Nu de werknemer bij het einde van zijn dienstverband heeft gekozen voor de optie transitievergoeding met voortzetting pensioenopbouw moet de kantonrechter de vraag beantwoorden of deze overeenkomst geldig is en de ex-werknemer pensioenpremie moet blijven betalen. Is er sprake van dwaling nu de werkgever hem maar twee opties bood bij het voortzetten van zijn pensioen en de premieverdeling?
Wat is de situatie?
Een man is van 1984 tot 1 mei 2017 in dienst geweest bij (de rechtsvoorganger van) Tata Steel. Op 7 oktober 2011 is hij gedeeltelijk arbeidsongeschikt geraakt. Sinds 3 juni 2014 is de werknemer volledig arbeidsongeschikt. Sinds 6 april 2016 ontvangt hij een WIA-uitkering van 100%. Op de arbeidsovereenkomst was de cao Tata Steel van toepassing.
Vanaf september 2016 hebben partijen (vergeefs) onderhandeld over de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Partijen hebben geen overeenstemming bereikt en Tata Steel heeft het UWV om een ontslagvergunning verzocht. Op 4 oktober 2016 heeft Tata Steel een ontslagvergunning van het UWV ontvangen. Tata Steel heeft de arbeidsovereenkomst opgezegd tegen 1 mei 2017.
Op grond van de ‘Aanvullingsregeling bij arbeidsongeschiktheid’ bij de cao heeft een arbeidsongeschikte werknemer na ontslag recht op de transitievergoeding indien deze hoger is dan de aanvullende uitkering. Dat was bij de werknemer het geval.
Bij brief van 19 oktober 2016 heeft Tata Steel aan de werknemer het volgende geschreven:
‘Omdat u inmiddels meer dan 2 jaar arbeidsongeschikt bent, zeggen wij met deze brief uw dienstverband op. (…) Reeds in een eerder stadium is aan u een voorstel toegelicht en overhandigd ter beëindiging van uw dienstverband (…) Nu wij uw dienstverband opzeggen, kunt u alsnog uw keuze kenbaar maken. Wij hebben voor u de twee meest gunstige opties geselecteerd als keuzemogelijkheid:
- Transitievergoeding met voortzetting pensioenopbouw €14.805,50
- Transitievergoeding zonder voortzetting pensioenopbouw €58.911,10 (…)
U kunt uw keuze aangeven op bijgaande formulier (…)’.
Bij deze brief is gevoegd een ‘Overzicht inkomen na einde dienstverband op grond van de Aanvullingsregeling (maandelijkse voortzetting AVR, Afkoop AVR en Transitievergoeding’. Rechtsonder op dit formulier staat onder het kopje ‘Transitievergoeding’ ‘pensioenpremie na einde dienstverband (WG + WN bijdr. SPH) 44.105,60’ .
Transitievergoeding en pensioenopbouw
De man heeft op 21 oktober 2016 het ‘keuzeformulier EDV na 2 jaar arbeidsongeschiktheid’ getekend geretourneerd aan Tata Steel. Op dit formulier heeft hij de optie ‘transitievergoeding met voorzetting pensioenopbouw, bedrag: € 14.805,50’ aangekruist.
De ondertekening van het keuzeformulier heeft ertoe geleid dat Tata Steel de totale aan de Stichting Pensioenfonds Hoogovens verschuldigde premie van € 44.105,60 – 100%: werkgevers- en werknemersbijdrage – heeft verrekend met de transitievergoeding van € 58.911,10 bruto.
Tata Steel heeft het resterende bedrag van € 14.805,50 bruto aan de werknemer uitgekeerd.
Het bedrag van € 44.105,60 aan pensioenpremie maakt Tata Steel tot 31 december 2021 (datum referentiepensioen) aan het pensioenfonds over.
Cao en pensioenreglement
In de cao staat: De werknemer is deelnemer aan de Pensioenregeling van de Stichting Pensioenfonds Hoogovens (…). De rechten en verplichtingen worden bepaald door de regels van de stichting”.
Op grond van het pensioenreglement 2015 versie 1.2 van juli 2016 wordt het deelnemerschap van een 100% arbeidsongeschikte deelnemer na het einde van het dienstverband voortgezet totdat het referentiepensioen is bereikt. Voor de man betekent dit voortzetting van het deelnemerschap tot 1 januari 2022.
Op grond van het meest recente pensioenreglement (versie 1.7) eindigt het deelnemerschap van de volledig arbeidsongeschikte werknemer op het moment dat de pensioendatum of de AOW-leeftijd is bereikt.
