Dat schrijft de staatssecretaris in een Nota naar aanleiding van het verslag bij de wijziging van het wetsvoorstel Belastingplan 2021 (novelle).
RVO heeft aangegeven de voorgestelde wijzigingen uitvoerbaar te achten als er duidelijkheid over de regeling vóór 1 februari 2021 komt. Het loket kan dan nog steeds op 1 september 2021 worden geopend. Het kabinet zet alles op alles om deze duidelijkheid tijdig te verkrijgen.
De novelle van 3 december 2020 strekt tot aanpassing van de in het wetsvoorstel Belastingplan 2021 opgenomen regeling inzake de Baangerelateerde investeringskorting (BIK).
De BIK heeft tot doel eraan bij te dragen dat bedrijven tijdens de huidige economische crisis blijven investeren. Ingevolge deze regeling kunnen bedrijven een percentage van hun investeringen in
mindering brengen op hun afdracht loonheffing (loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen).
De BIK is een maatregel die ertoe moet bijdragen dat Nederland weer zo snel mogelijk uit de crisis komt. Daarom is het van belang dat de BIK zo snel mogelijk in werking treedt om de door het CPB geraamde teruggang in de private investeringen waar mogelijk tegen te gaan. Een inwerkingtreding later dan 1 januari 2021 doet dan ook afbreuk aan het gewenste doel.
Fiscale eenheid
In het wetsvoorstel is op onderdelen voor de BIK aansluiting gezocht bij de fiscale eenheid in de zin van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. Dat leidt ertoe dat de BIK-afdrachtvermindering op eenzelfde wijze uitwerkt voor een onderneming die wordt gedreven binnen een fiscale eenheid waarbij personeel en bedrijfsmiddelen niet altijd in dezelfde rechtspersoon zijn ondergebracht, als voor een onderneming die wordt gedreven in één rechtspersoon.
Met deze novelle wordt de aansluiting bij de fiscale eenheid uit de BIK gehaald waardoor de regeling niet meer kan worden toegepast op het niveau van een fiscale eenheid, maar alleen op het niveau van een individuele vennootschap. In deze novelle wordt tegelijkertijd de mogelijkheid opgenomen om die aansluiting alsnog te introduceren met dien verstande dat die introductie
in werking treedt op een bij koninklijk besluit te bepalen datum, indien dat besluit na 31 december 2020 wordt gepubliceerd met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2021. Dit koninklijke besluit wordt pas vastgesteld als de Europese Commissie de BIK heeft goedgekeurd met inbegrip van de aansluiting bij de fiscale eenheid.
Door te kiezen voor de in de novelle voorgestelde route wordt in ieder geval op 1 januari 2021 gestart met een BIK die ondanks het feit dat de aansluiting bij de fiscale eenheid vooralsnog ontbreekt, een positief effect zal hebben op de investeringen.
Indien onverhoopt definitief niet zou kunnen worden aangesloten bij de fiscale eenheid zou mogelijk circa een kwart van de oorspronkelijk kwalificerende investeringen definitief niet kwalificeren voor de BIK.
Percentages eerste en tweede schijf
Om een vergelijkbare effectiviteit van de BIK te realiseren, ligt het in die situatie voor de hand de daaraan verbonden budgettaire middelen in te zetten binnen de BIK, door de percentages voor zowel de eerste als de tweede schijf evenredig te verhogen (eerste schijf: van 3,9 naar 5 procent; tweede schijf van 1,8 naar 2,8 procent).
Als onverhoopt de goedkeuring niet wordt verkregen kan dit ook bij koninklijk besluit. Indien dat besluit na 31 december 2020 wordt gepubliceerd zal dat met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2021 plaatsvinden. Deze novelle voorziet in die mogelijkheid.
De verhoogde percentages zijn zo herberekend dat de verdeling mkb-/grootbedrijf gehandhaafd blijft op 65 procent/35 procent.
Administratieplicht
Van de gelegenheid wordt gebruikgemaakt om een wijziging van meer technische aard in de administratieplicht van de BIK-inhoudingsplichtige voor te stellen waardoor het voor de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) mogelijk wordt om direct na de aanvraag de benodigde inzage in (stukken uit) de bijbehorende administratie te krijgen.
RVO richt het aanvraagformulier zodanig in dat een inhoudingsplichtige geen administratie of bewijsstukken hoeft aan te leveren bij de aanvraag. Dit levert de ondernemer een flinke tijdsbesparing op.
Voor een goede beoordeling van een ingediende aanvraag kan het in enkele gevallen nodig zijn dat RVO gegevens moet opvragen. In de huidige formulering hoeft de aanvrager die informatie pas beschikbaar te hebben nadat de aanvraag is goedgekeurd en de BIK-verklaring is afgegeven.
De in deze novelle voorziene wijzigingen in de BIK-regeling zijn uitvoerbaar voor zowel RVO als de Belastingdienst.
Voor RVO geldt, dat indien er definitieve duidelijkheid van de regeling vóór 1 februari 2021 komt, RVO de voorgestelde wijzigingen uitvoerbaar acht. Schuift deze termijn op naar achteren, dan komt de openingsdatum van het loket op 1 september 2021 in gevaar.
Overschrijding budget
In de BIK-regeling is voorzien in een toetsmoment aan het einde van 2021 om te kijken of op basis van de tot dan toe gedane aanvragen blijkt dat het budgettair beslag over 2021 naar
verwachting de beschikbare € 2 miljard voor 2021 (fors) onderschrijdt of overschrijdt. Als dat het geval is worden de percentages voor de BIK voor het jaar 2022 bij ministeriële regeling opwaarts dan wel neerwaarts bijgesteld. Het voorstel voor de BIK voorziet in die mogelijkheid.
Als blijkt dat het budgettair beslag over 2021 zo groot is dat het voor de beide jaren totale budgettaire budget van € 4 miljard wordt overschreden, kunnen de percentages voor 2022 op nihil worden gesteld. Daarmee wordt feitelijk de BIK-regeling beëindigd. RVO heeft aangegeven in de uitvoeringtoets dat het gedurende een jaar terugdraaien, de regeling onuitvoerbaar maakt.
Nota naar aanleiding van het verslag wijziging van het wetsvoorstel Belastingplan 2021
Baangerelateerde investeringskorting: werking en effectiviteit