Een eventuele mismatch tussen de door de werkgever en de door Belastingdienst gebruikte software, komt voor rekening van de werkgever, aldus de kantonrechter.
De inspecteur van de Belastingdienst heeft de werkgever een loonkostenvoordeel (LKV) arbeidsgehandicapte werknemers van € 122 toegekend en een LKV oudere werknemers van nihil.
De gegevens op de papieren uitdraai van de loonaangifte stemmen niet overeen met die op de loonaangifte die bij de Belastingdienst is binnengekomen. De werkgever heeft volgens de rechter onvoldoende weersproken dat de gegevens van de door de inspecteur ontvangen aangiften zijn terug te lezen in de door de werkgever overgelegde XML-berichten.
Wat is de situatie?
De werkgever exploiteert een poeliersbedrijf. De loonadministratie wordt verzorgd door een persoon. Voor het verzorgen van loonaangiften maakt hij gebruik van salarissoftware.
In 2017 had de werkgever drie werknemers in dienst. Op 4 april 2017 is een werknemer bij de werkgever in dienst getreden. Hij is geboren in 1960 en had tot de datum van indiensttreding bij de werkgever recht op een uitkering krachtens de Werkloosheidswet. Vanaf de indiensttreding is hij 36 uur per week werkzaam voor de werkgever. Vanwege het dienstverband met deze werknemer had de werkgever over de periode 4 april 2017 tot en met 31 december 2017 in principe recht op de premiekorting oudere werknemer.
De door de werkgever overgelegde papieren uitdraai van de loonaangifte over het tijdvak 4 december 2017 tot en met 31 december 2017 vermeldt een te betalen bedrag van € 731, bestaande uit € 554 loonheffing en € 515 premies werknemersverzekeringen, verminderd met € 150 premiekorting arbeidsgehandicapten en € 188 premiekorting oudere werknemer.
Bij de beschikking, die is gedagtekend 23 juli 2019, heeft de inspecteur van de Belastingdienst de werkgever een loonkostenvoordeel (LKV) arbeidsgehandicapte werknemers van € 122 toegekend en een LKV oudere werknemers van nihil.
Bij de bestreden uitspraak op bezwaar heeft inspecteur van de Belastingdienst de beschikking gehandhaafd. In geschil is of dat terecht is.
Wat zegt de werkgever?
De werkgever stelt zich op het standpunt dat hij, uitgaande van het wettelijke maximum van € 6.000, recht heeft op een LKV van 30/36 x € 6.000 = € 5.000.
De werkgever heeft aangevoerd dat uit de loonaangifte over het laatste tijdvak in 2017 blijkt dat daarin bij de werknemer is aangevinkt dat recht bestaat op premiekorting oudere werknemer en dat dit overeenstemt met de stamgegevens van de werknemer in de desbetreffende computersystemen.
Softwarefout
Door een softwarefout ofwel in de programmatuur van de softwareleverancier ofwel in de samenhang tussen deze programmatuur en die van de Belastingdienst sloot de laatste loonaangifte over 2017 zoals die door de werkgever is ingediend, niet aan bij de aangifte zoals die door de Belastingdienst werd ontvangen.
Papieren aangifte beslissend
Volgens de werkgever is hetgeen is vermeld op de papieren aangifte beslissend voor het antwoord op de vraag of zij in aanmerking komt voor de premiekorting oudere werknemer, omdat daarin de wil van de werkgever tot uitdrukking komt. Beslissend is daarom de aangifte zoals hij die heeft ingediend en niet de kennelijk verminkte aangifte zoals die bij inspecteur van de Belastingdienst is binnengekomen.
Kennelijke verschrijving
Voor het geval de rechtbank dit betoog niet volgt stelt de werkgever zich op het standpunt dat deze softwarefout moet worden opgevat als een kennelijke verschrijving die in de belastingrechtspraak pleegt te worden weggedacht. Ten slotte beroept de werkgever zich op schending van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, op de redelijkheid en op het recht op maatwerk.
Wat zegt de inspecteur?
De inspecteur van de Belastingdienst stelt zich op het standpunt dat aan de werkgever terecht geen LKV oudere werknemer is toegekend. de werkgever heeft in de loonaangiften over de tijdvakken in het jaar 2018 met het vermelden van de indicatie ‘J’ weliswaar aangegeven dat hij met betrekking tot het dienstverband van de werknemer in aanmerking komt voor LKV oudere werknemer, maar in de loonaangiften over de tijdvakken in het jaar 2017 heeft de werkgever bij de werknemer de indicatie ‘J’ geplaatst bij de premiekorting arbeidsgehandicapte werknemer. Daarmee is niet voldaan aan de voorwaarden van de overgangsregeling voor het toekennen van LKV oudere werknemers in 2018.
Voor rekening en risico werkgever
De softwarefout waarvan de werkgever melding maakt, moet volgens de inspecteur van de Belastingdienst, voor zover die al bestaat, voor rekening en risico van de werkgever te blijven.
Op grond van artikel 2.1 Loonkostenvoordelen van de Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl) kan een werkgever in de loonaangifte een verzoek doen voor een van de in dat artikel genoemde tegemoetkomingen.
Hoofdstuk II van de Wtl, waartoe dit artikel behoort, is in werking getreden op 1 januari 2018 en voorziet in de vervanging van de tot die datum geldende premiekortingen ingevolge de Wet financiering volksverzekeringen (Wfv). Een premiekorting waarvan de looptijd van drie jaar nog niet was verstreken kan worden omgezet in een LKV onder de voorwaarden die zijn opgenomen in artikel 6.2 Overgangsrecht van de Wtl.
