De werknemer heeft vanwege ziekte aangepast werk verricht en wil zijn oude werkzaamheden weer oppakken. De werkgever laat hem dat niet doen, omdat de functie van de werknemer is vervallen en hij problemen heeft met zijn leidinggevende. De kantonrechter stelt de werkgever in het gelijk. De werkgever hoeft de werknemer daarom niet toe te laten tot zijn oude werkzaamheden.
Toelaten tot oude werkzaamheden?
De werkgever moet zich als een goed werkgever tegenover de werknemer gedragen. Partijen verschillen van mening over de vraag of dit betekent dat de werkgever de werknemer moet toelaten tot zijn oude werkzaamheden. De kantonrechter vindt dat de werkgever dat niet hoeft te doen, omdat de werkgever daar goede redenen voor heeft. Deze redenen worden hierna besproken.
Functie werknemer is vervallen
De werkgever heeft in de eerste plaats toegelicht dat het werk van de werknemer er niet meer is, omdat het deels is geautomatiseerd en deels is ondergebracht bij andere functies. Dit zijn functies op een hoger niveau dan de oude functie van de werknemer.
De werknemer zegt dat het niet klopt dat zijn werk is geautomatiseerd. Hij heeft verklaringen van aannemers en een collega laten zien die schrijven dat zij niets van deze automatisering afweten. De kantonrechter vindt het echter voldoende aannemelijk dat de oude functie van niet meer bestaat.
Geen schijnconstructie
De werkgever heeft veel stukken in het geding gebracht die duidelijk maken zij een reorganisatie heeft doorgevoerd waardoor de functie van de werknemer is vervallen en hij boventallig is verklaard. De kantonrechter vindt het door de uitvoerige onderbouwing en de inschakeling van de OR ook niet aannemelijk dat de reorganisatie – zoals de werknemer vreest – een schijnconstructie is om de werknemer te kunnen ontslaan. De Klachtencommissie van de werkgever heeft zich hier ook over gebogen en heeft geconcludeerd dat sprake is van een reorganisatie waarbij de werkgever de regels goed heeft gevolgd.
Problemen in samenwerking met leidinggevende
De werkgever heeft verder nog toegelicht dat de werkzaamheden die de werknemer weer wil gaan verrichten zouden vragen om samenwerking met zijn leidinggevende. Deze samenwerking verliep in het verleden niet goed en heeft geleid tot de uitval van de werknemer. De werkgever wil voorkomen dat dit weer gebeurt.
Slechte werkrelatie
De kantonrechter vindt ook dit een goede reden om de werknemer niet meer zijn oude werkzaamheden te laten verrichten, voor zover die feitelijk nog zouden bestaan en in een andere functie zijn ondergebracht. Uit de Rapportage Arbeidskundig onderzoek van 14 maart 2025 blijkt namelijk dat sprake is van een slechte werkrelatie tussen de werknemer en de leidinggevende waardoor de werknemer medische klachten heeft gekregen.
De werknemer heeft tijdens de mondelinge behandeling gezegd dat hij geen probleem met de leidinggevende heeft, maar dat vindt de kantonrechter vanwege de hele voorgeschiedenis niet overtuigend. De werknemer heeft daarnaast ook gezegd dat hij verwacht dat de leidinggevende zich anders zal opstellen als hij zijn werkzaamheden zou hervatten. De kantonrechter leidt hieruit af dat de werknemer nog steeds een probleem met de leidinggevende zal hebben als deze zijn gedrag niet aanpast. Dit kan de werknemer echter niet afdwingen en het is daarbij de vraag of de leidinggevende zijn gedrag zou moeten aanpassen.
Vordering afgewezen
De werkgever heeft dus twee goede redenen om de werknemer niet meer zijn oude werkzaamheden te laten verrichten en vindt het vooralsnog aannemelijk dat een bodemrechter tot hetzelfde oordeel zal komen. De vordering van de werknemer wijst de kantonrechter daarom af.
Uitspraak Rechtbank Midden-Nederland, 7 oktober 2025, ECLI:NL:RBMNE:2025:5210

