De rechtszaak was aangespannen door vakbond FNV tegen Wemmers Tanktransport en het Tsjechische zusterbedrijf Unitrans Bohemia.
De Roemeense chauffeurs kregen een lager loon volgens Tsjechische maatstaven, omdat ze onder contract stonden bij het Tsjechische zusterbedrijf. Maar omdat hun werkzaamheden vanuit Nederland plaatsvonden, hadden ze volgens de rechtbank recht op hetzelfde loon als hun Nederlandse collega’s.
Aangezien het Nederlandse moeder- en Tsjechische zusterbedrijf dezelfde grootaandeelhouder hebben, oordeelde de rechter dat sprake was van een schijnconstructie.
Hoogte vergoedingen
Volgens de FNV kregen Nederlandse werknemers toen – de rechtszaak loopt al sinds 2014 – zo’n 3.600 euro bruto per maand plus 1.000 euro bruto aan maaltijdvergoedingen. Tsjechische collega’s ontvingen in dezelfde periode honderden euro’s per maand minder.
De partijen moeten er van de rechter nu in onderling overleg proberen uit te komen. Als dat niet lukt, gaat de rechter de hoogte van de vergoeding vaststellen. Wemmers kan over de hoogte van vergoedingen nog in hoger beroep gaan.
Hongaarse chauffeurs
De FNV won eind juli een soortgelijke zaak van transportbedrijf Van Den Bosch, een concurrent van Wemmers. Ook daar ging het om een schijnconstructie. Hongaarse chauffeurs waren in dienst voor een Hongaars zusterbedrijf, maar vielen volgens de rechter onder een Nederlandse cao. De rechter moet de hoogte nog bepalen van het bedrag dat de Hongaarse chauffeurs krijgen.
Bron: NOS.nl