Bij de overgang van onderneming hanteerde AH een zogenoemde ‘mandjesvergelijkingsmethode’. Verschillen in arbeidsvoorwaarden werden via persoonlijke toeslagen aangevuld. Toekomstige loonsverhogingen werden vervolgens (deels) verdisconteerd met de persoonlijke toeslag. Volgens FNV was dit onjuist en moest over het ‘oorspronkelijke loon’ loonsverhogingen worden doorgevoerd. Het hof is het eens met de kantonrechter.
Wat zegt FNV?
FNV heeft bij de kantonrechter gevorderd dat AH de persoonlijke toeslagen, die zij na een ‘mandjesvergelijking’ toekent aan werknemers die na een overgang van onderneming bij haar in dienst zijn gekomen, niet mag afbouwen en moet verhogen met loonsverhogingen op grond van de cao voor personeel van grootwinkelbedrijven in levensmiddelen (VGL-cao).
Daarnaast heeft FNV gevorderd dat AH wordt veroordeeld aan alle werknemers die sinds 2011 te maken hebben gehad met de ‘mandjesvergelijking’ te berichten dat de persoonlijke toeslag niet mocht worden afgebouwd en moet worden verhoogd met de loonsverhogingen van de VGL-cao, en om aan al die werknemers berekeningen te verstrekken van de verschuldigde achterstallige toeslag en die toeslag alsnog te betalen.
Volgens FNV is de ‘mandjesvergelijking’ die AH toepast en de daarmee gepaard gaande afbouw van de persoonlijke toeslag in strijd met de wettelijke regels omtrent de rechten van werknemers bij overgang van onderneming.
Wat betreft de vorderingen voor alle werknemers die sinds 2011 te maken hebben gehad met de ‘mandjesvergelijking’ stelt FNV dat zij op grond van artikel 3:305a BW bevoegd is bij wijze van collectieve actie vorderingen voor deze werknemers in te dienen.
Wat zegt de kantonrechter?
De kantonrechter heeft de vorderingen grotendeels toegewezen.
Volgens de kantonrechter is de ‘mandjesvergelijking’ van AH niet in overeenstemming met de wettelijke regels bij overgang van onderneming. De persoonlijke toeslag wordt namelijk niet meer verhoogd met de loonsverhogingen van de VGL-cao en wordt in de loop der tijd ook steeds verlaagd. Dit is volgens de kantonrechter op grond van de rechtspraak van het Hof van Justitie EU niet toegestaan.
De gevorderde verklaring voor recht kan op grond van artikel 3:305a lid 1 BW worden ingesteld en toegewezen. Dat geldt niet voor vorderingen van FNV om AH te veroordelen alle werknemers die sinds 2011 te maken hebben gehad met de ‘mandjesvergelijking’ te berichten en berekeningen te verstrekken. Die vorderingen kunnen niet in hun algemeenheid worden beoordeeld, maar alleen als daarbij de bijzondere omstandigheden aan de kant van individuele werknemers worden betrokken.
Wat zegt Albert Heijn?
Volgens AH is de ‘mandjesvergelijking’ wel in overeenstemming met de wettelijke regels bij overgang van onderneming.
De ‘mandjesvergelijking’ is in overeenstemming met de rechtspraak van het Hof van Justitie EU, omdat deze niet plaatsvindt alleen vanwege de overgang maar vanwege de noodzaak de beloning in te passen in de systemen en methoden die AH hanteert, zo stelt AH.
AH zou te zeer worden beperkt in haar ondernemersvrijheid als zij de Levensmiddelen-cao moet toepassen. Daarom mag zij de VGL-cao toe te passen.
Daar komt bij dat de overgenomen werknemers met de ‘mandjesvergelijking’ en de toepassing van de VGL-cao hebben ingestemd en zij door de ‘mandjesvergelijking’ geen echt salarisverlies hebben ondergaan. AH mocht vertrouwen op de instemming van de overgenomen werknemers.
De gevolgen van de ‘mandjesvergelijking’ kunnen niet in het algemeen worden vastgesteld, omdat medewerkers een jaarlijks per persoon variërend bedrag aan winstuitkering hebben ontvangen, aldus AH.
Wat zegt het hof?
Het hof kan zich geheel en al verenigen met de overwegingen van de kantonrechter die hebben geleid tot het oordeel dat de ‘mandjesvergelijking’ niet in overeenstemming is met de wettelijke regels bij overgang van onderneming.
Uitspraak Hof Amsterdam, 7 januari 2020, ECLI:NL:GHAMS:2020:28