Artikel 70a van de Pensioenwet (Pw) geeft de pensioenuitvoerder na beëindiging van de deelneming het recht op automatische waardeoverdracht, maar onder voorwaarden.
Er moet sprake zijn van:
- opgebouwd pensioen van een gewezen deelnemer;
- onder de afkoopgrens; en
- toetreding tot een pensioenregeling van een nieuwe werkgever.
Deze eisen betekenen dat de betreffende pensioenuitvoerder moet weten of de voormalige werknemer elders pensioen opbouwt.
In de memorie van toelichting van de Pensioenwet is verduidelijkt dat van beëindiging geen sprake is indien een werkgever een andere pensioenuitvoerder kiest maar de arbeidsverhouding met de betreffende werknemer in stand blijft. In die gevallen bestaat er ook geen recht op individuele waardeoverdracht.
Een pensioenuitvoerder kan vaststellen dat een werknemer niet langer deelneemt aan de pensioenregeling dan wel gewezen deelnemer is geworden.
Gewezen deelnemer
Een gewezen deelnemer van een pensioenregeling is iemand waarvoor de werkgever geen pensioenpremie meer hoeft te betalen, maar die wel aanspraak maakt op pensioen. Gewezen deelnemers zijn onder meer gepensioneerden en werknemers die ontslagen zijn of van baan veranderd zijn.
Check bij pensioenregister
Indicaties van gewezen deelnemerschap of baanwisseling kunnen zijn dat de werkgever de werknemer heeft afgemeld wegens uitdiensttreding maar de werkgever nog is aangesloten bij de pensioenuitvoerder. Of dat de pensioenuitvoerder structureel geen premie meer ontvangt voor de pensioenopbouw van die gewezen deelnemer terwijl, ook hier weer, de werkgever nog is aangesloten. Een check bij het pensioenregister kan informatie opleveren of een gewezen deelnemer bij een andere pensioenuitvoerder deelnemer is.
Overstappen naar andere pensioenregeling
Een werkgever die besluit over te stappen op een andere pensioenregeling bij een andere pensioenuitvoerder heeft twee keuzes.
1 Geen collectieve waardeoverdracht
De werkgever kan besluiten – in overleg met de werknemers – om geen collectieve waardeoverdracht aan te vragen. De werkgever kiest er dan voor om alle opgebouwde pensioenen, dus al of niet onder de afkoopgrens, achter te laten bij de oude pensioenuitvoerder. Verdere opbouw van pensioen vindt dan plaats bij een nieuwe pensioenuitvoerder van een andere pensioenregeling.
Geen recht op waardeoverdracht
In deze situatie heeft een individuele deelnemer geen recht op waardeoverdracht, en ook de pensioenuitvoerder heeft geen recht op automatische waardeoverdracht van kleine pensioenen. De deelnemer is immers nog in dienst bij de werkgever. De deelnemer loopt ook geen risico op afkoop en dus op verlies van pensioenbestemming.
2 Wel collectieve waardeoverdracht
Die werkgever kan ook besluiten, in overleg met de werknemers, wel collectieve waardeoverdracht aan te vragen. In dat geval gaan alle opgebouwde pensioenen op in de nieuwe pensioenregeling van de nieuwe pensioenuitvoerder. De betreffende werknemers hebben dan nog alleen te maken met de nieuwe pensioenregeling.
Bezwaar – pensioen blijft bij oude pensioenuitvoerder
Het kan zijn dat een werknemer bezwaar maakt tegen collectieve waardeoverdracht van zijn of haar pensioen. Het gevolg van dat bezwaar is dat de opgebouwde pensioenen van deze werknemer achterblijven in de pensioenregeling bij de oude pensioenuitvoerder, die verantwoordelijk blijft voor de uitvoering daarvan.
Recht op automatische waardeoverdracht
Indien deelnemers na baanwisseling zijn toegetreden tot een andere pensioenregeling, kunnen zij vragen om individuele waardeoverdracht. Zij kunnen ook besluiten hun opgebouwde pensioenen achter te laten. Specifiek voor achtergelaten kleine pensioenen hebben pensioenuitvoerders het recht gekregen deze automatisch over te dragen als de betreffende gewezen deelnemer elders pensioen opbouwt.
De betreffende pensioenuitvoerders hebben geen recht meer op tussentijdse afkoop, tenzij er na vijf pogingen van automatische waardeoverdracht geen nieuwe uitvoerder blijkt te zijn.
De ‘Wet waardeoverdracht klein pensioen’ kent meerdere doelen. Het primaire doel is om verlies te voorkomen van pensioenbestemming van kleine pensioenen. Daartoe is het recht op afkoop vervangen door het recht op automatische waardeoverdracht.
Uitbreiden recht
De minister van Sociale Zaken heeft van de Stichting van de Arbeid, de Pensioenfederatie en het Verbond van Verzekeraars het verzoek gekregen tot uitbreiding van het recht op automatische waardeoverdracht met ook achtergelaten kleine pensioenen vanwege het niet collectief overdragen aan een nieuwe pensioenuitvoerder. Er zijn pensioenuitvoerders die moeite hebben met het onderscheiden van de verschillende soorten achtergelaten kleine pensioenen in hun administraties.
De minister onderzoekt onder meer wat de gevolgen voor werknemers en werkgevers kunnen zijn als het recht op automatische waardeoverdracht wordt uitgebreid.
Beantwoording Kamervragen automatische waardeoverdracht kleine pensioenen