Een van die voorwaarden dat in de loonaangifte over het laatste tijdvak vóór 1 januari 2018 de indicatie voor de desbetreffende premiekorting is aangegeven, of dat dit is gedaan in een correctiebericht dat uiterlijk op 1 mei 2018 zou moeten zijn ingediend.
Wat oordeelt de rechtbank?
Op basis van hetgeen partijen over en weer hebben aangevoerd en de stukken die over en weer zijn ingebracht houdt de rechtbank het ervoor dat de gegevens op de papieren uitdraai van de loonaangifte niet overeenstemmen met die op de loonaangifte die bij inspecteur van de Belastingdienst is binnengekomen.
De werkgever heeft onvoldoende weersproken dat de gegevens van de door inspecteur van de Belastingdienst ontvangen aangiften zijn terug te lezen in de door inspecteur van de Belastingdienst overgelegde XML-berichten.
Geen mismatch
De rechtbank acht niet aannemelijk dat deze gegevens als gevolg van een mismatch met de software van inspecteur van de Belastingdienst anders zijn verwerkt dan binnengekomen.
Uit de XML-berichten leidt de rechtbank af dat voor het jaar 2017 ten aanzien van de werknemer telkens een indicatie ‘J’ is geplaatst bij de premiekorting arbeidsgehandicapte werknemer en een indicatie ‘N’ bij de overige premiekortingen, waaronder die voor de oudere werknemer. Op basis van de aangifte zoals die bij inspecteur van de Belastingdienst is binnengekomen heeft de werkgever voor het jaar 2018 dus geen recht op het LKV oudere werknemer.
Loonaangifte bij Belastingdienst bepalend
Volgens de rechtbank is bij de beoordeling van een recht op een LKV beslissend de loonaangifte zoals die bij de Belastingdienst binnenkomt. Ook als sprake zou zijn van een fout in de salarissoftware (de inspecteur van de Belastingdienst heeft dit weersproken) is dit een omstandigheid die voor rekening en risico van de werkgever als gebruiker van die software moet blijven.
Geen kennelijke computerverschrijving
De rechtbank begrijpt dat de werkgever met haar beroep op een ‘kennelijke computerverschrijving’ betoogt dat de inspecteur van de Belastingdienst in de gegeven omstandigheden gehouden was de ontvangen aangifte anders te verwerken dan hij heeft gedaan. Dit betoog kan al niet slagen omdat van een ‘kennelijk computerverschrijving’ naar het oordeel van de rechtbank geen sprake is.
Uit de door de inspecteur ingediende stukken blijkt dat de door de werkgever gesignaleerde onjuistheid niet is op te maken uit de aangifte zoals die bij inspecteur is binnengekomen. Ook acht de rechter niet aannemelijk dat, zoals de werkgever heeft aangevoerd, deze onjuistheid voor de inspecteur kenbaar was uit de context, oftewel uit het geheel aan beschikbare gegevens en bestanden.
Loonadministratie werkgever
Niet goed valt in te zien hoe inspecteur van de Belastingdienst bij het ontvangen en verwerken van de loonaangifte inzage kan hebben in de stamgegevens zoals die zijn opgenomen of opgeslagen in de loonadministratie van de werkgever. Naar de inspecteur heeft aangevoerd en de rechtbank aannemelijk acht heeft de inspecteur bij de behandeling van de loonaangiften ook niet de beschikking gehad over de zogenoemde doelgroepverklaringen van het UWV.
De rechtbank ziet overigens niet in hoe uit de omstandigheid dat de inspecteur aangiftesoftware ter beschikking stelt waarvan de gemachtigde geen gebruik heeft kunnen maken zou volgen dat op inspecteur van de Belastingdienst een zorgplicht komt te rusten met betrekking tot salarissoftware wordt aangeboden.
Fair play beginsel
De werkgever heeft verder aangevoerd dat artikel 6.2 van de Wtl slechts als doel heeft de controle op het al dan niet van toepassing zijn van het overgangsrecht te vergemakkelijken. Nu niet in geschil is dat aan de materiële voorwaarden voor het recht op het LKV oudere werknemer is voldaan is er volgens de werkgever geen belang om die te weigeren.
In dit kader heeft de werkgever een beroep gedaan op de algemene beginselen van behoorlijk bestuur (waaronder het fair play beginsel en het evenredigheidsbeginsel), op de redelijkheid en op het recht op maatwerk.
De rechtbank volgt de werkgever hierin niet en neemt daarbij tot uitgangspunt dat de wetgever de verantwoordelijkheid voor de heffing en afdracht van de loonheffingen uitdrukkelijk bij de inhoudingsplichtige heeft neergelegd. Bovendien is wettelijk voorzien in het herstel van een onjuiste aangifte. De werkgever had na het indienen van de onjuiste aangifte immers nog tot 1 mei 2018 de tijd om een correctiebericht in te dienen.
De omstandigheid dat de werkgever materieel voldoet aan de voorwaarden voor het LKV oudere werknemer laat onverlet dat hij ook moet voldoen aan de formele wettelijke voorwaarden. Een beroep op het fair play beginsel kan hierin geen wijziging brengen.
Uitspraak Rechtbank Noord-Holland, 23 december 2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:11601