In het besluit staan fiscale tegemoetkomingen naar aanleiding van de coronacrisis.
Het besluit van 29 september 2020 verlengt termijnen van verschillende bestaande goedkeuringen. Ook worden enkele nieuwe onderwerpen toegevoegd:
- Reisaftrek in de inkomstenbelasting (onderdeel 11.2);
- Voorkomen van dubbele meldingen vanwege het feit dat niet alle lidstaten gebruikmaken van de mogelijkheid de termijnen voor het melden van constructies te verschuiven (onderdeel 13.2).
Reisaftrek
De staatssecretaris van Financiën keurt voor het belastingjaar 2020 onder voorwaarde goed dat een wijziging in het reispatroon van de belastingplichtige als gevolg van de coronacrisis niet leidt tot een wijziging in de hoogte van de reisaftrek.
Voor het voldoen aan de voorwaarden voor de reisaftrek en de berekening van de hoogte van de reisaftrek mag worden uitgegaan van het reispatroon dat zou hebben plaatsgevonden als geen sprake was geweest van de maatregelen ter bestrijding van de coronacrisis.
Per 1 januari 2021 vervallen
Diverse onderdelen hebben een vervaldatum gekregen:
- Betalingsverzuimboetes (onderdeel 4);
- Bepaalde wettelijke administratieve verplichtingen rondom de loonheffingen (onderdeel 6.1);
- Ongewijzigd doorlopen vaste reiskostenvergoedingen en andere vaste vergoedingen in de loonheffingen (onderdeel 6.2);
- Uitstel publicatieplicht financiële gegevens ANBI’s (onderdeel 12).
De onderdelen 4 (Betalingsverzuimboeten), 6.1 (Administratieve verplichtingen), 6.2 (Ongewijzigd doorlopen vaste reiskostenvergoedingen en andere vaste vergoedingen), 6.3 (Gebruikelijk loon 2020 AB-houders) vervallen met ingang van 1 januari 2021.
Onderdeel 4 blijft van toepassing ten aanzien van verzuimboeten die uiterlijk op 31 december 2020 zijn opgelegd.
Het tijdelijke uitstelbeleid is aangevuld met de afbouw daarvan (onderdelen 3, 4 en 5).
Betalingsverzuimboeten
De staatssecretaris keurt goed dat verzuimboeten voor betalingsverzuimen begaan in de periode van 12 maart 2020 tot aan de datum waarop het uitstel van betaling van dit besluit eindigt, worden geacht niet te zijn opgelegd. Als een verzuimboete wordt opgelegd, zorgt de ontvanger ervoor dat deze ambtshalve wordt vernietigd.
Administratieve verplichtingen
De staatssecretaris van Financiën keurt goed dat de Belastingdienst een soepel standpunt inneemt als een werkgever of werknemer in 2020 vanwege de coronamaatregelen een wettelijke administratieve verplichting in redelijkheid niet, niet tijdig of niet volledig nakomt en dit voor zover mogelijk herstelt zodra dat kan, bijvoorbeeld de identificatieplicht.
Vaste reiskostenvergoeding
De staatssecretaris keurt goed dat een werkgever gedurende het jaar 2020 voor een vaste reiskostenvergoeding geen gevolgen verbindt aan een wijziging in het reispatroon van een werknemer. De werkgever kan deze goedkeuring ook toepassen voor een vaste reiskostenvergoeding met nacalculatie. Dit betekent dat de werkgever voor deze periode mag blijven uitgaan van de aangenomen feiten waar de vergoeding op gebaseerd is.
Verder keurt de staatssecretaris goed dat een werkgever gedurende het jaar 2020 ook andere vaste vergoedingen ongewijzigd voortzet en daarvoor blijft uitgaan van de aangenomen feiten waar de vergoeding op gebaseerd is.
Deze goedkeuringen gelden niet voor een vergoeding voor extraterritoriale kosten volgens de bewijsregel als bedoeld in artikel 10ea van het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965.
De goedkeuringen zien alleen op vaste vergoedingen waarop de werknemer uiterlijk op 12 maart 2020 een onvoorwaardelijk recht kreeg.
Als een recht op een vaste reiskostenvergoeding afhankelijk was van een keuze van de werknemer, zoals bij een cafetariasysteem, moet de werknemer zijn keuze uiterlijk op 12 maart 2020 hebben gemaakt.
Gebruikelijk loon
De staatssecretaris keurt onder voorwaarden goed dat het gebruikelijk loon over 2020 wordt bepaald volgens de navolgende berekeningen. Het gaat daarbij om de omzet exclusief de omzetbelasting.
Gebruikelijk loon 2020 = A x B/C
A = het gebruikelijk loon over 2019
B = de omzet over de eerste vier kalendermaanden van 2020
C = de omzet over de eerste vier kalendermaanden van 2019
Voorwaarden
Voor deze goedkeuring gelden de volgende drie voorwaarden.
- De rekening-courantschuld of het dividend neemt niet toe als gevolg van het lagere gebruikelijk loon.
- Als de AB-werknemer feitelijk meer loon heeft genoten dan volgt uit bovenstaande berekeningen, geldt dat hogere loon. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen als een BV voor de AB-werknemer gebruikmaakt van de Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (NOW). Een eventuele uitkering op grond van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) vormt geen genoten loon uit de dienstbetrekking en heeft daarom geen gevolgen voor het gebruikelijk loon.
- Deze goedkeuring geldt niet voor zover de omzet in het jaar 2019 of 2020 beïnvloed is door andere bijzondere oorzaken, zoals oprichting, staking, fusie, splitsing en bijzondere resultaten.
Het besluit van 16 juni 2020, nr. 2020-12560 is ingetrokken.
Besluit van 29 september 2020, nr. 2020-19833