De werknemer is in de periode van 13 mei 2019 tot en met 13 juni 2020 in dienst geweest van de werkgever als accountmanager. De man ging vanuit zijn functie fysiek bij potentiële klanten langs om contracten tot stand te brengen voor energieleveranciers. Naast zijn salaris had de werknemer recht op een bonus.
De werknemer stapt naar de rechter en vordert betaling van gewerkte overuren.
Wat zegt de werknemer?
Volgens de werknemer heeft hij in de periode dat hij bij de werkgever werkte minimaal 201 overuren gemaakt. Het overwerk is opgedragen door de werkgever: die plande afspraken in en de werknemer kon deze afspraken niet binnen de afgesproken 40 uur afronden. De werknemer vordert betaling van de 201 uren overwerk.
Wat zegt de werkgever?
De werkgever voert aan dat de vorderingen van de werknemer onvoldoende concreet zijn en niet zijn onderbouwd en daarom moeten worden afgewezen. Daarnaast voert de werkgever ten aanzien van de overuren aan dat de arbeidsovereenkomst een resultaatsverbintenis is en dat de werknemer dus geen aanspraak kan maken op betaling van overuren. Ook voert de werkgever aan dat de overuren niet door het bedrijf zijn opgedragen.
De werkgever betwist verder de juistheid van de werknemer berekening van de overuren en hij voert aan dat de werknemer in zijn berekening ten onrechte geen rekening houdt met reistijd en pauzes. De werkgever heeft aangevoerd dat reistijd vanaf de woning van de werknemer naar klanten niet als arbeidstijd kan worden gezien, dan wel dat in elk geval 60 minuten per dag niet voor vergoeding in aanmerking zouden moeten komen.
Wat oordeelt de rechter?
Uit de arbeidsovereenkomst kan worden afgeleid dat van de werknemer werd verwacht dat hij 40 uur per week arbeid verrichtte. De werknemer werd ook voor 40 uur betaald. Op basis van het aantal contracten dat de werknemer verkocht, kon hij een bonus verdienen. De arbeidsovereenkomst is dus niet slechts een resultaatsverbintenis waar bovenop per definitie geen overuren zouden kunnen worden gemaakt. Ook kan uit het bestaan van een bonusregeling niet worden afgeleid dat overuren langs die weg uitbetaald werden. De bonus was immers afhankelijk van het aantal daadwerkelijk verkochte contracten en niet van het aantal gewerkte uren.
De werknemer onderbouwt zijn vordering tot betaling van de overuren met een schema met vertrek- en aankomsttijden vanaf zijn woonadres. Hij heeft ter zitting toegelicht dat dit schema is gemaakt op basis van zijn persoonlijke gegevens uit Google Maps. De werkgever heeft gemotiveerd betwist dat de werknemer overuren heeft gemaakt. Hiertoe heeft hij een Excelbestand aangeleverd met gegevens uit het softwaresysteem dat de agenda’s van de werknemers bijhoudt.
Onvoldoende onderbouwd
De werkgever heeft de juistheid van de gegevens uit het schema van de werknemer gemotiveerd betwist. De werknemer heeft in het licht van deze gemotiveerde betwisting onvoldoende onderbouwd gesteld dat de overuren wel zijn gemaakt. Daarnaast komen de gegevens uit zijn schema ook niet steeds overeen met de door hem eveneens overgelegde prints van zijn agenda. Van de juistheid van het schema van de werknemer kan daarom niet worden uitgegaan.
De vordering met betrekking tot de betaling van overuren wijst de kantonrechter af.
Uitspraak Rechtbank Rotterdam, 5 augustus 2021, ECLI:NL:RBROT:2021:7608