Op voorhand kan niet met voldoende zekerheid worden vastgesteld dat de werkgever persoonlijk betrokken was bij de frauduleuze kredietaanvraag van de werkneemster. De verklaringen die de man hiervoor heeft gegeven, liggen niet in alle opzichten voor de hand, maar zijn ook weer niet zo onwaarschijnlijk of ongeloofwaardig dat bij voorbaat kan worden uitgesloten dat zijn verhaal juist is.
De rechter oordeelt dat de werkgever door de kredietverstrekker ten onrechte is opgenomen in een frauderegister voor het vervalsen van een salarisspecificatie.
Wat is de situatie?
Een belastingconsulent, boekhouder en administrateur neemt in mei 2020 een negentienjarige vrouw aan als hoofd administratie in zijn eenmanszaak, met een salaris van een kleine € 5.000 bruto per maand. Ze vraagt kort daarna een lening van € 45.000 aan bij Findio, een dochteronderneming van Crédit Agricole. Haar salaris wordt eind mei betaald, maar dezelfde dag nog teruggestort op de rekening van haar werkgever.
Aangifte van valsheid in geschrifte
Crédit Agricole zet vraagtekens bij de salarisspecificatie en vraagt de de boekhouder of de aanvraagster inderdaad sinds januari 2019 hoofd administratie, zoals op de specificatie vermeld staat. ‘Gezien de leeftijd van deze dame t.o.v. het inkomen willen wij dit nog graag even door u bevestigd hebben.’ Die bevestiging blijft uit en in juli meldt Crédit Agricole dat de persoonsgegevens van de boekhouder voor de duur van acht jaar zijn opgenomen in het Incidentenregister (IR) en het Externe Verwijzingsregister (EVR), waarin financieel dienstverleners frauderisico’s signaleren.
De geldgever is er namelijk achter gekomen dat het salaris van mei meteen is teruggestort. ‘Verder onderzoek heeft uitgewezen dat mevrouw in de periode 01-01-2020 t/m heden geen enkele salarisbetaling van u heeft mogen ontvangen.’
Vals loondienstverband
Crédit Agricole houdt de man mede aansprakelijk voor het creëren van een vals loondienstverband om de lening te kunnen regelen. Er wordt aangifte gedaan van valsheid in geschrifte.
In december doet de politie navraag bij de boekhouder. Daaruit blijkt dat de medewerkster een aantal dagen heeft proefgedraaid, maar dat zij de afstand tussen huis en werk te groot vond. Het dienstverband is dus al snel geëindigd. ‘Vanwege de privacywetgeving heb ik de gegevens van haar vernietigd mede omdat de loondienstverhouding niet door is gegaan.’ Bijna een jaar later hoort de boekhouder van de Rabobank dat hij in de frauderegisters is opgenomen. Voor de rechter eist hij dat die registratie ongedaan wordt gemaakt.
Meer dan verdenking nodig
De rechter stelt vast dat er een vervalste salarisstrook is aangeleverd en dat is valsheid in geschrifte en poging tot oplichting. Maar om in de frauderegisters geboekt te worden, is meer nodig dan de enkele verdenking van betrokkenheid bij een strafbaar feit. ‘De vastgestelde gedragingen moeten een zwaardere verdenking dan een redelijk vermoeden van schuld opleveren, in die zin dat de te verwerken strafrechtelijke persoonsgegevens in voldoende mate moeten vaststaan.’
Vraagtekens bij salaris(specificatie)
Uit de beschikbare gegevens concludeert verweerder Crédit Agricole dat de boekhouder de salarisspecificatie moet hebben opgesteld of in ieder geval hebben gefaciliteerd. ‘Het is volstrekt onaannemelijk dat [de medewerkster] meedeelt dat ze niet meer bij [de boekhouder] wil werken, het salaris terugstort, maar vervolgens alsnog een salarisspecificatie zou maken waarop in strijd met de waarheid staat vermeld dat ze al vanaf januari 2019 in dienst is bij het bedrijf.’ Daarnaast is het salaris bijzonder hoog voor een negentienjarige en het nettobedrag komt uit op € 3.350. ‘Een rond bedrag is voor een nettosalaris zeer opmerkelijk. Dit ronde bedrag is geen toeval. Om het door [de medewerkster] verzochte krediet van € 45.000 te krijgen, moest haar salaris hoog genoeg zijn. Op basis van een nettosalaris van € 3.350 kon ze precies € 45.405,50 lenen. [De boekhouder] is in het verleden onder meer bemiddelaar bij Crédit Agricole geweest en wist dus precies hoe deze kredietberekeningen werden gemaakt.’
Rekenen vanuit nettosalaris
De man verklaart de kwestie door onder meer te stellen dat de medewerkster een goede bekende is van een zakenrelatie en vanwege haar Afghaanse achtergrond geschikt was voor de functie, omdat zijn bedrijf is gevestigd in een regio waar veel Afghaanse mensen wonen. Dat er netto een rond bedrag aan salaris overbleef, is niet vreemd, vindt hij: het gebeurt vaker dat gerekend wordt vanuit een nettobedrag. ‘Dan weet de werknemer waar hij aan toe is. Vervolgens kan via het salarissysteem gemakkelijk aan de hand van het nettosalaris een brutosalaris worden berekend.’
Beroepsoplichters
De boekhouder geeft ook aan dat hij er op internet achter is gekomen dat de ex-medewerkster en haar man beroepsoplichters zijn. Hij verdenkt hen ervan dat zij de frauduleuze kredietaanvraag zorgvuldig hebben voorbereid.
Alarmbellen rinkelen
De rechter kan zich voorstellen dat bij Crédit Agricole alarmbellen zijn gaan rinkelen. Zo is de arbeidsrelatie met geen enkel stuk aangetoond en is het maandsalaris bijzonder hoog voor iemand van negentien. Verder valt het op dat de man bij de politie heeft verklaard dat de medewerkster een aantal dagen bij hem heeft proefgedraaid, terwijl hij in deze procedure heeft gesteld dat zij tot en met 27 mei 2020 in dienst was. Tot slot is het vreemd dat hij het niet raar vond dat de vrouw haar salaris heeft teruggestort, waarvoor zij in ieder geval volgens de verklaring van de man bijna een volledige maand heeft gewerkt, en daarnaast dat hij met wat hij nu weet zelf geen aangifte heeft gedaan tegen haar.
Betrokkenheid niet vast te stellen
Maar de boekhouder heeft zijn betrokkenheid bij de frauduleuze kredietaanvraag gemotiveerd betwist, onder meer door te stellen dat hij zelf niet op kantoor was toen de salarisspecificatie werd gemaakt. Met name de stelling van de man, dat uit de PDF-gegevens blijkt dat zowel het mutatieoverzicht van de bankrekening van de medewerkster als de salarisspecificatie is gemaakt door dezelfde persoon en dat dit de medewerkster moet zijn geweest, omdat hij niet bij het mutatieoverzicht van de medewerkster kan, legt veel gewicht in de schaal.
‘Tot slot kan niet worden uitgesloten dat [de medewerkster] via een pushmelding op haar telefoon wist dat het salaris was gestort, zodat zij direct kon handelen, zoals [de boekhouder] heeft aangevoerd.’
Er kan dus niet worden vastgesteld dat de boekhouder persoonlijk betrokken was bij de kredietaanvraag. Er was daarom onvoldoende grond bestond voor opneming van zijn gegevens in de registers.
Uitspraak Rechtbank Amsterdam, 25 maart 2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:1466