De Partij van de Arbeid (PvdA) heeft op donderdag 20 mei officieel de wetswijziging ingediend die het recht van onbereikbaarheid regelt, ondanks kritiek van de Raad van State (RvS). De RvS denkt dat zo’n wetswijziging niet nodig is.
In de huidige Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet), zijn al bepalingen opgenomen over “psychosociale arbeidsbelasting”, aldus de Raad. De wet biedt kaders, waarbinnen werkgevers en werknemers de mogelijkheid hebben gekregen om afspraken te maken over werkdruk, ook buiten werktijden. Het idee daarachter is dat de regels beter worden nageleefd als de betrokkenen (werkgevers en werknemers) “zelf verantwoordelijk zijn voor het opstellen en uitvoeren” ervan. De Raad van State “adviseert af te zien van de voorgestelde wettelijke regeling”, schrijft de adviseur op basis van het oude voorstel.
“De Afdeling advisering van de Raad van State onderschrijft het belang van burn-outpreventie in de werksfeer en begrijpt dat in dat kader aandacht wordt besteed aan bereikbaarheid buiten werktijd. Zij acht echter onvoldoende aangetoond dat het wettelijk voorschrijven van een gesprek over bereikbaarheid opportuun en noodzakelijk is. De Arbowet bevat reeds een bepaling over psychosociale arbeidsbelasting. Op grond daarvan moeten werkgevers maatregelen treffen ter beheersing van de risico’s die daarmee samenhangen.
Daarnaast past een bepaling zoals de initiatiefnemer die voorstelt niet bij het systeem van de Arbowet en bij het uitgangspunt van (gedeeltelijke) zelfregulering en maatwerk dat hieraan ten grondslag ligt. Verder signaleert de Afdeling dat een voortdurende bereikbaarheid weliswaar kan bijdragen aan een burn-out, maar dat dit niet de enige oorzaak is. De Afdeling adviseert dan ook om in de toelichting duidelijker te motiveren waarom dit voorstel een adequate reactie vormt op het door de initiatiefnemer geschetste probleem.”
De PvdA besloot het wetsvoorstel aan te passen en in de memorie van toelichting duidelijker te maken waarom een wet volgens de partij wel degelijk nodig is.
Indiener Gijs van Dijk zegt verder dat de coronacrisis de noodzaak van de wet alleen maar groter maakt:.
“Als gevolg van de coronacrisis hebben we het afgelopen jaar veel thuis gewerkt. En dat was lang niet altijd makkelijk. De grens tussen werk en privé is steeds vager geworden. Terwijl het voor onze gezondheid juist heel belangrijk is dat we ons werk soms ook even kunnen loslaten.
Bij veel werkgevers is de impliciete verwachting dat je ook buiten kantooruren klaar staat. Voor heel veel mensen wordt dat in de loop van de tijd een probleem. Zij krijgen last van die druk. Maar liefst 1,3 miljoen Nederlanders ervaren burn-out klachten.
Daarom dien ik vandaag een initiatiefwet in bij de Kamer. Die wet regelt dat werkgevers en werknemers afspraken moeten maken over bereikbaarheid buiten kantooruren. Dat er met elkaar gesproken wordt over wanneer je baas niet meer van je mag verlangen dat je reageert op e-mails, telefoontjes of berichtjes. Dat je ook het recht hebt om even onbereikbaar te zijn.
Andere landen zoals Frankrijk kennen al langer een dergelijke wet. Het Europees Parlement nam onlangs ook een motie aan voor een Europees recht op onbereikbaarheid. De coronacrisis en het thuiswerken heeft aangetoond hoe nodig een dergelijke wet is. Daarom wil ik vaart maken met de behandeling. Want je moet die telefoon of laptop na een dag werken ook gewoon even kunnen wegleggen.”