De Tweede Kamer ging op 12 november 2020 akkoord met het pakket Belastingplan 2021.
De fracties van VVD, CDA, Fractie-Van Pareren, PvdA, PVV, D66, FVD, Fractie-Otten, GroenLinks, 50PLUS, CU en OSF stemden voor.
De fracties van SGP, SP en PvdD stemden tegen.
Ook de novelle op het Belastingplan ter wijziging van de regeling Baangerelateerde Investeringskorting (BIK) werd met een ruime meerderheid in de Eerste Kamer aanvaard.
Baangerelateerde Investeringskorting graag 1 januari 2021 in werking
De Eerste Kamer stemde in het kader van het Belastingplan over een groot aantal tijdens het debat ingediende moties.
Aangenomen moties
Twee moties werden aangenomen:
- De motie van senator Essers (CDA) en senator Geerdink (VVD) die het kabinet verzoekt om een onderzoek naar een meer neutrale behandeling van ondernemers in de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting en uiterlijk in de eerste helft van 2021 de uitkomsten daarvan met de Kamer te delen.
- De motie van senator Crone (PvdA) die de regering verzoekt alle belastingvoorstellen die aan het parlement worden voorgelegd in het vervolg te voorzien van een doenvermogenstoets.
Verworpen moties
Drie moties werden verworpen, namelijk:
- de motie van senator Schalk (SGP) die de regering verzoekt de overdraagbaarheid van de algemene heffingskorting te bevriezen op het percentage van 2020;
- de motie van senator Teunissen (PvdD) die de regering verzoekt een onafhankelijk onderzoek in te doen stellen naar de effecten van de luchtvrachtbelasting en de Kamer daarover binnen zes maanden te rapporteren; en
- de motie van senator Teunissen die de regering verzoekt een onafhankelijk onderzoek in te doen stellen naar de mogelijkheden tot herinrichting van de belastingdruk zodat het welzijn in brede zin inclusief de werkgelegenheid bevorderd wordt en de Kamer daarover binnen zes maanden te rapporteren.
Aangehouden moties
Aangehouden werden de motie van senator Van Rooijen (50PLUS) die de regering verzoektde ouderenkorting per 1 juli 2021 te verhogen als de koopkrachtontwikkeling voor de gepensioneerden in het eerste kwartaal van 2021 achter blijft bij de CPB-raming, en de motie van senator Van Rooijen die de regering verzoekt pensioenkortingen in 2021 uit te sluiten.
Het Belastingplan bevat maatregelen die per 1 januari 2021 budgettair effect hebben, zoals maatregelen die raken aan de koopkracht van burgers. In het wetsvoorstel is sprake van budgettaire samenhang: de opbrengst van bepaalde maatregelen wordt gebruikt als dekking voor andere maatregelen. Onderdeel van het plan is een die novelle die de regeling inzake de Baangerelateerde investeringskorting (BIK) aanpast.
Andere wetsvoorstellen waarover gesproken is, zijn:
- Overige fiscale maatregelen 2021 (zonder stemming aanvaard);
- Wet verbetering uitvoerbaarheid toeslagen;
- Wet CO2-heffing industrie;
- Wet differentiatie overdrachtsbelasting;
- Wet aanpassing box 3;
- Vaststelling tarieven opslag duurzame energie- en klimaattransitie 2021 en 2022;
- Wet beperking liquidatie- en stakingsverliesregeling;
- Wet vliegbelasting; en
- de Novelle Wet vliegbelasting.
Een voorstel voor Eenmalige huurverlaging huurders met een lager inkomen behandelde de Eerste Kamer al eerder.
Belangrijkste belastingwijzigingen
De belangrijkste belastingwijzigingen betreffen onder meer:
Heffingskortingen
Door de verhoging van de arbeidskorting uit 2022 een jaar naar voren te halen, gaat werken komend jaar meer lonen. Werknemers en zelfstandigen profiteren hiervan. Deze verhoging komt bovenop een al eerder geplande verhoging voor 2021.
De algemene heffingskorting gaat € 126 omhoog.
In 2021 daalt het basistarief in de inkomstenbelasting van 37,35 procent naar 37,10 procent.
De ouderenkorting wordt verhoogd.
In 2021 gaat de maximale inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) met € 66 omlaag naar € 2.815. Door een uitspraak van de Hoge Raad krijgt een ruimere groep co-ouders recht op de IACK. Om de IACK betaalbaar te houden, verlaagt het kabinet daarom eenmalig deze korting in 2021.
Sparen
Spaarders en kleine beleggers met een vermogen tot € 50.000 (of € 100.000 met fiscaal partner) betalen vanaf 2021 geen belasting meer over dat vermogen. Het tarief van de belasting stijgt van 30 naar 31 procent.
Het aantal kleine spaarders en beleggers dat box 3-belasting betaalt daalt hierdoor met bijna 1 miljoen mensen. Het houdt in dat iedereen met spaargeld of belegd vermogen tot € 220.000 (of € 440.000 met fiscaal partner) daarover minder belasting gaat betalen.
BIK
De BIK geldt voor investeringen in 2021 of 2022. Bij grote investeringen in een jaar is de korting tot € 5 miljoen 3,9 procent, daarboven 1,8 procent.
Bedrijven kunnen de investeringskorting verrekenen met de af te dragen loonheffing.
De mogelijkheid om als ‘fiscale eenheid’ gebruik te maken van de BIK, gaat pas later in. De Europese Commissie moet dit specifieke onderdeel nog goedkeuren. Als na deze goedkeuring de mogelijkheid om als ‘fiscale eenheid’ gebruik te maken van de BIK gaat gelden, is dit met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2021.
Als deze goedkeuring toch niet komt, zullen de percentages van de BIK met terugwerkende kracht tot 1 januari 2021 worden verhoogd. Bij grote investeringen in een jaar wordt de korting tot € 5 miljoen in dat geval 5 procent, daarboven 2,08 procent.
Belangrijkste belastingwijzigingen per 1 januari 2021
Wat betekent dit voor mij?-tool van Wijzer in Geldzaken