Als de werkgever zonder deugdelijke grond zijn poortwachtersverplichtingen niet is nagekomen, legt UWV een loondoorbetalingsverplichting van maximaal 52 weken. Uitgangspunt is dat de beoordeling van het re-integratieverslag (RIV) binnen de grenzen van de redelijkheid plaats vindt.
Door de coronacrisis kunnen er situaties zijn dat de verplichtingen rond het RIV over die grens dreigen te gaan. Vastgesteld moet worden of – gezien de bijzondere omstandigheden – in alle redelijkheid voldoende aan re-integratie is gedaan en/of de verwachte procesgang wel/niet gevolgd kon worden.
Uitgangspunt van de beoordeling door UWV is nog steeds de Werkwijzer Poortwachter.
1 Maatwerk
Als de beoordeling van het re-integratieverslag leidt tot de conclusie dat er onvoldoende re-integratie-inspanningen worden geleverd, moet er echter rekening mee worden houden met de maatregelen die genomen zijn in het kader van het coronavirus. Dit betekent maatwerk. Wat houdt dat in?
De werkgever moet beschrijven hoe de situatie in zijn bedrijf als gevolg van het coronavirus van invloed is (geweest) op het re-integratieproces of het herstel hiervan. Op grond hiervan moet de arbeidsdeskundige van UWV de plausibiliteit beoordelen en vaststellen of er voldoende argumenten zijn om een deugdelijke grond aan te nemen.
Als er redenen zijn om de door de bedrijfsarts vastgestelde belastbaarheid aan de verzekeringsarts voor te leggen, kan dat voor de verzekeringsarts betekenen dat hij met beperkte onderzoeksmiddelen zo goed mogelijk helder moet krijgen of de beoordeling van de belastbaarheid door de bedrijfsarts gevolgd kan worden of niet.
De procesbegeleider en teamondersteuner toetsen of het RIV compleet is. Indien documenten niet meegestuurd zijn of niet volledig ingevuld zijn, beoordelen zij of het ontbreken van de betreffende documenten vanwege de coronamaatregelen acceptabel is. Dit kan alleen wanneer op de stukken is uitgelegd waarom deze niet volledig zijn ingevuld of wanneer in een begeleidende brief wordt uitgelegd waarom bepaalde documenten ontbreken.
Van belang bij dit alles is om ook aandacht te houden voor de positie van de werknemer.
2 Beoordelen RIV
RIV is wel of niet compleet:
- In principe ongewijzigd beleid omdat informatie ook elektronisch uitgewisseld kan worden, ook als bijvoorbeeld sprake is van een gedwongen bedrijfssluiting.
- Fysieke handtekeningen op documenten zijn niet nodig. De werknemer kan in de daarvoor bestemde documenten (of in RIV of op de aanvraag) zijn visie op de re-integratie verwoorden.
- Als de termijn tot completering, die 5 werkdagen is, door het coronavirus dreigt te worden overschreden, is als de tijdigheid RIV/WIA dit toelaat enige coulance aan de orde. In de Werkwijzer poortwachter staat: wanneer een dringende reden is dat niet voldaan kan worden aan het binnen 5 werkdagen leveren van de ontbrekende informatie, overleg met UWV wat mogelijk is.
Inhoudelijke beoordeling RIV
- Meer informatie is nodig maar de werkgever kan niet bereikt worden, bijvoorbeeld als gevolg van bedrijfssluiting of ziekte.
- Van de werkgever mag worden verwacht dat hij administratieve handelingen gewoon uitvoert, zoals dat ook bij bedrijfssluitingen wegens vakantie het geval is.
- Contacten en onderzoeken door bijvoorbeeld arbeidsdeskundige kunnen telefonisch worden ingezet/uitgevoerd en zo nodig in een later stadium worden aan-/ingevuld door daadwerkelijke fysieke acties.
- Als een werkgever op geen enkele wijze kan worden bereikt, wordt maatwerk geleverd. Daarbij wordt zo nodig rekening gehouden met het feit dat de werkgever zich niet op de situatie heeft kunnen voorbereiden.
- Zoveel mogelijk het RIV beoordelen op basis van de gegevens van de bedrijfsarts. De arbeidsdeskundige overlegt nog steeds met de verzekeringsarts in de hiervoor aangewezen situaties, de verzekeringsarts neemt zo nodig contact op met de bedrijfsarts maar als de gegevens van de bedrijfsarts ook maar enigszins plausibel zijn, neemt UWV dit als uitgangspunt voor de RIV-toets.
Verschil van inzicht
Indien er een verschil van inzicht is met de bedrijfsarts en dit verschil ook na telefonisch overleg met de bedrijfsarts blijft bestaan:
- De verzekeringsarts probeert dan of via een telefonisch spreekuur voldoende informatie verzameld kan worden om te onderbouwen dat sprake is van een andere belastbaarheid dan die door de bedrijfsarts aangegeven en sinds wanneer dat is. De arbeidsdeskundige beargumenteert vervolgens of eventueel re-integratiekansen zijn gemist.
- Indien het niet mogelijk is om telefonisch (via werknemer en bedrijfsarts) voldoende informatie te verzamelen om dit te onderbouwen omdat hiervoor een fysiek spreekuur nodig zou zijn, dan uitgaan van de belastbaarheid zoals beschreven door de bedrijfsarts. De arbeidsdeskundige beoordeelt of er uitgaande van deze belastbaarheid eventueel re-integratiekansen zijn gemist. Het risico bestaat dan dat, indien uit dit onderzoek blijkt dat er geen gemiste re-integratiekansen zijn, in deze situatie mogelijk onterecht geen verlengde loondoorbetalingsverplichting wordt opgelegd.
