamerbrief over fiscale beleids- en uitvoeringsagenda