In deze zaak zijn drie elkaar opvolgende tijdelijke arbeidsovereenkomsten gevolgd door een aansluitende tijdelijke uitzendovereenkomst (payrolling) met een ander bedrijf, waarbij de werknemer de werkzaamheden voor de oorspronkelijke werkgever ongewijzigd heeft voortgezet. De vraag is of een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met de oorspronkelijke werkgever is ontstaan. De Hoge Raad geeft uitsluitsel.
Wat is de situatie?
De werknemer is op 5 september 2011 als taxichauffeur bij Taxi Dorenbos in dienst getreden voor de duur van zes maanden. Deze arbeidsovereenkomst is twee keer zonder onderbreking voor bepaalde tijd verlengd. De termijn van de laatste verlenging eindigde op 4 september 2014. Op de arbeidsovereenkomsten was de CAO voor Taxivervoer (de Taxi-CAO) van toepassing.
Payroll-medewerker
De werknemer heeft op 8 augustus 2014 een gesprek gehad met het hoofd P&O van Taxi Dorenbos, en op het kantoor van Taxi Dorenbos een ‘Aanmeldformulier medewerker en contract’ van Talent4Taxi Diensten (T4T) ondertekend. Op dit formulier is de werknemer aangeduid als payroll-medewerker.
Uitzendovereenkomst
T4T heeft de werknemer op 28 augustus 2014 onder meer toegestuurd een namens T4T ondertekende arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van 5 september 2014 tot en met 4 december 2014 en een ‘uitzendbevestiging’. In die uitzendbevestiging staat dat Taxi Dorenbos opdrachtgever is. De arbeidsovereenkomst vermeldt dat het een uitzendovereenkomst is. De werknemer heeft de arbeidsovereenkomst ondertekend en aan T4T geretourneerd.
Bij e-mail van 28 november 2014 heeft T4T aan de werknemer bericht dat de arbeidsovereenkomst met drie maanden wordt verlengd tot 4 maart 2015. Medio februari 2015 heeft de werknemer van Taxi Dorenbos te horen gekregen dat Taxi Dorenbos de werknemer na 5 maart 2015 niet meer zou inzetten als chauffeur.
De werknemer heeft van 5 september 2014 tot en met 4 maart 2015 dezelfde werkzaamheden bij Taxi Dorenbos verricht als vóór die tijd.
De werknemer is per 8 mei 2015 weer bij Taxi Dorenbos aan het werk gegaan.
Wat zijn de vorderingen?
De werknemer vordert dat met ingang van 5 september 2011, althans 8 mei 2015, een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is ontstaan tussen hem en Taxi Dorenbos.
Taxi Dorenbos vordert dat de arbeidsovereenkomst op 4 september 2014 is geëindigd, althans dat geen arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is ontstaan.
De kantonrechter heeft de vordering van de werknemer toegewezen en die van Taxi Dorenbos afgewezen.
Wat zegt het hof?
Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter bekrachtigd. De verhouding tussen T4T en de werknemer is te kwalificeren als een uitzendovereenkomst.
Ketenregeling
Met de ketenregeling is beoogd te voldoen aan Richtlijn 1999/70/EG. Daarin is het uitgangspunt dat een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd de normale arbeidsverhouding is.
Vóór 1 juli 2015 mocht een tijdelijke arbeidsovereenkomst maximaal twee keer worden verlengd, waarbij de drie overeenkomsten samen de maximale duur van drie jaar niet mochten overschrijden. De Taxi-CAO bood niet de mogelijkheid van dat aantal of die duur af te wijken.
Uitvoering arbeidsverhouding
Taxi Dorenbos wilde geen arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met de werkgever aangaan, terwijl zij wel van zijn diensten gebruik wilde maken voor de resterende contractduur. Niet alleen is van belang hoe partijen de overeenkomst op schrift hebben gesteld, maar ook op welke manier zij feitelijk uitvoering hebben gegeven aan de arbeidsverhouding.
Initiatief payrollconstructie bij werkgever
Vast staat dat Taxi Dorenbos het initiatief heeft genomen om de constructie met T4T tot stand te brengen. De werknemer heeft alleen zijn handtekening gezet onder een door Taxi Dorenbos opgesteld en aan hem voorgehouden aanmeldformulier en een later toegezonden contract, waarna er materieel niets voor hem wijzigde.
