De Kennisgroep loonheffing algemeen van de Belastingdienst heeft een standpunt ingenomen over de vergoeding van laadkosten van de auto van de zaak. Het standpunt KG:204:2022:31 wordt hierbij ingetrokken.
Situatie
Een werkgever stelt aan werknemers een elektrische auto van de zaak ter beschikking. Bij hun woning heeft de werkgever een laadpaal laten plaatsen.
De werknemers betalen de elektriciteitskosten voor het laden van de auto van de zaak via hun eigen (privé)meter aan hun energiemaatschappij. De werkgever vergoedt deze elektriciteitskosten aan de werknemers.
Vergoeding voor elektriciteitskosten
Iedere verbruikte kilowattuur (kWh) voor het opladen van de auto wordt automatisch geregistreerd door de laadpaal en vervolgens door de partij die het opladen van auto’s voor de werkgever administreert, doorgegeven aan de werkgever. Dat vormt de basis voor de vergoeding van de (intermediaire) elektriciteitskosten van de auto van de zaak aan de werknemers.
Energieprijs
De energieprijs voor elke kWh bestaat, naast een vast leverings- en transporttarief, uit de volgende onderdelen:
- het variabel leveringstarief
- de opslag voor duurzame energie (ODE)
- de energiebelasting
- de vermindering van de energiebelasting
Wat betreft de vermindering van de energiebelasting kan worden opgemerkt dat de overheid een deel van het energieverbruik ziet als basisbehoefte waarover geen belasting hoeft te worden betaald. De energiebelasting wordt daarom verminderd met een vast bedrag per elektriciteitsaansluiting per jaar, verrekend via de energierekening. Ook iemand die in een jaar minder energiebelasting betaalt dan het bedrag van de belastingvermindering ontvangt de volledige vermindering. Deze vermindering is per 1 januari 2022 sterk verhoogd als compensatie voor de gestegen energieprijzen.
Consumentenprijs en eindgebruikersprijs
Omdat het bepalen van de hoogte van de vergoeding op declaratiebasis tot een grote uitvoeringslast leidt, mede gezien de grote variatie in energiecontracten en prijzen, verzoekt de werkgever de inspecteur akkoord te gaan met het toepassen van de gemiddelde elektriciteitsprijs voor consumenten die het CBS publiceert (consumentenprijs). Het CBS hanteert echter ook lagere tarieven, namelijk de gemiddelde prijzen van eindgebruikers (eindgebruikersprijs). Zie voor een nadere toelichting op deze prijzen de site van het CBS.
Uitgaan van gemiddelde elektriciteitsprijs
De werkgever stelt dat het verschil tussen beide CBS-tarieven gevormd wordt door de vaste prijscomponenten (onderdelen 2, 3 en 4); gemiddeld een negatief bedrag door de vermindering van energiebelasting. Hij wil de vaste prijscomponenten buiten beschouwing laten, omdat deze bedragen niet afhankelijk zijn van het daadwerkelijke verbruik van energie voor de laadpaal. De werkgever wil dus uitgaan van de consumentenprijs.
Vraag en antwoord
Blijft een vergoeding van de werkgever op basis van de consumentenprijs of de eindverbruikersprijs buiten de loonsfeer?
Nee, omdat de werkgever niet aannemelijk maakt dat de vergoeding gelijk is aan de werkelijke uitgaven van de werknemer aan elektriciteit voor de auto van de zaak (intermediaire kosten). Ook kan de vergoeding niet worden aangemerkt als een zakelijke transactie.
Vaste vergoeding intermediaire kosten
Kan de werkgever een onbelaste vergoeding voor intermediaire kosten geven aan de hand van een gemiddelde elektriciteitsprijs? De kennisgroep meent van niet.
De verschillende energiecontracten in de markt, de aanwezigheid en invloed van zonnepanelen of andere energie gerelateerde producten, laadpalen die in de praktijk energie kunnen terugleveren etc. maakt dat de variatie te groot is om voor alle werknemers hetzelfde tarief te hanteren. Feitelijke situaties kunnen enorm afwijken van het gemiddelde.
Geen zakelijke transactie bij gemiddelde CBS-prijs
De kennisgroep meent dat er geen sprake is van een zakelijke transactie als de werkgever een vergoeding geeft op grond van een gemiddelde prijs vastgesteld door het CBS. CBS-cijfers geven inzicht in het verloop van de prijzen die Nederlandse huishoudens gemiddeld betalen voor energie. De gebruikte data bevatten zowel nieuwe contracten als contracten die eerder afgesloten zijn.
Leidend voor de beoordeling of sprake is van een marktconforme afspraak is de prijs die in de markt wordt aangeboden op het moment van het maken van de afspraak tussen de werkgever en de werknemer.
Voorbeeld
Een werkgever en werknemer spreken 1 september 2024 af dat de werkgever de elektriciteitskosten vergoedt aan de werknemer voor het opladen van de elektrische auto via zijn eigen (privé)meter. De vergoeding bedraagt € 0,26 per kWh. De afspraak geldt tot 1 september 2025.
De afspraak kan als zakelijk worden aangemerkt, omdat de vergoeding binnen de bandbreedte blijft van de prijzen per kWh die in de markt worden aangeboden op 1 september 2024 bij een looptijd van een jaar.