
De minister vindt het belangrijk dat deelnemers goed worden geïnformeerd over het keuzerecht voor opname van een bedrag ineens en de gevolgen die de keuze voor hen kan hebben. Dit vergt allereerst goede informatie vanuit (pensioen)uitvoerders en daarnaast voldoende tijd voor een deelnemer om een weloverwogen keuze te kunnen maken.
De (vertegenwoordigers van) pensioenuitvoerders hebben aangegeven na instemming van beide Kamers ten minste 9 maanden nodig te hebben om de wet te implementeren. Deelnemers worden in de praktijk 6 tot 9 maanden voor de pensioendatum geïnformeerd.
Tijdens de behandeling in de Tweede Kamer op 25 september 2024 heeft aangegeven in de gaten te zullen houden of uitvoerders zich nog comfortabel voelen bij de huidige beoogde invoeringsdatum van 1 juli 2025 en daarover in overleg te blijven. Op dit moment resteren minder dan vijf maanden tot 1 juli 2025. Daarbij heeft het kabinet er oog voor dat de transitie veel tijd en capaciteit vergt van uitvoerders.
Ook de ontwikkeling van de tool bedrag ineens vergt tijd. Gelet hierop zal het keuzerecht bedrag ineens niet eerder dan 1 juli 2026 in werking treden, waarbij de uiteindelijke datum afhankelijk zal zijn van de voortgang van het parlementaire proces. Dit leidt tot een derving van 13 miljoen euro in zowel 2025 als 2026. Deze derving moet conform begrotingsregels gedekt worden binnen het inkomstenkader. Het kabinet zal de derving betrekken bij de besluitvorming over de lasten in het voorjaar.
Tool voor bedrag ineens
Daarnaast gaat de minister in op de uitkomsten van een vooronderzoek door het Nibud naar een tool voor bedrag ineens. Het opnemen van een bedrag ineens heeft gevolgen voor het inkomen en daarmee mogelijk ook voor het recht op toeslagen. Om die reden heeft de minister eerder aangegeven dat het belangrijk is dat er een tool als laagdrempelige keuzehulp beschikbaar is om mensen te ondersteunen bij hun keuze voor een bedrag ineens.
Een rekenkundige keuzehulp, die deelnemers in de besluitvormingsfase inzicht geeft in mogelijke gevolgen van bedrag ineens op toeslagen, maar tegelijkertijd rekening houdt met het doenvermogen, heeft de voorkeur voor Van Hijum.
De tool moet de deelnemer daarbij inzage bieden in de gevolgen van de keuze voor bedrag ineens op het inkomen van het jaar van uitkering en van de inkomens in latere jaren. De tool moet rekening kunnen houden met het huishoudinkomen van een deelnemer met of zonder partner, waarbij de pensioen- en AOW-datum van de deelnemer en partner kunnen verschillen.
De focus van de tool ligt op bruto- en nettobedragen inclusief toeslagen. De tool moet ook inzage geven in de gevolgen van een keuze voor uitgestelde betaling van bedrag ineens. Verder moet er aandacht te zijn voor het doenvermogen van kwetsbare doelgroepen. Waar de tool wel en niet voor is bedoeld, zal expliciet in de tool worden benoemd als ook de situaties waarvoor de tool niet geldt. De tool geeft bijvoorbeeld geen inzage in de gevolgen van bedrag ineens voor de gemeentelijke inkomenstoeslag.
Het Nibud adviseert om in een tool bedrag ineens in de keuzefase van de deelnemer (richting besluitvorming) ten minste aandacht te besteden aan de volgende vijf onderdelen:
- algemene informatie over een bedrag ineens;
- de mogelijkheden van een bedrag ineens, zoals hoogte, tijdstip, bedrag ineens bij meerdere uitvoerders, situatie partner, minimaal grensbedrag;
- de effecten en risico’s van een bedrag ineens, zoals invloed op belasting, toeslagen, lager inkomen op langere termijn en gevolgen voor de ex-partner;
- alternatieve keuzes bij ingang van de pensioenuitkering (bijvoorbeeld hoog/laag pensioen) en waarschuwing voor een stapeling van keuzes, en;
- doorverwijzing naar pensioenuitvoerders, derde pijler aanbieders en adviseurs voor concrete besluitvorming rond het bedrag ineens en afwegingen in een breder kader.
