AWVN nam de in totaal ruim 1.200 pagina’s door van de dertien partijen die nu zetels hebben in de Tweede Kamer. De voor werkgevers relevante plannen op een rij, op basis van vijf rode draden die in de verkiezingsprogramma’s zijn te ontwaren.
1 Partijen liggen op sociaal-economisch terrein dicht bij elkaar
Alle partijen willen flink ingrijpen in de arbeidsmarkt. Ook zijn partijen als VVD, CDA en
D66 minder beducht voor overheidsbemoeienis. Dit leidt er toe dat naar alle waarschijnlijkheid diverse maatregelen gaan terugkeren in een regeerakkoord, onafhankelijk van de kleur van het kabinet:
- verhoging van het wettelijk minimumloon (WML);
- verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen;
- verder afbouwen van fiscale voordelen voor zelfstandigen;
- minder zware loondoorbetalingsplicht bij ziekte voor werkgevers;
- beter toegankelijke kinderopvang;
- toeslagensysteem op de schop;
- lastenverlichting voor mensen met een laag of middeninkomen;
- terugkeer van de sociale werkvoorziening in een nieuw jasje;
- meer prikkels om vaste contracten aan te gaan, strenger op flexwerk;
- hervorming van het pensioenstelsel in lijn met het pensioenakkoord.
SP, GroenLinks en PvdA sluiten zich aan bij de campagne van FNV om het wettelijk minimumloon (op termijn) naar 14 euro te verhogen; een stijging van ongeveer 40 procent. Partijen als ChristenUnie, D66 en VVD komen lager uit, op zo’n 10 tot 20 procent.
Ook de arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen verschilt in de uitwerking.
Verder is er op pensioengebied sprake van behoorlijke eensgezindheid. Vrijwel alle partijen houden vast aan het pensioenakkoord. Wel verschillen de partijen in hun opvatting over het verhogen van de AOW, de leeftijd waarop de AOW ingaat en de mogelijkheden om eerder te kunnen stoppen met werken.
Veel partijen willen herinvoering van een voorziening die mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, toch een werkplek biedt: sociale ontwikkelbedrijven.
Het concept van de basisbaan – het recht op een baan voor mensen aan de basis van de arbeidsmarkt – krijgt ook veel steun.
2 Borstlap: stevige vinger in pap, maar vooral krenten eruit gepikt
Bijna alle partijen delen de gedachte dat de verschillen tussen vaste werknemers, flexwerkers en zzp’ers te groot zijn geworden, en dat het arbeidsmarkbeleid en de sociale zekerheid meer gericht moeten zijn op werkenden in plaats van vaste werknemers.
De partijen vinden elkaar met name op het punt dat de loondoorbetalingsplicht bij ziekte minder zwaar voor werkgevers moet zijn.
Werknemer, tenzij
Een van de meeste controversiële ideeën van Borstlap was dat een werkende een werknemer is
tenzij anders wordt aangetoond. Dit voorstel komt alleen expliciet terug bij ChristenUnie. PvdA kiest
voor een andere invulling: ‘werkgever, tenzij’. De meeste partijen houden vast aan (enige)
keuzevrijheid voor de contractvorm waarin gewerkt wordt.
Aanpassing vast contract
Een ander controversieel idee was de mogelijkheid voor de werkgever om in bijzondere omstandigheden arbeidsomvang en -inhoud van het vaste contract te kunnen aanpassen. Dit komt alleen terug in het programma van ChristenUnie. De partij stelt voor met een jaarurencontract of met een verhouding van 80 procent vaste uren en 20 procent flexibele uren te werken om zo het vaste contract wendbaarder te maken.
3 Vast contract de norm, rem op flex
Vrijwel alle partijen omarmen het vaste contract als norm. Ze nemen uiteenlopende maatregelen om het contract aantrekkelijker te maken. Tegelijkertijd willen de meeste partijen het gebruik van flexibele contracten afremmen.
De meeste partijen willen de fiscale verschillen tussen werknemers en zzp’ers verkleinen om te
voorkomen dat mensen om verkeerde redenen zzp’er worden of met zzp’ers werken.
VVD, CDA en D66 vinden wel dat de andere kant van de medaille van het strenger behandelen van
flex en zzp is dat het vaste contract minder star moet worden. Naast aanpassing van de loondoorbetalingsplicht, willen VVD en het CDA het ontslagrecht daarom ‘vereenvoudigen’.
4 Leren ondergeschoven kindje, werk-privébalans sterk in opkomst
De sociale agenda’s zijn het meest concreet op het gebied van arbeidsrecht en sociale zekerheid. Elke
partij onderkent het belang van andere arbeidsgerelateerde onderwerpen, zoals leren en
ontwikkelen, diversiteit en inclusie, thuiswerken en digitalisering, maar op deze thema’s zijn de
voorstellen minder concreet. De meeste partijen zien wel iets in individuele leerrechten, een
persoonlijk ontwikkelbudget of een leerrekening. Hoe dit te organiseren of financieren, blijft echter
meestal in het midden.
Balans werk-privé
Opmerkelijk is dat de balans tussen werk en privé een prominent thema is bij diverse partijen. De
coronacrisis en de thuiswerkrevolutie hebben hier duidelijk grote invloed op gehad. Partijen maken
zich vooral zorgen over de druk die op de schouders van burgers ligt om verschillende
verantwoordelijkheden te combineren, zeker nu digitalisering de scheiding tussen werk en privé
meer fluïde maakt.
Extra verlof en meer regie
Sommige partijen zoeken een oplossing in het toekennen van extra verlof – zoals
het CDA, dat voor rouwverlof, extra calamiteitenverlof, vrijwilligersverlof en mantelzorgverlof pleit.
Een andere aanvliegroute om de combinatiedruk te verlichten, is om werknemers meer regie te
geven over werktijden. Zo pleit GroenLinks ervoor om werknemers rechten te geven om zelf voor
een deel van de tijd de werkplek te bepalen. Ook zijn GroenLinks en PvdA voor een wettelijk recht op
onbereikbaarheid. D66 en CDA wijzen daarentegen de cao aan als plek om dit te regelen.
5 Van de cao wordt veel verwacht
De meeste partijen erkennen cao-afspraken als belangrijk instrument om sociaaleconomische zaken
te regelen.
CDA ziet vooral kansen voor de cao als het gaat om thuiswerken, flexibele werktijden en diverse vormen van verlof. Ook willen de christendemocraten van leerrechten en afspraken over scholing een vast onderdeel van cao’s maken. D66 wil het recht op thuiswerken en op onbereikbaarheid in cao’s vastleggen en ziet graag bredere vormen van verlof in cao’s terug, zoals mantelzorgverlof en sabbaticals.
Looncomponent
SP en PvdA vinden elkaar in meer aandacht voor de looncomponent, onder andere in cao’s. Zo wil de
SP salarissen van topbestuurders onder een cao brengen. PvdA roept op om de automatische prijscompensatie voor werknemers terug te brengen in cao’s. De sociaal-democraten pleiten
daarnaast voor een Wet Eerlijk Delen, waarbij werknemers verplicht een bonus krijgen op het
moment dat een bedrijf dividend uitkeert.
Tot slot willen PvdA, GroenLinks en SP in de systematiek van de cao zelf ingrijpen. Opmerkelijk, want
dit kwam niet eerder terug in verkiezingsprogramma’s.
GroenLinks is het meest concreet in haar eisen. De partij wil dat gezamenlijke vakbonden minimaal 10 procent van de werknemers vertegenwoordigen om een cao te kunnen ondertekenen.
Bron en meer informatie: AWVN