Een auto is niet alleen ter beschikking gesteld als deze eigendom is van de werkgever of wanneer de werkgever deze huurt of leaset. Ook als de werkgever alle kosten vergoedt die samenhangen met het gebruik van de auto is daarvan sprake. Dat geldt voor een eigen auto van de werkgever, maar ook als hij een auto huurt of leaset.
Voorbeeld 1. Deelauto niet ter beschikking gesteld, geen bijtelling
Een werkgever reserveert een deelauto voor de werknemer zodat deze naar een klant kan rijden. Privégebruik van de deelauto is niet toegestaan en de werkgever controleert achteraf aan de hand van de kilometerstand op de factuur of de reisafstand overeenkomt met de reis die de werknemer heeft gemaakt.
In dit geval is geen sprake van een ter beschikking gestelde auto omdat de werknemer de auto alleen kan gebruiken voor de reis naar de klant en terug. De werkgever bepaalt voor welk doel de auto wordt gebruikt en de werkgever controleert ook of er geen sprake is van privégebruik. De werknemer kan niet zelf bepalen waarvoor hij de auto gebruikt.
Voorbeeld 2. Deelauto wel ter beschikking gesteld, geen bijtelling
Een werkgever heeft een afspraak met een deelautobedrijf. Werknemers mogen zelf een deelauto reserveren, maar mogen die niet privé gebruiken. De werkgever houdt hierop toezicht.
In dit geval is er sprake van een ter beschikking gestelde auto. Omdat deze niet privé mag worden gebruikt en de werkgever daarop toezicht houdt, is er geen bijtelling van toepassing.
Voorbeeld 3. Deelauto wel ter beschikking gesteld, wél bijtelling
Een werknemer sluit zelf een abonnement af met een verhuurder van deelauto’s. De werknemer krijgt een maandelijkse factuur voor de abonnementskosten en een bedrag per uur en per kilometer voor het daadwerkelijke gebruik van een auto. De werknemer heeft toestemming van de werkgever om een auto te gebruiken als de werknemer dat nodig vindt. De werknemer houdt geen rittenregistratie bij en de werkgever vergoedt maandelijks de volledige factuur.
In dit geval is er sprake van een ter beschikking gestelde auto waarvoor een bijtelling geldt. De auto is ter beschikking gesteld omdat de werkgever alle kosten vergoedt.
Als de werknemer in een maand verschillende auto’s heeft gebruikt is de basis voor de bijtelling (cataloguswaarde) niet altijd hetzelfde. De werkgever moet daar rekening mee houden. Dit kan zeer complex en administratief bewerkelijk zijn.
Voorbeeld 4. Deelauto via een mobiliteitsbudget, wél bijtelling
Een werkgever biedt een mobiliteitsbudget aan van € 800 per maand dat de werknemer via een app kan inzetten voor zakelijke reizen. Via de app kan een werknemer een auto reserveren. Dat mag alleen voor zakelijke reizen, maar de werkgever controleert eventueel privégebruik niet. Als de werknemer toch een auto voor privédoeleinden reserveert, factureert het verhuurbedrijf deze kosten aan de werknemer. Een restant van het budget wordt niet uitbetaald aan de werknemer.
De Belastingdienst is van mening dat in dit geval sprake is van een door de werkgever ter beschikking gestelde auto waarvoor een bijtelling geldt als de werknemer niet kan aantonen dat geen privégebruik heeft plaatsgevonden. Dat de verhuurder een aparte factuur stuurt voor privéreserveringen maakt dat niet anders.
Voorbeeld 5. Private leaseauto, wél bijtelling
Een werkgever biedt een mobiliteitsbudget aan van € 800 per maand. Een werknemer leaset zelf een auto, de kosten daarvan zijn € 600 per maand. Deze kosten vergoedt de werkgever als nettobedrag vanuit het mobiliteitsbudget. Het resterende bedrag wordt als brutoloon uitbetaald.
Aangezien de werkgever alle kosten die samenhangen met de auto vergoedt, is sprake van een ter beschikking gestelde auto en gelden de bijtellingsregels, tenzij de werknemer kan aantonen dat sprake is van zeer beperkt privégebruik (maximaal 500 kilometer op jaarbasis).
In dit voorbeeld is van een ter beschikking gestelde auto geen sprake als de werknemer het mobiliteitsbudget bruto voor netto mag uitruilen voor de zakelijke kilometers die de werknemer met de auto maakt tegen € 0,23 (in 2024 en in 2025) per kilometer.
Let dus goed op!
Wellicht is vaker dan verwacht sprake van een ter beschikking gestelde auto, waarvoor een bijtelling moet plaatsvinden op het loon van de werknemer. De laatste twee voorbeelden maken duidelijk dat hiervan ook sprake kan zijn als je een mobiliteitsbudget ter beschikking stelt.
Het is dus zaak niet alleen goed op te letten bij het direct ter beschikking stellen van (deel)auto’s, maar ook bij het inzetten van mobiliteitsbudgetten. Ook als een auto niet rechtstreeks ter beschikking wordt gesteld, kan een bijtelling gelden.
Bron: AWVN