Op Prinsjesdag 2020 presenteert het kabinet het pakket Belastingplan 2021. Welke maatregelen kunnen we op en rondom dinsdag 15 september verwachten?
1 Hogere vrije ruimte
Om werkgevers tegemoet te komen vanwege de coronacrisis, is de vrije ruimte van de werkkostenregeling (WKR) in 2020 tijdelijk verruimd van 1,7 naar 3 procent over de eerste 400.000 euro van de totale loonsom. Boven de 400.000 euro blijft de vrije ruimte op 1,2 procent. De verwachting is dat met Prinsjesdag wordt aangekondigd dat de vrijstelling tot 400.000 euro vanaf 2021 weer teruggaat naar 1,7 procent.
2 Geen herziening WW-premie
Werkgevers betalen sinds 1 januari 2020 een lage WW-premie voor vaste contracten en een hoge WW-premie voor flexibele contracten. Werkgevers moeten met terugwerkende kracht alsnog de hoge WW-premie afdragen voor vaste werknemers die in een kalenderjaar meer dan 30 procent hebben overgewerkt. Deze bepaling heeft onbedoelde effecten in de zorg en andere sectoren waar vanwege het coronavirus veel extra overwerk nodig is. Daarom is er een tijdelijke generieke uitzondering: een werkgever hoeft over het jaar 2020 de WW-premie op grond van deze situatie niet te herzien.
Vanaf 1 januari 2021 zal de herzieningssituatie weer in werking treden. Deze wijziging vereist een tijdelijke aanpassing van het Besluit Wfsv. De gewijzigde tekst is wellicht rond Prinsjesdag 2020 bekend.
Overwerk en premiedifferentiatie – lage premie in 2020 niet herzien
3 Verrekenmethode lonen directeuren
Nederland geeft in veel belastingverdragen voor actieve inkomsten een vrijstelling om dubbele belasting te voorkomen. Op directeurs- en commissarissenbeloningen is in de meeste verdragen echter de verrekeningsmethode van toepassing. Bij deze methode vindt een vermindering van de Nederlandse belasting met de buitenlandse belasting plaats. Als de buitenlandse belasting hoger is, betaalt de Belastingdienst niets bij.
De meeste belastingverdragen schrijven de verrekenmethode voor, maar het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 past een vrijstelling toe op buitenlands loon. Dit loon moet dan wel in het buitenland zijn belast.
De staatssecretaris vindt dat de lonen van directeuren en commissarissen onder de verrekenmethode moeten vallen. Deze werknemers kunnen hun werkzaamheden namelijk vaak verrichten in Nederland. De staatssecretaris wil daarom het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 aanpassen.
4 Bonus zorgpersoneel
Het kabinet wil dat zorgprofessionals en het ondersteunend personeel, die hebben bijgedragen aan de strijd tegen het coronavirus, onder voorwaarden een nettobonus krijgen van €1.000. De wetgever moet dit op fiscaal gebied gaan regelen. Het streven is om het aanvraagloket in oktober 2020 open te stellen.
Ook komt er in 2021 in plaats van een extra loonsverhoging voor zorgmedewerkers, een ‘coronabonus’. Dat bevestigen bronnen in Den Haag. Het zou gaan om een eenmalige bonus van 500 euro.
5 S&O-afdrachtvermindering en publieke kennisinstelling
De S&O-afdrachtvermindering is gericht op het stimuleren van speur- en ontwikkelingswerk door private bedrijven. Publieke kennisinstellingen konden tot 2014 voor S&O-afdrachtvermindering in aanmerking komen als zij speur- en ontwikkelingswerk verrichten in opdracht en voor rekening van een onderneming of een samenwerkingsverband van ondernemingen. Met ingang van 2015 is deze mogelijkheid vervallen.
Publieke kennisinstellingen kunnen echter ook zelf een onderneming drijven en als zij speur– en ontwikkelingswerk verrichten in aanmerking komen voor S&O-afdrachtvermindering.
Het kabinet heeft aangegeven deze regelgeving te verduidelijken in het Belastingplan 2021.
6 Lager tarief aftrekposten in inkomstenbelasting
In het Belastingplan 2019 staat dat het aftrektarief van een aantal aftrekposten in de inkomstenbelasting stapsgewijs wordt verlaagd. De belangrijkste hiervan is de eigenwoningrenteaftrek. De andere aftrekposten die hieronder vallen zijn:
- de ondernemersaftrek (onder meer zelfstandigenaftrek, meewerkaftrek, S&O-aftrek);
- de MKB-winstvrijstelling;
- de terbeschikkingstellingsvrijstelling;
- persoonsgebonden aftrekposten (onder meer alimentatie, specifieke zorgkosten, giften).
Met ingang van 2021 is het percentage waartegen deze posten aftrekbaar zijn nog 43 procent (nu 46 procent). Verdere daling vindt plaats in 2022 en 2023.
