Het Besluit noodmaatregelen coronacrisis van 8 mei 2020 is een actualisatie van het besluit van 22 april 2020, nr. 2020-8499, Stcrt. 23814. Ten opzichte van het vorige besluit zijn de volgende onderwerpen toegevoegd:
- Termijn indienen teruggaaf EB en ODE (onderdeel 2.5);
- Gebruikelijk loon (onderdeel 6.3);
- Werkkostenregeling (onderdeel 6.4);
- Urencriterium (onderdeel 8.2);
- Fiscale reserve (onderdeel 8.3);
- Eigenwoningrente (onderdeel 11).
Daarnaast is onderdeel 6.1 verduidelijkt en zijn onderdelen gegroepeerd en vernummerd.
Het besluit van 22 april 2020, nr. 2020-8499, Stcrt. 23814 is ingetrokken.
De onderwerpen gebruikelijk loon en de werkkostenregeling komen hierna aan de orde.
1 Gebruikelijk loon 2020
AB-werknemers, zoals een directeur-grootaandeelhouder van een BV, genieten een gebruikelijk loon. Dit is wettelijk geregeld in de gebruikelijkloonregeling. De hoogte van het gebruikelijk loon is afhankelijk van de relevante feiten en omstandigheden, zoals de beloning bij vergelijkbare dienstbetrekkingen.
De coronacrisis leidt tot knelpunten bij de vaststelling van een gebruikelijk loon. De staatssecretaris van Financiën geeft daarom een tijdelijke goedkeuring uit te brengen.
Bij omzetdalingen mag het gebruikelijk loon in 2020 evenredig lager zijn. Daarmee is een verlaging van het gebruikelijk loon in veel gevallen eenvoudig vast te stellen zonder overleg met de inspecteur. De rechtszekerheid wordt hiermee gediend.
Goedkeuring
De staatssecretaris keurt onder voorwaarden goed dat het gebruikelijk loon over 2020 wordt bepaald volgens de navolgende berekeningen. Het gaat daarbij om de omzet exclusief de omzetbelasting.
Gebruikelijk loon 2020 = A x B/C
A = het gebruikelijk loon over 2019
B = de omzet over de eerste vier kalendermaanden van 2020
C = de omzet over de eerste vier kalendermaanden van 2019
Voorwaarden
Voor deze goedkeuring gelden de volgende drie voorwaarden.
- De rekening-courantschuld of het dividend neemt niet toe als gevolg van het lagere gebruikelijk loon.
- Als de AB-werknemer feitelijk meer loon heeft genoten dan volgt uit bovenstaande berekeningen, geldt dat hogere loon. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen als een BV voor de AB-werknemer gebruikmaakt van de NOW-regeling. Een eventuele uitkering op grond van de Tozo-regeling vormt geen genoten loon uit de dienstbetrekking en heeft daarom geen gevolgen voor het gebruikelijk loon.
- Deze goedkeuring geldt niet voor zover de omzet in het jaar 2019 of 2020 beïnvloed is door andere bijzondere oorzaken, zoals oprichting, staking, fusie, splitsing en bijzondere resultaten.
Deze goedkeuring kan meebrengen dat het loon van de AB-werknemer lager is dan € 46.000, 75% van het loon van de meest vergelijkbare dienstbetrekking of het loon van de meestverdienende werknemer.
Deze goedkeuring leidt niet tot een hoger gebruikelijk loon en de wettelijke mogelijkheden blijven gelden om een lager gebruikelijk loon aannemelijk te maken.
Overleg met inspecteur niet nodig
Betrokkenen kunnen deze goedkeuring zonder overleg met de inspecteur toepassen. Desgewenst kunnen betrokkenen in andere gevallen overleggen met de bevoegde inspecteur over de toepassing van de gebruikelijkloonregeling in hun situatie. Dat geldt ook voor situaties die niet (rechtstreeks) onder deze goedkeuring vallen, maar waar wel knelpunten optreden.
Maatwerkoplossingen
Bij bijzondere situaties passen maatwerkoplossingen. Zo kan bij een verliessituatie van de vennootschap de goedkeuring leiden tot een lager gebruikelijk loon. In geval van bijkomende omstandigheden is het mogelijk een (nog) lager gebruikelijk loon vast te stellen.
2 Werkkostenregeling
Via de vrije ruimte van de werkkostenregeling kunnen werkgevers vergoedingen en verstrekkingen aan hun werknemers geven zonder dat deze belast worden. Werkgevers kunnen zelf bepalen waaraan en óf zij de vrije ruimte willen besteden, voor zover dit gebruikelijk is. De vrije ruimte is sinds 1 januari 2020 1,7% van de fiscale loonsom tot en met € 400.000 plus 1,2% van het restant van die loonsom.
De vrije ruimte wordt voor de eerste € 400.000 van de fiscale loonsom per werkgever eenmalig en tijdelijk verhoogd naar 3 procent voor het jaar 2020. Dit kan ook steun geven aan sectoren die getroffen zijn door de crisis.
Goedkeuring
Vooruitlopend op wijziging van artikel 31a, derde lid, van de Wet LB keurt de staatssecretaris goed dat voor het jaar 2020 in artikel 31a, derde lid, onderdeel a, van de Wet LB ‘1,7%’ en ‘€ 6.800’ gelezen worden als ‘3%’ en ‘€ 12.000’.
In de wettekst staat het volgende:
Artikel 31a, lid 3:
3 De vrije ruimte bedraagt:
a. 1,7% van het loon waarover (…) belasting wordt geheven met een maximum van € 6800, vermeerderd met:
b. 1,2% van het loon waarover (…) belasting wordt geheven voor zover dat loon meer bedraagt dan € 400.000.
Besluit noodmaatregelen coronacrisis van 8 mei 2020