Een wijziging van het Besluit SUWI regelt dat UWV bij het verstrekken van gegevens aan pensioenfondsen en verzekeraars een onderscheid kan maken tussen de WIA-uitkering en een voorschot op die uitkering. Het wijzigingsbesluit is op internetconsultatie.nl gepubliceerd. Je kunt nog tot en met 2 juni 2022 jouw reactie doorgeven.
Werknemers die in afwachting zijn van een beoordeling op het recht op een WIA-uitkering, verzekeraars en pensioenuitvoerders zijn de doelgroep van deze wijziging.
Gegevens over voorschot delen
Op dit moment kan UWV geen gegevens over het voorschot op een WIA-uitkering aan pensioenuitvoerders en verzekeraars verstrekken. Dit kan gevolgen hebben voor mensen die een dergelijk voorschot hebben ontvangen en waar mogelijk sprake is van het uitkeren van arbeidsongeschiktheidspensioen, een WIA-exedentuitkering of premievrije pensioenopbouw. Daarom wordt het voorstel gedaan om het mogelijk te maken dat UWV gegevens deelt over het voorschot met pensioenuitvoerders en verzekeraars.
Met het voorstel verstrekt UWV de correcte informatie, en daardoor kan de pensioenuitvoerder of verzekeraar ook – al dan niet in gesprek met de betrokken werknemer – het gesprek voeren over het uitkeren van het private product.
Effecten wijziging
Deze wijziging van het Besluit SUWI regelt dat UWV een onderscheid mag maken tussen een voorschot op de WIA-uitkering en de uitkering zelf. Daardoor kunnen aanbieders zelf de overweging maken of zij het arbeidsongeschiktheidspensioen of aanvulling op de WIA tot uitkering laten komen en of daar (extra) voorwaarden aan worden verbonden.
Daarnaast kan deze wijziging er ook aan bijdragen dat betrokkenen die een voorschot hebben gekregen waarna geen recht op een WIA-uitkering is ontstaan, niet worden geconfronteerd met een onvoorziene terugvordering van de aanvulling of van het arbeidsongeschiktheidspensioen.