Vordering werknemer
De man vordert bij de kantonrechter dat tussen Tata Steel en de werknemer vanwege het ontbreken van wilsovereenstemming geen overeenkomst met betrekking tot het betalen van pensioenpremie van € 44.105,60 tot stand is gekomen.
Ook vordert hij dat de kantonrechter bepaalt dat de tussen Tata Steel en de werknemer op 21 oktober 2016 gesloten overeenkomst met betrekking tot de betaling van pensioenpremie van € 44.105,60 vanwege dwaling wordt vernietigd.
Geen wilsovereenstemming
De man legt aan vordering ten grondslag dat er geen sprake was van wilsovereenstemming bij ondertekening van het keuzeformulier. Hij had wel de wil om de opbouw van zijn pensioen voort te zetten, maar niet om daarvoor premie af te dragen. De afdracht van de premie betekende immers een verslechtering van zijn arbeidsvoorwaarden.
Verder heeft hij gesteld dat Tata Steel zich niet als goed werkgeefster heeft gedragen door hem deze zo zwaarwegende verslechtering voor te leggen, niet te voldoen aan haar verplichting duidelijkheid te verschaffen en niet te controleren of hij welbewust met deze verslechtering instemde.
Volgens de man is het nieuwe pensioenreglement op hem van toepassing (gebleven), ondanks het einde van de arbeidsovereenkomst. Op grond van het nieuwe reglement heeft hij recht op voortzetting van het pensioen tot aan de pensioengerechtigde leeftijd.
Voor wat betreft de premieverdeling stelt de man zich op het standpunt dat met hem niet (schriftelijk) is overeengekomen dat hij premie betaalt, zodat Tata Steel de gehele pensioenpremie voor haar rekening moet nemen. Omdat hij geen werknemer meer is van Tata Steel geldt voor hem niet de cao 2019-2021, waarin is bepaald dat de werknemersbijdrage in de pensioenpremie 30% bedraagt.
Wat zegt de werkgever?
Tata Steel betwist de vorderingen en vordert bij wijze van tegenvordering dat de kantonrechter voor recht verklaart dat:
- voor zover de werknemer op grond van het inmiddels beëindigde dienstverband vanaf 1 mei 2017 nog recht heeft op verdere pensioenopbouw bij het pensioenfonds steeds 30% van de totale, door Tata Steel te betalen pensioenpremie moet terugbetalen dan wel vergoeden.
- Zolang de man deelnemer in de zin van het pensioenreglement is, hij gehouden is om op straffe van een dwangsom van € 100.000 zijn WIA-uitkering of enige andere uitkering die hij eventueel geniet aan Tata Steel te laten overmaken en te gedogen dat Tata Steel het door de werknemer verschuldigde gedeelte van de pensioenpremie verrekent.
Meningsverschillen
In deze zaak verschillen partijen van mening over het antwoord op de volgende vragen:
- Is tussen partijen een overeenkomst in de zin van het keuzeformulier tot stand gekomen?
- Moet het keuzeformulier worden vernietigd op grond van dwaling?
- Hoe moet de pensioenpremie worden verdeeld?
- Is het nieuwe pensioenreglement op de werknemer van toepassing? Moet de pensioenopbouw van de werknemer worden voortgezet tot de AOW-leeftijd?
1 Overeenkomst?
Anders dan de werknemer heeft gesteld, oordeelt de kantonrechter dat uit geen enkele omstandigheid is gebleken dat de wil van de man op het moment van ondertekenen van het keuzeformulier niet overeenstemde met zijn verklaring (het zetten van het kruisje bij het door hem gewenste alternatief en het dag- en ondertekenen van het formulier). Dit betekent dat tussen de man en Tata Steel een overeenkomst tot stand is gekomen zoals vermeld op het keuzeformulier.
2 Dwaling?
Het beroep van de werknemer op dwaling slaagt.
Het gaat om een grote werkgever en een werknemer die de Nederlandse taal in beperkte mate machtig is. Evident is dat de materie waarop het keuzeformulier ziet complex is en dat het voor de werkgever duidelijk moet zijn geweest dat deze voor de werknemer niet goed te overzien was.
Volgens de kantonrechter heeft Tata Steel de werknemer onjuist en onvolledig voorgelicht en hem op het verkeerde been gezet door hem voor te houden dat hij voor wat betreft de voortzetting van zijn pensioen en de premieverdeling bij het einde van de arbeidsovereenkomst slechts kon kiezen uit de twee genoemde opties en die opties daarnaast te kwalificeren als ‘de twee meest gunstige opties’.