De werknemer stond vanaf 5 september 2014 slechts op de ‘payroll’ van T4T, maar bleef via die arbeidsverhouding werkzaam voor Taxi Dorenbos. De door de werknemer gewerkte uren werden daarbij ter verloning niet door hem maar door Taxi Dorenbos aan T4T doorgegeven. De werknemer heeft, buiten het toesturen van enkele stukken en een e-mailbericht, steeds alleen met Taxi Dorenbos te maken gehad.
Onder bescherming uitkomen
Dat de Richtlijn niet ziet op uitzendovereenkomsten, wil niet zeggen dat het gebruik van een uitzendovereenkomst voor een payrollconstructie voor dezelfde werkgever, aansluitend op de maximale termijn dan wel het maximale aantal arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, met als enig doel om onder de met de Richtlijn beoogde bescherming uit te komen, die bescherming mag frustreren.
Omdat de payrollconstructie alleen is gehanteerd om onder de bescherming van de ketenregeling uit te komen, kan deze constructie niet verhinderen dat vanaf de eerste dag waarop de werknemer via T4T bij Taxi Dorenbos ging werken, dus op 5 september 2014, tussen de werknemer en Taxi Dorenbos een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is ontstaan.
In cassatie
Onderdeel 1 van het middel richt meerdere klachten tegen het oordeel van het hof dat sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd tussen de werknemer en Taxi Dorenbos. Dit oordeel berust, aldus het onderdeel, op een onjuiste rechtsopvatting, althans is onbegrijpelijk, omdat het hof daarmee heenstapt over de, ook volgens het hof bestaande, uitzendovereenkomst tussen de werknemer en T4T.
Wetgeving vóór Wwz
De relevante feiten in deze zaak hebben zich voorgedaan in de periode vóór 1 juli 2015, zodat de zaak moet worden beoordeeld naar het recht zoals dat gold vóór de inwerkingtreding van de Wet werk en zekerheid.
Op grond van art. 7:668a lid 1, aanhef en onder a en b, (oud) BW wordt een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd omgezet naar een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd als:
- twee of meer arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd elkaar met tussenpozen van niet meer dan drie maanden hebben opgevolgd en een periode van 36 maanden, deze tussenpozen inbegrepen, hebben overschreden, of;
- meer dan drie arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd elkaar hebben opgevolgd, met tussenpozen van niet meer dan drie maanden.
Ten nadele van de werknemer kan alleen worden afgeweken bij collectieve arbeidsovereenkomst of bij regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan.
Uitzendovereenkomst alleen op papier
De gedachtegang van het hof komt erop neer dat weliswaar op papier tussen de werknemer en T4T een uitzendovereenkomst bestond, maar dat deze overeenkomst slechts was geconstrueerd om onder de voor de werknemer uit de ketenregeling voortvloeiende bescherming uit te komen, en dat daarom van een reële uitzendovereenkomst tussen de werknemer en T4T geen sprake was.
Het oordeel van het hof geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Het is niet onbegrijpelijk en voldoende gemotiveerd, aldus de Hoge Raad.
Vierde arbeidsovereenkomst
Uitgaande van hof’s oordeel, was vanaf het moment dat de werknemer via T4T zijn werkzaamheden bij Taxi Dorenbos voortzette (te weten: 5 september 2014), in feite sprake van een vierde arbeidsovereenkomst tussen de werknemer en Taxi Dorenbos. Direct vóór 5 september 2014 was tussen de werknemer en Taxi Dorenbos al sprake geweest van drie elkaar opvolgende tijdelijke arbeidsovereenkomsten voor een periode van in totaal 36 maanden.
De Hoge Raad verwerpt het beroep van de werkgever.
Uitspraak Hoge Raad, 21 februari 2020, ECLI:NL:HR:2020:312
Ketenregeling vanaf 2020
Sinds 1 januari 2020 onder de Wet arbeidsmarkt in balans is de ketenregeling die onder de Wet werk en zekerheid vanaf 1 januari 2015 van toepassing was, weer gewijzigd.
Een tijdelijk contract gaat automatisch over in een vast contract als een werknemer meer dan 3 opvolgende tijdelijke contracten heeft gekregen. Of als een werknemer langer dan 3 jaar meerdere tijdelijke contracten bij zijn werkgever heeft gehad. In de cao kunnen andere regels staan. De pauze tussen contracten (tussenpoos) mag maximaal 6 maanden zijn.