Werkgevers betalen sinds 1 januari 2020 als gevolg van de Wet arbeidsmarkt in balans (Wab), een lage WW-premie voor vaste contracten en een hoge WW-premie voor flexibele contracten.
Hoge WW-premie bij overwerk
In het verlengde daarvan is in artikel 2.3, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit Wfsv opgenomen dat werkgevers met terugwerkende kracht alsnog de hoge WW-premie moeten afdragen voor vaste werknemers die in een kalenderjaar meer dan 30 procent hebben overgewerkt.
Vanwege het coronavirus leidt deze bepaling nu tot onbedoelde effecten in sectoren waar veel extra overwerk nodig is, zoals de zorg. De Stichting van de Arbeid heeft daarom verzocht deze regeling aan te passen en het kabinet heeft dit toegezegd.
Kalenderjaar 2020
Om deze onbedoelde effecten weg te nemen regelt dit besluit een tijdelijke afwijking van artikel 2.3, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit Wfsv. Hierdoor zal in kalenderjaar 2020 op basis van de 30%- herzieningssituatie de lage WW-premie niet worden herzien.
Generieke oplossing
Omdat een gerichte sectorale maatregel zeer bewerkelijk voor de uitvoering is, is ervoor gekozen een generieke uitzondering te maken voor de toepassing van de 30% herzieningssituatie. Een generieke oplossing geldend voor alle werkgevers, voorkomt daarnaast discussie over wie er wel of niet onder de uitzondering moet vallen.
Een generieke uitzondering voor de 30% herzieningssituaties zorgt ervoor dat er minder WW-premies afgedragen worden.
Terugwerkend tot 1 januari
Aangezien de 30% herzieningssituatie wordt opgeschort voor het gehele kalenderjaar 2020 werkt deze wijziging terug tot en met 1 januari 2020. De bepaling waarin de tijdelijke afwijking is geregeld vervalt op 1 januari 2021.
Om in de tijd van coronacrisis zo veel en zo snel mogelijk duidelijkheid aan werkgevers te geven over het niet herzien van de lage premie, treedt dit besluit zo snel mogelijk na publicatie in werking.
Het besluit is op 15 september 2020 in werking getreden.