De minister gaat in op het WIA-criterium voor werknemers met loonkostensubsidie, daarna op de doorrekening van het CPB voor het verlagen van de WIA-grens van 35 procent naar 25 procent of 15 procent. Tot slot gaat hij in op het onderzoek naar de eisen aan de re-integratie bij psychische problematiek.
1 WIA-criterium voor werknemers met loonkostensubsidie
Met de Participatiewet is loonkostensubsidie geïntroduceerd voor mensen die niet zelfstandig het wettelijk minimumloon (WML) kunnen verdienen. Zij zijn ook verzekerd voor de werknemersverzekeringen. In de normale WIA-systematiek worden deze werknemers echter per definitie volledig arbeidsongeschikt bevonden, omdat zij geen regulier werk op WML-niveau kunnen verrichten. Mogelijk kunnen zij echter nog wel ander werk uitvoeren met loonkostensubsidie.
In de Wet WIA is daarom vastgelegd dat bij het bepalen van het arbeidsongeschiktheidspercentage rekening wordt gehouden met de omstandigheid of iemand werkte met loonkostensubsidie.
UWV heeft gekeken hoeveel werknemers in 2020 met loonkostensubsidie de WIA zijn ingestroomd. Dit waren in dat jaar ongeveer 250 personen. Dit loopt naar verwachting op naar 570 personen die instromen in 2023, omdat de groep werknemers die met loonkostensubsidie werkt, groeit. Een deel van deze groep wordt arbeidsongeschikt bevonden terwijl zij nog wel ander werk met loonkostensubsidie kunnen verrichten.
Alternatief WIA-criterium per 2023
Om rekening te houden met het feit dat iemand werkt met loonkostensubsidie moet het arbeidsongeschiktheidscriterium voor de WIA voor werknemers met loonkostensubsidie worden aangepast. Als dit niet wordt gedaan, leidt dit tot extra WIA-lasten, omdat ook werknemers met loonkostensubsidie de WIA instromen die nog wel ander werk met loonkostensubsidie zouden kunnen doen. Op lange termijn zijn de verwachtingen dat dit leidt tot €50 miljoen extra WIA-lasten per jaar.
Een WIA-criterium voor werknemers met loonkostensubsidie is uitgewerkt. Met dit criterium worden werknemers die met loonkostensubsidie werken niet meer altijd volledig arbeidsongeschikt bevonden. Als zij nog een (andere) functie kunnen vervullen met loonkostensubsidie dan worden zij geheel of gedeeltelijk arbeidsgeschikt bevonden.
De minister zal met sociale partners in gesprek gaan om te zien hoe zij de verschillende effecten van deze maatregel wegen. Daarnaast is het streven om het voorstel dit jaar door UWV te laten beoordelen op uitvoerbaarheid via een uitvoeringstoets, om de uitvoeringseffecten preciezer in beeld te brengen.
Invoering van een alternatief criterium is voorzien per 1 januari 2023. Het indienen van het wetsvoorstel acht Koolmees aan een volgend kabinet, vanwege de demissionaire status van het huidige kabinet.
2 Drempelverlaging WIA
Een verlaging van de toetredingsdrempel van de WIA zou tot gevolg hebben dat mensen, die zonder deze verlaging geen recht op een uitkering gehad zouden hebben, nu wel een WIA-uitkering krijgen. Dit betekent dat de WIA-populatie groeit.
Als de WIA-drempel verlaagd wordt, ligt het in de rede dat ook de drempel in de Ziektewet voor het recht op ziekengeld in het tweede ziektejaar wordt aangepast. Het criterium voor het tweede ziektejaar in de Ziektewet is op dit moment namelijk gelijk aan de WIA-grens van minstens 35 procent arbeidsongeschiktheid. In de doorrekening van het Centraal Planbureau (CPB) is hier ook rekening mee gehouden.
Doorrekening CPB
Een aanpassing van de toetredingsdrempel van de WIA naar 25 procent leidt volgens het CPB naar schatting tot een toename van de WIA-uitkeringslasten van structureel 260 miljoen euro per jaar. Bij een verlaging naar 15 procent nemen de uitkeringslasten naar verwachting toe met 430 miljoen euro structureel per jaar.
Het CPB schat in dat een verlaging van de WIA-drempel geen effect heeft op de werkgelegenheid en dat geen sprake is van significante gedragseffecten.
Uitvoeringseffecten UWV
Als gevolg van de drempelverlaging zal UWV meer Ziektewet-dienstverlening en WGA-dienstverlening moeten aanbieden en meer WIA-claimbeoordelingen moeten uitvoeren. Ook de vraag naar WIA-herbeoordelingen neemt toe vanwege de grotere groep WGA-gerechtigden.
Verlaging van de toetredingsdrempel tot de WIA heeft ook impact op de systemen van UWV. UWV geeft aan dat de aanpassingen ingrijpend zijn en voorbereiding vergen. Zo zal onder meer het Claimbeoordelings- en Borgingssysteem (CBBS) moeten worden aangepast.
Vervolgstappen?
Eventuele vervolgstappen naar aanleiding van de bevindingen van het CPB en UWV zijn aan een volgend kabinet.
Een verlaging van de toetredingsdrempel tot de WIA leidt ertoe dat een deel van de mensen die op dit moment geen WIA-uitkering krijgt vanwege een arbeidsongeschiktheidspercentage van minder dan 35 procent, recht krijgt op een WIA-uitkering. Ongeveer de helft van deze groep ‘WIA 35-‘ werkt niet en een drempelverlaging naar 25 procent of 15 procent zou een deel van deze mensen meer inkomenszekerheid geven. Maar een verlaging van de toetredingsdrempel tot de WIA betekent ook een toename van de WIA-uitkeringslasten.
Daarnaast heeft verlaging een forse impact op de uitvoering van UWV, aldus de minister. Een verlaging van de WIA-grens leidt tot een toename van de vraag naar sociaal-medische dienstverlening. Dit betekent dat er een groter beroep wordt gedaan op verzekeringsartsen voor WIA-claim en -herbeoordelingen. UWV heeft op dit moment al te maken met een mismatch tussen vraag en aanbod in de sociaal-medische dienstverlening. Een verlaging van de WIA-grens zou dan ook om aanvullende maatregelen vragen om deze mismatch te verminderen die ook forse implicaties met zich kunnen meebrengen voor uitkeringsgerechtigden en werkgevers.
3 Re-integratie bij psychische problematiek
Private verzekeraars hebben vooral moeite met de re-integratie van personen met psychische aandoeningen. Om hen beter te ondersteunen heeft Koolmees opdracht gegeven een rapport op te stellen dat moet helpen bij de re-integratie van mensen met psychische aandoeningen. Dat rapport is in juni van dit jaar afgerond.
Panteia heeft een beeld geschetst van de mensen met psychische aandoeningen die een beroep doen op re-integratievoorzieningen, welke belemmeringen de re-integratie van deze personen
kent, wat hun re-integratie helpt, welke bewezen effectieve re-integratie-instrumenten er bekend zijn en voor wie in welke context deze geschikt zijn.
Om die personen te bereiken voor wie het rapport opgesteld is, biedt de minister het rapport samen met een korte handreiking aan private verzekeraars, werkgevers en UWV aan.
Eindrapport re-integratie bij psychische aandoeningen