Complexe tool vereist meer doenvermogen
Voor alle varianten van de rekentool geldt dat de deelnemer zelf de benodigde gegevens moet invoeren. Automatische deling van de gegevens van de Belastingdienst, verzekeraars en pensioenuitvoerders met het Nibud is wettelijk niet toegestaan.
Ook geeft het Nibud aan dat de cijfers van de Belastingdienst zeer beperkt bruikbaar zijn omdat deze achterlopen (aangiftejaar) bij het jaar waarin de afkoop plaats gaat vinden (afkoopjaar) en geen inzicht geven in de toekomstige situatie na pensionering.
Een uitgebreidere tool vereist meer doenvermogen omdat de deelnemer meer gegevens in moet voeren en complexere informatie moet verwerken. Deze afweging is ook onderdeel van de keuze om bepaalde functionaliteiten wel of niet in de tool op te nemen. Dat geldt bijvoorbeeld voor het meenemen van de uitgavekant in de jaren na pensionering.
Bij het invoeren van pensioengegevens kan de deelnemer gebruik maken van de pensioengegevens en AOW-gegevens in Mijnpensioenoverzicht.nl.
Eigen verantwoordelijkheid
Uitgangspunt is dat de deelnemer uiteindelijk in de keuzeomgeving van de uitvoerder een eventuele afwijkende (pensioen) ingangsdatum en andere flexibiliseringskeuzes bepaalt. Bij een door de deelnemer geuit voornemen om te kiezen voor een bedrag ineens informeert de uitvoerder de deelnemer waar meer informatie over bedrag ineens te vinden is, waaronder de vindplaats van de tool bedrag ineens. Het is de eigen verantwoordelijkheid van de deelnemer om wel of geen gebruik te maken van de tool.
Het Nibud benoemt de mogelijkheid om de tool (tegen betaling) aan te bieden bij uitvoerders. Uitvoerders die daarvoor kiezen zouden de tool kunnen integreren in hun eigen keuzeomgeving en eventueel extra functionaliteiten kunnen toevoegen. Als uitvoerders de tool integreren in hun eigen keuzeomgeving kan in opdracht van de deelnemer geautomatiseerde gegevensuitwisseling tussen pensioenuitvoerders via het pensioenregister ten behoeve van keuzebegeleiding plaatsvinden. De geautomatiseerde gegevensverstrekking is wettelijk verankerd.
Rekentool kan begin 2026 in gebruik zijn
De ontwikkeltijd van een rekentool is volgens het Nibud zo’n 8-10 maanden, afhankelijke van de uiteindelijke complexiteit en opties. Uitgaande van de start van de ontwikkeling op korte termijn, kan de tool begin 2026 in gebruik worden genomen.
Voor pensioenuitvoerders kan een tool voor bedrag ineens ondersteunend zijn in de keuzebegeleiding die zij moeten bieden bij de keuze voor een bedrag ineens.
De tool voor bedrag ineens ontslaat pensioenuitvoerders niet van hun wettelijke verplichting om adequate keuzebegeleiding te bieden.
Vervolg
Het Nibud heeft aangegeven een subsidieaanvraag te willen doen voor de ontwikkeling van een rekentool voor bedrag ineens. Bij de beoordeling van deze aanvraag kan onder andere worden getoetst aan de randvoorwaarden waaraan zo’n tool moet voldoen. Als de subsidie wordt verleend, vindt de ontwikkeling en onderhoud van de tool plaats onder verantwoordelijkheid van het Nibud.
Het ministerie van SZW zal daarnaast een centraal informatiepunt inrichten voor bedrag ineens. Deelnemers kunnen daar tijdens de besluitvormingsfase informatie vinden over bedrag ineens waaronder de vindplaats van de tool voor bedrag ineens.