Ouders hebben na het verlies van hun baan nog drie maanden recht op kinderopvangtoeslag. Deze
werkloosheidstermijn is erop gericht ouders de kans te geven nieuw werk te vinden, zonder dat
de kinderopvangtoeslag direct eindigt na beëindiging van de arbeid.
Jaarsystematiek
Daarnaast kan de jaarsystematiek van de kinderopvangtoeslag nog extra ruimte geven aan de
ouder. Recht op kinderopvangtoeslag wordt namelijk opgebouwd tijdens de werkzame periode
en in de eerste drie maanden van de werkloosheid.
Als na die drie maanden werkloosheidstermijn het totale opgebouwde aantal uren nog niet is opgebruikt, dan mogen ouders deze nog tot het eind van het kalenderjaar gebruiken, ook al is iemand nog steeds werkloos. Het recht op kinderopvangtoeslag kan daardoor maximaal tot 12 maanden na werkloosheid doorlopen (binnen een kalenderjaar).
Werkloosheid stijgt
De ontwikkeling op de arbeidsmarkt zorgelijk. Het kabinet spant zich er met het economische noodpakket voor in om banen en inkomens te beschermen en de negatieve gevolgen van de crisis waar mogelijk te beperken. Het is echter helaas onvermijdelijk dat deze crisis significante gevolgen zal hebben voor de economie en werkgelegenheid.
CBS meldt op basis van de cijfers van april een aanzienlijke stijging van het aantal WW-uitkeringen. De verwachting is dat de werkloosheid de komende maanden verder zal stijgen en het dus moeilijker zal zijn om nieuw werk te vinden.
Zes maanden
De werkloosheidstermijn is in 2015, 2016 en 2017 verlengd van drie naar zes maanden. De
verwachting was dat zes maanden beter zouden aansluiten bij de gemiddelde zoekduur naar een
nieuwe baan.
Het CBS heeft het effect van de verlenging onderzocht en de resultaten leken er op
te wijzen dat dit slechts een beperkt effect heeft gehad op het gebruik van kinderopvang. Dit werd mogelijk ook veroorzaakt door de ruimte die de jaarsystematiek vaak ook al biedt om een aantal maanden langer kinderopvang te gebruiken bij werkloosheid. De jaarsystematiek kan ook nu aan ouders ruimte geven om langer dan drie maanden de kinderopvang te behouden.
Geen verlenging
Gegeven de ruimte die de bestaande werkloosheidstermijn en de jaarsystematiek al bieden, en
gegeven de beperkte effecten in het verleden, de onzekerheid over het economische beeld en het
effect daarvan op wachtlijsten, vindt de staatssecretaris het niet passend om de werkloosheidstermijn te
verlengen.
Beantwoording Kamervragen over kinderopvangtoeslag in werkloosheid tijdens de coronacrisis