In deze zaak vordert de werkgever terugbetaling – na einde dienstverband – van een bedrag van € 385,05 in verband met te veel door de werkneemster opgenomen verlofuren. De kantonrechter wijst de vordering toe. Voor zover tussen partijen is afgesproken dat de verlofuren verrekend zouden worden met het salaris over september 2020 en de werkgever zich niet aan die afspraak heeft gehouden, doet dit aan de toewijsbaarheid van de vordering niet af. Ook de gevorderde wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten wijst de kantonrechter toe.
Wat is de situatie?
De werkneemster is van 1 april 2019 tot 1 oktober 2020 bij de werkgever in dienst geweest.
Op 21 oktober 2020 heeft de werkgever een eindafrekening aan de werkneemster toegestuurd, resulterende in een door de werkneemster terug te betalen bedrag van € 385,05 in verband met 25 te veel opgenomen verlofuren. De werkgever heeft de werkneemster verzocht dit bedrag binnen 30 dagen aan haar over te maken. Dat heeft de werkneemster niet gedaan.
Bij brief van de deurwaarder van 17 juni 2021 heeft de werkgever de werkneemster in de gelegenheid gesteld het bedrag van € 385,05 binnen vijftien dagen na bezorging van die brief te voldoen en heeft hij, als betaling uitblijft, de verschuldigdheid van buitengerechtelijke incassokosten aangezegd. De werkneemster heeft niet betaald.
Vordering werkgever
De werkgever stapt naar de rechter en vordert dat de werkneemster wordt veroordeeld tot betaling van € 449,93, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 385,05 vanaf de dag van dagvaarding en met de proceskosten.
De werkgever legt aan de vordering ten grondslag dat de werkneemster het bedrag van de eindafrekening van € 385,05 ondanks aanmaning niet heeft voldaan. Hierdoor is de werkneemster ook de wettelijke rente (van 21 november 2020 tot dagvaarding berekend op € 7,12) en buitengerechtelijke incassokosten (€ 57,76) verschuldigd.
Werkneemster: afspraak
De werkneemster betwist de vordering. Zij voert aan dat zij met de werkgever had afgesproken dat de te veel opgenomen verlofuren zouden worden verrekend met het salaris over de maand september 2020. Omdat de werkgever die afspraak niet is nagekomen, moet de vordering worden afgewezen.
Oordeel kantonrechter
Vast staat dat de werkneemster te veel verlofuren heeft opgenomen en dat deze uren nog niet waren verrekend met het salaris over september 2020. Het gevorderde bedrag van € 385,05 (op zichzelf) betwist de werkneemster ook niet.
Te veel loon ontvangen
Ook uit de overgelegde eindafrekening blijkt dat de werkneemster over de maand september € 1.998,16 aan loon heeft ontvangen, terwijl dit, na correctie met de 25 te veel opgenomen verlofuren, € 1.613,11 had moeten zijn. Het verschil van € 385,05 moet de werkneemster aan de werkgever terugbetalen.
Terugbetalingsverplichting
Voor zover tussen partijen is afgesproken dat de verlofuren verrekend zouden worden met het salaris over september 2020 en de werkgever zich niet aan die afspraak heeft gehouden, doet dit aan de terugbetalingsverplichting van de werkneemster niet af. Vast staat immers dat de werkneemster per saldo € 385,05 te veel aan loon heeft ontvangen.
Vordering toegewezen
De conclusie is dat de kantonrechter de vordering van de werkgever toewijst.
Ook de gevorderde wettelijke rente wijst de kantonrechter toe, omdat de werkneemster daartegen geen zelfstandig verweer heeft gevoerd en deze rente de kantonrechter juist voorkomt.
De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zijn eveneens toewijsbaar.
De proceskosten komen voor rekening van de werkneemster, omdat zij ongelijk krijgt.
Uitspraak Rechtbank Noord-Holland, 20 april 2022, ECLI:NL:RBNHO:2022:3540