Sinds 1 januari 2022 zijn studiekosten en andere scholingsuitgaven niet meer aftrekbaar. In plaats van de aftrek studiekosten komt er een subsidieregeling: STAP-budget voor werkenden en werkzoekenden. STAP staat voor Stimulering Arbeidsmarktpositie.
Werkenden en werkzoekenden kunnen vanaf 1 maart 2022 een STAP-budget van maximaal € 1.000 euro aanvragen bij UWV voor scholing en ontwikkeling. Mensen kunnen deze subsidie gebruiken voor het volgen van een training, cursus of opleiding om zo goed inzetbaar te blijven op de arbeidsmarkt.
Het STAP-budget vervangt de fiscale aftrek scholingskosten. Tot 1 januari 2022 was het voor werkenden en werkzoekenden mogelijk om bij de aangifte inkomstenbelasting scholingskosten af te trekken.
Studiekosten vanaf 2022 niet meer aftrekbaar – STAP-budget per 1 maart
Gevolgen invoering STAP-budget
De invoering van het STAP-budget betekent onder meer het volgende:
- Studiekosten die je in 2021 hebt betaald, kun je nog aftrekken in de aangifte inkomstenbelasting 2021.
- Studiekosten die je in 2022 of later betaalt, zijn niet meer aftrekbaar.
- Had je voor 1 juli 2015 prestatiebeurs? En is deze beurs definitief niet omgezet in een gift omdat je niet voldoet aan de diplomatermijn? Je mag deze kosten na 2021 wel aftrekken in de aangifte inkomstenbelasting. Het aftrekbare bedrag vind je in de online aangifte.
- Je krijgt in de voorlopige aanslag 2022 geen aftrek van studiekosten meer.
Aangifte inkomstenbelasting 2021
Studiekosten voor een opleiding voor je werk zijn onder voorwaarden nog aftrekbaar in de aangifte inkomstenbelasting 2021.
Voorwaarden aftrek studiekosten
- je hebt geen recht op studiefinanciering
Heb je wel recht op studiefinanciering, maar maak je er geen gebruik van? Dan mag je de studiekosten niet aftrekken. - de studie of opleiding is voor een (toekomstige) beroep en is een leertraject
Dit betekent dat je kennis opdoet onder begeleiding of toezicht.
Noodzakelijke kosten
Je mag alleen de noodzakelijke kosten aftrekken. Denk aan:
- collegegeld, cursusgeld, lesgeld of examengeld;
- leermiddelen die je van de opleiding móet hebben, zoals boeken of bepaalde software.
Niet aftrekbaar
Deze kosten mag je niet aftrekken:
- rente voor studieschulden;
- kosten van levensonderhoud, bijvoorbeeld huisvesting, voeding en kleding;
- reis- en verblijfkosten;
- kosten voor studiereizen of excursies;
- kosten voor (de inrichting van) een werk- of studeerruimte;
- kosten van een laptop, tablet of printer en kosten van ‘randapparatuur’, zoals een muis, scanner, en toetsenbord;
- kosten van een inburgeringscursus.
Heb je een fiscale partner? Dan mag je ook zijn studiekosten aftrekken. Heb je één of meer studerende kinderen? Deze studiekosten mag je niet aftrekken.
Aftrek berekenen
De aftrek wordt vanzelf berekend als je de aangifte inkomstenbelasting invult met de studiekosten.
Het berekenen gaat als volgt. Tel de kosten bij elkaar op. Krijg je een vergoeding van bijvoorbeeld de werkgever? Dan moet je die van de kosten aftrekken. Daarnaast is er een drempelbedrag van € 250. Trek dat er ook vanaf. Het bedrag dat overblijft, is de aftrek.
Je mag maximaal € 15.000 per jaar aftrekken. Ben je jonger dan 30 jaar en zit je in de ‘standaardstudieperiode’? Dan is er geen maximum. De standaardstudieperiode is een periode van niet meer dan 5 jaar waarin je vooral studeert en geen volledige baan kunt hebben.
Heeft de fiscale partner ook studiekosten? Dan maak je dezelfde berekening nog een keer voor jouw partner.
Ondernemer of inkomsten uit overig werk
Als iemand ondernemer is of inkomsten heeft uit overig werkt, wijzigt er niets. Als de studiekosten zakelijke kosten zijn, zijn ze nog steeds aftrekbaar van de winst.
Volg ook de cursus inkomstenbelasting voor de salarisadministrateur op 8 maart 2022