In het kennisdocument staan vragen en antwoorden met betrekking tot de Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl).
Het betreft:
- algemene vragen
- lage-inkomensvoordeel (LIV)
- jeugd-LIV (tegemoetkoming verhoging jeugdloon)
- LKV (loonkostenvoordeel)
- LKV – doelgroepverklaring
- LKV – overgangsrecht
De wijzigingen ten opzichte van de vorige versie (7.0):
De bedragen en jaartallen met betrekking tot het Jeugd-LIV zijn geactualiseerd.
Jeugd-LIV
Het jeugd-LIV is een tegemoetkoming in de loonkosten voor werkgevers wanneer zij jongeren van 18 tot en met 20 jaar in dienst hebben die het minimumjeugdloon verdienen.
Wanneer heeft de werkgever recht op het jeugd-LIV?
De werkgever heeft recht op het jeugd-LIV voor elke werknemer die voldoet aan deze vier voorwaarden:
- De werknemer is verzekerd voor één of meer van de werknemersverzekeringen.
- De werknemer geniet loon uit tegenwoordige arbeid in een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 3 tot en met 6 van de Ziektewet;
- De werknemer heeft een gemiddeld uurloon dat hoort bij het wettelijke minimumjeugdloon voor zijn leeftijd.
- De werknemer is op 31 december van het jaar t-1: 18, 19, of 20 jaar.
Verloonde uren
Het gemiddelde uurloon van de werknemer is zijn jaarloon gedeeld door het aantal verloonde uren. Het jaarloon is het loon uit tegenwoordige dienstbetrekking dat de werkgever in een kalenderjaar aan de werknemer betaalt zolang hij bij de werkgever in dienst is en is verzekerd voor één of meer van de werknemersverzekeringen.
UWV beoordeelt aan de hand van de polisadministratie of de werkgever in aanmerking komt voor het jeugd-LIV, voor welke werknemer en voor welk bedrag. UWV geeft dit door aan de
Belastingdienst.
De werkgever hoeft zelf geen verzoek te doen en er is geen doelgroepverklaring nodig, zoals bij het LKV. Het is wel belangrijk dat de werkgever het aantal verloonde uren goed
invult.
Heeft de werkgever voor een werknemer recht op het jeugd-LIV, dan krijgt de werkgever van de Belastingdienst een bedrag per verloond uur. Het bedrag aan jeugd-LIV per uur verschilt per
leeftijd. Hoeveel de tegemoetkoming precies is, hangt dus af van het aantal verloonde uren van de werknemer en van zijn leeftijd.
Let op: de eis van minimaal 1248 verloonde uren geldt niet voor het jeugd-LIV.
Leeftijd op 31 december | Jeugd-LIV per werknemer per verloond uur | Maximale jeugd-LIV per werknemer per jaar |
18 | € 0,07 | € 135,20 |
19 | € 0,08 | € 166,40 |
20 | € 0,30 | € 613,60 |
Uurloongrenzen
De berekening van de uurloongrenzen voor het jeugd-LIV zijn gebaseerd op de WML-bedragen per 1 januari en 1 juli. Voor de berekening van de uurloongrenzen van het LIV wordt uitgegaan van het WML per 1 januari.
Bij de berekening van de uurbedragen wordt uitgegaan van 260 dagen. De bandbreedte wordt aan de onderkant begrensd door het voor de betreffende leeftijd geldende minimumuurloon, gebaseerd op een normale arbeidsduur van 40 uur, verhoogd met een vakantietoeslag van 8 procent, naar voorbeeld van het LIV.
De bovenkant van deze bandbreedte wordt begrensd door het minimumloon geldend voor de leeftijdsgroep die één jaar ouder is. De bovengrens voor het minimumuurloon is gebaseerd op een normale arbeidsduur van 36 uur, verhoogd met een vakantietoeslag van 8 procent.
Alleen voor 20-jarigen is de bovengrens aangepast, om overlap met het reguliere LIV te voorkomen. De bovengrens van het jeugd-LIV is hierdoor gelijk aan de ondergrens van het
reguliere LIV.
De uurloongrenzen van het jeugd-LIV vanaf 1 juli 2021 zijn als volgt:
Leeftijd bereikt op 31-12-2020 | ondergrens | bovengrens |
20 jaar | Van € 8,43 | Tot € 10,48 |
19 jaar | Van € 6,32 | Tot € 9,38 |
18 jaar | Van € 5,27 | Tot € 7,04 |