De afkoopgrens is vastgesteld op €497,27 bruto per jaar (2019: €484,09). Dezelfde grens geldt voor de vaststelling of een pensioen in aanmerking komt voor automatische waardeoverdracht.
Het grensbedrag daarvoor wordt jaarlijks herzien op basis van de Consumentenprijsindex Alle Huishoudens (CPI).
De pensioenuitvoerder kan kleine pensioenaanspraken afkopen.
Mensen wisselen vaker van baan en werken korter bij een werkgever. Daardoor bouwen ze bij meerdere werkgevers, en dus bij meerdere pensioenuitvoerders kleinere pensioenen op. Pensioenuitvoerders kopen nu vaak kleine pensioenen af, omdat de administratiekosten voor deze pensioenen in verhouding erg hoog zijn.
Bij de afkoop van een klein pensioen krijgen mensen hun pensioenbedrag in een keer tussentijds uitbetaald. Dit pensioen hoort dan niet meer bij het pensioen voor later.
Kleine pensioenen
Sinds 1 januari 2019 gelden andere regels voor kleine pensioenen.
Bij kleine pensioenen gaat het om pensioenbedragen van meer dan €2 en minder dan €497,27 bruto per jaar.
- Er gelden strengere voorwaarden om een klein pensioen af te kopen. Uitbetaling van kleine pensioenbedragen kan alleen als de automatische waardeoverdracht van het pensioen naar de nieuwe pensioenuitvoerder tot 5 keer toe mislukt. Afkoop kan pas na 5 jaar.
- Daarnaast mogen pensioenuitvoerders, zoals een pensioenfonds of verzekeraar, kleine pensioenen voortaan samenvoegen. En onderbrengen bij de huidige pensioenuitvoerder.
- Pensioenuitvoerders kunnen het opgebouwde bedrag ook laten staan als klein pensioen.
Bron: Rijksoverheid.nl
Mededeling minister van Sociale Zaken van 13 december 2019, Staatscourant 2019-69923