De werknemer heeft uit de brief van Tata Steel begrepen dat hij alleen deelnemer in het pensioenfonds kon blijven als hij zelf de gehele premie zou voldoen door verrekening ineens met de transitievergoeding.
De werknemer heeft onweersproken gesteld dat als Tata Steel hem volledig en juist zou hebben voorgelicht hij het keuzeformulier niet had ondertekend. Het beroep slaagt. De kantonrechter zal de overeenkomst die tot stand is gekomen door ondertekening van het keuzeformulier vernietigen.
3 Premieverdeling
Dit betekent niet dat de vordering van de werknemer tot betaling van € 44.105,60 in zijn geheel wordt toegewezen. De kantonrechter zal een bedrag van € 30.873,92 bruto toewijzen. De kantonrechter is het met Tata Steel eens dat de werknemer 30% van de pensioenpremie moet dragen.
Wat betreft het pensioen van de werknemer spelen drie partijen een rol: werknemer, Tata Steel en het pensioenfonds.
Ten aanzien van de premieverdeling is in de cao die tijdens de arbeidsovereenkomst tussen de werknemer en Tata Steel van toepassing was, niks geregeld. In het pensioenreglement is de premieverdeling geregeld.
Niet gesteld of gebleken is dat er tussen partijen een andere schriftelijke overeenkomst bestaat met betrekking tot de verdeling van de premie dan in het keuzeformulier is vastgelegd. Het keuzeformulier wordt echter vernietigd, zodat de werknemer niet op grond van het keuzeformulier gehouden is de volledige premie te betalen.
30% pensioenpremie betalen
Ondanks het ontbreken van een schriftelijke overeenkomst heeft Tata Steel tijdens het 32-jarige dienstverband van de werknemer steeds (overeenkomstig het pensioenreglement) 30% van de pensioenpremie ingehouden op het salaris van de werknemer – en op dat van alle andere werknemers – en afgedragen aan het pensioenfonds. Daartegen heeft de man nooit bezwaar gemaakt.
Tata Steel hield onder de oude AVR-regeling ook 30% van de pensioenpremie in op de aanvulling van de WIA-uitkering. Onder deze omstandigheden is de premieverdeling 30%-70% deel uit gaan maken van de rechtsverhouding tussen partijen.
Gelet op het feit dat de pensioenovereenkomst een rechtsbetrekking creëert tussen werkgever en werknemer van eigen aard die voortduurt onafhankelijk van het bestaan van de arbeidsovereenkomst, is de man ook na het einde van de arbeidsovereenkomst 30% van de premie verschuldigd.
Dit betekent dat de kantonrechter de vordering van de werknemer dat Tata Steel met ingang van 1 mei 2017 geen aanspraak kan maken op betaling van een werknemersbijdrage in de pensioenpremie afwijst.
Tot wanneer?
In deze zaak vormt (de inhoud van) het pensioenreglement door de verwijzing in de cao samen met de bepalingen in de cao de pensioenovereenkomst.
De kern van de pensioenovereenkomst is de pensioentoezegging van de werkgever aan de werknemer.
Het einde van de arbeidsovereenkomst en het feit dat de cao waarin de verwijzing naar het (nieuwe) pensioenreglement is opgenomen niet (meer) geldt voor de man, omdat hij geen werknemer meer is, brengen volgens de kantonrechter niet mee dat de rechtsverhouding tussen partijen ten aanzien van het pensioen is uitgewerkt. Die rechtsverhouding wordt voortgezet in de pensioenovereenkomst, zij het met gewijzigde hoedanigheid van partijen.
Beslissing kantonrechter
De kantonrechter vernietigt de tussen Tata Steel en de werknemer de op 21 oktober 2016 gesloten overeenkomst met betrekking tot de betaling van pensioenpremie van € 44.105,60 vanwege dwaling.
Daarnaast verklaart de rechter dat het meest recente pensioenreglement 2015 versie 1.7 van toepassing is op de man en dat de voortzetting van het deelnemerschap in het pensioenfonds pas zal eindigen onder de voorwaarden zoals bepaald in dat pensioenreglement.
De kantonrechter veroordeelt Tata Steel tot betaling van € 30.873,92.
Daarnaast veroordeelt de kantonrechter de werknemer – zolang hij op grond van het inmiddels beëindigde dienstverband met Tata Steel [(ook) vanaf 1 januari 2021] nog recht heeft op verdere pensioenopbouw bij het pensioenfonds – steeds 30% van de totale door de werkgever te betalen pensioenpremie aan Tata Steel te betalen.