7 Heffingsmoment aandelenoptierechten start-ups
Als werkgevers aandelenoptierechten aan werknemers toekennen, vormt het met dit optierecht behaalde voordeel loon op het moment dat het recht wordt uitgeoefend. Sinds 2018 bestaat een speciale regeling voor aandelenoptierechten toegekend aan innovatieve starters: tot maximaal €50.000 van het voordeel verkregen bij de uitoefening van deze optie(s) wordt slechts voor 75 procent als loon aangemerkt.
Belasting is verschuldigd op het moment van uitoefenen van het optierecht (en dus verkrijging van de aandelen). Op dat moment is echter niet altijd voldoende liquiditeit bij de werknemer aanwezig om de verschuldigde belasting te voldoen.
Het kabinet wil de regeling aanpassen, waarbij het moment van belastingheffing wordt verplaatst naar het moment van vervreemding van de aandelen die met de aandelenopties zijn verkregen. Hierdoor moet het volgens het kabinet aantrekkelijker worden om voor start-ups of scale-ups te gaan werken. De aangepaste regeling komt in het Belastingplan en treedt naar verwachting op 1 januari 2021 in werking.
8 Overgangsregeling levensloopregeling
Het kabinet heeft de levensloopregeling op 1 januari 2012 afgeschaft. Met de levensloopregeling konden werknemers een deel van hun brutosalaris sparen voor onbetaald verlof of om eerder te stoppen met werken. Een overgangsregeling loopt tot 1 januari 2022 voor belastingplichtigen die destijds ten minste een levenslooptegoed hadden van €3.000. Een op dat moment niet opgenomen levenslooptegoed wordt direct voor de AOW-datum of pensioendatum belast.
Het overgangsrecht eindigt in ieder geval op 31 december 2021. Vanaf dan wordt een niet opgenomen levenslooptegoed direct belast.
Het kabinet is waarschijnlijk van plan de overgangsregeling voor de levensloopregeling aan te passen. Wat dit exact inhoudt wordt waarschijnlijk met Prinsjesdag bekend.
9 Wijziging eigenwoningforfait uitzendregeling
De uitzendregeling heeft betrekking op belastingplichtigen die minimaal één jaar een eigen woning hebben gehad en daarna tijdelijk ergens anders zijn gaan wonen. Meestal gaat het hier om uitzending door de werkgever naar het buitenland. De woning in Nederland blijft onder voorwaarden een eigen woning. Ook het eigenwoningforfait blijft van toepassing. Hiervoor geldt echter een afwijkend percentage.
Het eigenwoningforfait is op 1 januari 2020 verlaagd en dat heeft ook zijn uitwerking op het eigenwoningforfait voor de uitzendregeling. In de wet lijkt hierbij echter iets niet helemaal goed te zijn gegaan. Het kabinet heeft aangekondigd deze onbedoelde wijziging te gaan repareren.
10 Excessief lenen
Veel aandeelhouders met een aanmerkelijk belang (5 procent of meer) in een vennootschap – meestal een bv – lenen geld van de eigen vennootschap. Recent is het wetsvoorstel ‘excessief lenen’ naar de Tweede Kamer gegaan. Vanwege de coronacrisis heeft het kabinet besloten de invoering een jaar uit te stellen. De nieuwe regeling moet op 1 januari 2023 ingaan. Dit wetsvoorstel wordt los van het Belastingplan 2021 behandeld, maar heeft gevolgen voor het Nederlandse belastingklimaat en staat daardoor in verband met de wijzigingen uit het Belastingplan.
11 Wet Bedrag ineens, RVU en verlofsparen
Het wetsvoorstel Wet Bedrag ineens, RVU en verlofsparen is onderdeel van het pensioenakkoord. Hierbij krijgen deelnemers vanaf 2022 het recht om bij pensionering maximaal tien procent van de waarde van het opgebouwde ouderdomspensioen op te nemen als ‘bedrag ineens’. De resterende pensioenuitkering gaat dan naar evenredigheid omlaag. Het bedrag ineens is vrij besteedbaar. Dit keuzerecht gaat ook gelden voor het pensioen in eigen beheer, het nettopensioen en lijfrenten.
Verder kunnen werkgevers straks om met oudere werknemers afspraken maken over eerder stoppen met werken, zonder dat hierover strafheffing is verschuldigd.
Het wetsvoorstel is begin september bij de Tweede Kamer ingediend.
Wetsvoorstel bedrag ineens, RVU en verlofsparen gepubliceerd
Uitgelekte plannen
Naast de coronabonus van 500 euro voor zorgpersoneel is nu onder meer het volgende uitgelekt:
- De inkomstenbelasting in de eerste schijf, tot 68.500 euro bruto per jaar, gaat iets omlaag.
- De arbeidskorting, een belastingvoordeel voor alle werkenden, gaat omhoog.
- De zelfstandigenaftrek wordt verder verlaagd. Dit belastingvoordeel voor zzp’ers daalde al van 7.200 euro dit jaar naar 5.000 euro in 2028. Dat wordt nu 3.200 euro.
Bron: NU.nl