Vergroot de bestaanszekerheid van werkenden, zorg voor voldoende inkomen en maak regels minder ingewikkeld. Daarvoor pleit de SER.
De SER stelt onder meer voor om voor werkende armen het besteedbaar inkomen te verhogen. Ook het minimumloon moet omhoog.
Om uit de armoede te komen is een aanpak nodig op meerdere fronten: een voldoende en stabiel inkomen, werk dat voldoende perspectief biedt en dienstverlening die aansluit op de behoeften van werkende minima. De SER beschrijft dit in zijn verkenning “Werken zonder armoede”.
Diverse groep
Ongeveer 220.000 werkenden tussen 20 en 64 jaar leven in armoede. Voor een deel van deze mensen is dat tijdelijk, maar er is ook een groep die langdurig in armoede werkt of steeds terugvalt. En er zijn groepen die net boven de armoedegrens zitten, maar vergelijkbare problemen hebben. Uit de verkenning blijkt dat werkende armen een zeer gevarieerde groep vormen. Zij werken vooral op oproepbasis of zonder vaste uren, met weinig uren of als zzp’er.
In deeltijd of onregelmatig werk
Aan de basis van de arbeidsmarkt komt het veel voor dat mensen in deeltijd of onregelmatig, dus niet het hele jaar door hetzelfde aantal uren, werken. Vaak zijn deze mensen laag opgeleid. Er zijn ook mensen bij die onverwacht, bijvoorbeeld door persoonlijke tegenslag, in armoede belanden. Zulke pech kan iedereen overkomen. Het constante aantal werkende armen baart de SER zorgen. De effecten van de coronacrisis zijn nog niet meegenomen in de verkenning.
De SER doet aanbevelingen op drie gebieden: inkomen, werk en dienstverlening. De aanbevelingen richten zich zowel op het Rijk en gemeenten als op sociale partners en anderen.
Stabiel en voldoende inkomen
De belangrijkste aanbeveling voor inkomen is: zorg dat mensen voldoende inkomen halen uit hun werk en dat dat inkomen voldoende stabiel is. Voor mensen met een inkomen rond het minimum bestaan vele regelingen om hen te ondersteunen of het inkomen aan te vullen. Op langere termijn moet werk in huishoudens een sterkere garantie bieden tegen armoede en moeten deze mensen minder afhankelijk zijn van toeslagen en andere regelingen.
Besteedbaar inkomen verhogen
De SER stelt voor om voor deze groep werk lonender te maken door het besteedbare inkomen te verhogen. Dat betekent: een grotere of gecombineerde baan (in uren), een verzilverbare en hogere arbeidskorting en beter lonende inkomstenbelasting, lagere premies voor werknemersverzekeringen en herziening van het toeslagenstelsel in relatie tot de vaste lasten.
Minimumloon omhoog
Ook stelt de SER voor om het wettelijk minimumloon te verhogen en de loonkostenstijging hiervan te compenseren om werkgelegenheidsverlies te voorkomen, en de grondslagen van het sociaal minimum te evalueren en zo nodig te herzien.
Werk plus uitkering lonender
Daarnaast zijn er voorstellen voor het lonender maken van werk in combinatie met een uitkering. Nu gaan mensen er nog te vaak op achteruit als zij aan het werk gaan.
Collectieve afspraken
In sectoren met veel zzp’ers en relatief lage tarieven pleit de SER ervoor om collectieve afspraken te maken, om zo financiële buffers te bevorderen en snel een verzekering tegen arbeidsongeschiktheid uit te werken.
Meer uren werken
Op het gebied van werk is inzet nodig op het bevorderen van meer werkuren voor werknemers die dat willen en nodig hebben. Aan de onderkant van het loongebouw is vaker sprake van werk in kleinere banen, die daardoor dus ook minder opleveren. Dat kan door bestaande deeltijdbanen te vergroten of te zorgen voor meer aaneengesloten werkuren.
Opdrachtzekerheid
Zelfstandigen kunnen hun opdrachtzekerheid en werkzekerheid vergroten door te investeren in hun kennis en vaardigheden. Opdrachtgevers kunnen hen daarbij behulpzaam zijn, net als lokale zzp-netwerken en goede advisering.
Dienstverlening verbeteren
Veel ondersteuning en dienstverlening voor werkende armen blijft nog onbenut. Werkende armen en gemeenten weten elkaar onvoldoende te vinden, en het aanbod aan regelingen is versnipperd. En als werkende armen al in beeld zijn, wordt niet altijd gebruikt gemaakt van regelingen. Rijk, gemeenten, werknemers en werkgevers moeten dat samen verbeteren.