Deugdelijke grond
In principe blijft het beoordelen van de deugdelijke grond staan zoals in de Werkwijzer Poortwachter is beschreven. In verband met het coronavirus kunnen nieuwe situaties worden benoemd die mogelijk een deugdelijke grond kunnen opleveren.
De loondoorbetalingsverplichting is opgelegd om tekortkomingen in de re-integratie te herstellen. De werkgever moet hier dan ook wel toe in staat zijn en als dit als gevolg van het coronavirus niet kan, wordt geen verlengde loondoorbetalingsverplichting opgelegd:
- Werkgever motiveert in het RIV waarom en gedurende welke periode de re-integratie is gestagneerd.
- Verplichte bedrijfssluiting in verband met corona. Dit is met name aan de orde als klant re-integreert in eigen of ander werk bij de eigen werkgever. UWV verwacht wel van werkgever, dat als werknemer herplaatst kan worden conform mogelijkheden na bedrijfssluiting in passend werk, er (ook aan werknemer) sprake is van een onherroepelijke toezegging dat herplaatsing wordt gerealiseerd na heropening.
- Geen uitvoering kunnen geven aan (onderdelen van) een traject 2e spoor in verband met corona. Dit kan onder meer aan de orde zijn bij proefplaatsing/bedrijfssluiting nieuwe werkgever, uitvoeren van vrijwilligerswerk/opdoen arbeidsritme, niet beschikken over voldoende digitale vaardigheden voor begeleiding op afstand. Dit traject kan dan voor die onderdelen tijdelijk worden opgeschort tot einde corona en vraagt heroverweging en waar mogelijk bijstelling van het plan.
- Fysiek niet kunnen uitvoeren van passend werk, bijvoorbeeld door vermindering werkaanbod werkgever of het niet meer kunnen realiseren van voldoende ondersteuning op werkplek door een opgelegde coronamaatregel.
Geen deugdelijke grond
- Onvoldoende onderzoek in spoor 1; dit is alsnog uit te voeren. Mocht voor dit onderzoek gericht werkplekonderzoek nodig zijn, dan kan werkgever c.q. ingeschakelde arbeidsdeskundige zoeken naar andere manieren om dit toch te kunnen uitvoeren.
- Spoor 2 kan in principe zoveel mogelijk worden voortgezet. Re-integratiebureaus kunnen hun dienstverlening in veel gevallen ook op afstand organiseren maar dit is niet in alle situaties mogelijk. Hiermee moet rekening worden gehouden.
- Dreigende betalingsonmacht is nu en door corona geen reden om van een loondoorbetalingsverplichting af te zien. Het feit dat een werkgever niet aan zijn betalingsverplichtingen kan voldoen, kan niet betekenen dat de re-integratie-inspanningen dan als ‘voldoende’ moeten worden beschouwd. Het kan evenmin gelden als een ‘deugdelijke grond’ voor die ‘onvoldoende inspanningen’.
- Daarnaast compenseert de overheid tot maximaal 90% van de loonkosten op grond van de NOW-regeling. Voor de bekostiging van arbeidsdeskundig onderzoek en dergelijke door de werkgever, voorziet de overheid door onder meer garanties te geven voor bedrijfskredieten.
3 Beoordelen bekortingsverzoek
- Indien een werkgever laat weten een probleem te ervaren met het herstel van de tekortkomingen, adviseert UWV om een bekortingsverzoek in te dienen.
- Werkgever motiveert in het bekortingsverzoek waarom- en gedurende welke periode de re-integratie is gestagneerd.
- Voor het beoordelen van het bekortingsverzoek gelden verder dezelfde richtlijnen zoals genoemd bij het beoordelen van de deugdelijke grond en het herstel van de tekortkomingen.
4 Landelijke Loonsanctie Commissie (LLC)
Voordat UWV daadwerkelijk een verlengde loondoorbetalingsverplichting oplegt, wordt deze eerst voorgelegd aan de LLC voor een bindend advies. De LLC toetst of de op te leggen loondoorbetalingsverplichting past binnen de grenzen van de redelijkheid, of deze voldoende beargumenteerd is en of voldaan is aan verplichte procedures als hoor-en wederhoor.
De LLC zal ook waken over de grenzen van redelijkheid in relatie tot corona. De invloed die de coronasituatie heeft op het wel of niet goedkeuren van de voorgelegde verlengde loondoorbetalingsverplichtingen wordt sinds 1 april 2020 geregistreerd.
5 Na coronaperiode
Ook na deze coronaperiode moet UWV rekening houden met RIV-beoordelingen waarin een corona-stagnatieperiode zit. Dit betekent dat ook na deze periode bij de beoordeling rekening gehouden moet worden met de tijd waarin uitvoeren re-integratieactiviteiten beperkt mogelijk was. De werkgever motiveert in het RIV waarom en gedurende welke periode de re-integratie is gestagneerd.
6 Deskundigenoordelen
Tijdens de coronaperiode kunnen werkgevers en werknemers deskundigenoordelen aanvragen. Deze voert het UWV zoveel mogelijk op stukken en op afstand uit.
Het zal echter niet in alle gevallen mogelijk zijn om tot een inhoudelijk oordeel te komen, bijvoorbeeld in verband met noodzakelijk fysiek spreekuur bij een verzekeringsarts. Als dit aan de orde is, kan de werkgever bij latere RIV-beoordelingen niet worden verweten dat er bij impasse / stagnerende re-integratie geen deskundigenoordeel is aangevraagd, gedurende deze coronaperiode. Het ontslaat werkgever en werknemer echter niet van de verplichting om andere wegen te zoeken om re-integratie zoveel mogelijk voort te zetten.
Bron: UWV