Het aantal werkenden dat meer uren wil werken is sinds 2015 bijna voortdurend gedaald, behalve tijdens het begin van de coronacrisis in het tweede kwartaal van 2020.
In het tweede kwartaal van 2021 waren er 759.000 werkenden die meer uren wilden werken, 54.000 minder dan in hetzelfde kwartaal van 2020. Het gaat vaak om mensen met een bedrijfseconomisch of administratief beroep of dienstverlenende en zorg- of welzijnsberoepen. Dit meldt het CBS op basis van de nieuwste cijfers uit de Enquête beroepsbevolking (EBB).
9 miljoen mensen betaald werk
In het tweede kwartaal van 2021 hadden 9,0 miljoen mensen van 15 tot 75 jaar betaald werk. Het overgrote deel – 7,6 miljoen – wil een gelijk aantal uren blijven werken.
Daarnaast gaven 682.000 mensen aan minder uren te willen werken, ook als dat gevolgen heeft voor het inkomen.
Onderbenutte deeltijders
De overige 759.000 werkenden gaven aan meer uren te willen werken, ongeacht hun beschikbaarheid. Een deel van hen zijn zogenoemde onderbenutte deeltijders: het gaat om 354.000 deeltijders (werken minder dan 35 uur per week) die niet alleen meer willen werken, maar hiervoor ook op korte termijn (twee weken) beschikbaar zijn.
Meer mensen willen minder werken
Het aantal mensen dat minder uren wil werken ontwikkelde zich in de afgelopen jaren tegengesteld aan het aantal dat meer uren wil werken. Naarmate de werkloosheid afnam, slonk het aantal werkenden dat meer uren zou willen werken, van ruim een miljoen in het tweede kwartaal van 2014 naar 759.000 in het tweede kwartaal van 2021.
Het aantal werkenden dat minder uren wil werken steeg van 520.000 in het tweede kwartaal van 2012 naar 780.000 in het tweede kwartaal van 2019. Na een daling in het tweede kwartaal van 2020 is dit aantal in 2021 weer iets toegenomen.
Bedrijfseconomische en administratieve beroepen
In bedrijfseconomische en administratieve beroepen geven de meeste werkenden aan dat ze meer uren willen werken (123.000). Dit is overigens ook de grootste beroepsklasse, met in totaal 1,8 miljoen werkenden.
Ook in zorg- en welzijnsberoepen werken veel mensen (1,3 miljoen) en zijn er veel werkenden die meer uren willen werken (111.000). In dienstverlenende beroepen werken beduidend minder mensen (691.000), maar is het aantal werkenden dat meer wil werken bijna even groot (113.000) als in de twee grootste beroepsklassen.
Bij dienstverlenende beroepen gaat het bijvoorbeeld om schoonmakers en kelners en barpersoneel die aangeven meer uren te willen werken.
Uitzondering: ICT-beroepen
Ten opzichte van het tweede kwartaal van 2014 daalde het aantal werkenden dat meer uren wilde werken in alle beroepsklassen, behalve in de ICT-beroepen (+3.000). Vooral de beroepsgroep software- en applicatieontwikkelaars groeide sterk, en ook het aantal werkenden dat meer uren wil werken nam daar juist iets toe.
12 uur per week meer werken
De groep werkenden die in het tweede kwartaal van 2021 aangaf graag meer uren te willen werken werkte gemiddeld 21 uur per week, en wil gemiddeld 12 uur per week meer gaan werken. Van hen had 40 procent een vast dienstverband met vaste uren, 35 procent een flexibel contract of flexibele uren en 26 procent werkte als zelfstandige.
Vooral jongeren willen meer werken
De helft van de 759.000 werkenden die meer uren willen werken behoren tot de jongere leeftijdsgroepen: 206.000 15- tot 25-jarigen en 185.000 25-tot 35-jarigen willen meer uren werken. Onder 35- tot 55-jarigen betreft het zo’n 275.000 werkenden.
De resterende werkenden die meer uren willen werken zijn 55-plussers (94.000).
Bijna drie kwart van diegenen die meer uren willen werken volgt geen regulier onderwijs (546.000) en het betreft vaak middelbaar en hoger opgeleiden (306.000 en 288.000).