Minister Van Hijum informeert over de situatie rond het vraagstuk ‘gezond naar het pensioen’, in het bijzonder voor mensen met zwaar werk.
Zwaar werk
Met het stijgen van de levensverwachting worden loopbanen steeds langer. De meeste werknemers kunnen gelukkig gezond doorwerken tot de AOW-leeftijd, maar dat geldt niet voor iedereen. Met name mensen die langdurig zwaar werk hebben verricht, verdienen onze extra aandacht. En een gezamenlijke inzet van werkgevers, vakbonden en overheid op een breed pakket aan maatregelen.
Vervroegd uittreden
De discussie over zwaar werk richt zich al lange tijd vooral op vervroegd uittreden. Aan de ene kant begrijpelijk, omdat de fiscale ruimte die bij Pensioenakkoord van 2019 is geboden om een regeling voor vervroegd uittreden (RVU) aan te bieden, zonder nadere besluitvorming eindigt per 2026.
Aan de andere kant doet de smalle focus op de RVU geen recht aan de veelzijdigheid van de vraag hoe we mensen gezond werkend de pensioenleeftijd kunnen laten bereiken, aldus Van Hijum. Eerder uittreden alleen lost het probleem van zwaar werk niet op. Daarvoor zijn andere maatregelen nodig, die helpen de omstandigheden te creëren die nodig zijn om ervoor te zorgen dat mensen wél gezond kunnen doorwerken.
Druk op de samenleving
Vervroegd uittreden brengt bovendien een dilemma met zich mee. Velen zullen begrip hebben voor de wens van een werknemer die een leven lang zwaar werk heeft verricht en niet gezond werkend de AOW-leeftijd haalt, om met RVU te gaan. Maar als eerder uittreden te zeer gemeengoed zou worden, vergroot dat de druk op de samenleving.
Alleen daar waar nodig
Aangezien de krapte op de arbeidsmarkt toeneemt en het draagvlak voor de sociale zekerheid kleiner wordt. De visie van de minister is: “dat we samen met sociale partners moeten inzetten op een brede aanpak op gezond langer doorwerken, waar een voortzetting van de RVU-maatregel onderdeel van uitmaakt zo lang dit nodig én verantwoord blijft. Maar dan moeten we er met werkgevers en werknemers wel voor zorgen dat de RVU-regelingen alleen daar landen waar ze echt nodig zijn.“
Gezond langer doorwerken
Het vraagstuk zwaar werk vraagt om inspanningen op preventie en duurzame inzetbaarheid. Juist het gegeven dat eerder uittreden voor sommige werknemers nog nodig is, laat zien dat de oorzaken van niet gezond kunnen doorwerken nog niet zijn weggenomen.
De minister wil vast blijven houden aan de stip op de horizon, dat uiteindelijk iedereen gezond werkend zijn of haar pensioen kan halen. Sociale partners dragen een gezamenlijke verantwoordelijkheid om werknemers hiertoe in staat te stellen en afspraken te maken over gezonde arbeidsomstandigheden. De overheid kan de inzet op duurzame inzetbaarheid ondersteunen en faciliteren.
Van Hijum ziet: “dat we op verschillende vlakken voortgang kunnen boeken, zoals door te kijken naar maatregelen die werkgevers en werknemers kunnen nemen om de fysieke of mentale werkbelasting te verlichten, zo dicht mogelijk bij de bron. Daar waar het lastiger is om de zwaarte van werkzaamheden te verlichten, kunnen werkgevers en werknemers kijken hoe het werk anders georganiseerd kan worden, bijvoorbeeld door taakafwisseling, het bieden van extra hersteltijd en door ervoor te zorgen dat werknemers tijdig een overstap kunnen maken van zwaar naar lichter werk binnen of buiten de sector.”
Duurzame inzetbaarheid
Verder kunnen mkb-werkgevers beter worden ondersteund met ruimte voor leren en ontwikkelen en duurzame inzetbaarheid. Met een gezamenlijke meerjarige agenda voor duurzame inzetbaarheid kunnen sociale partners en overheid hierop vooruitgang boeken.
Met de huidige subsidieregeling Maatwerkregeling Duurzame Inzetbaarheid en Eerder Uittreden (MDIEU) worden relevante ervaringen opgedaan die te gebruiken zijn bij het nadenken over de invulling van die agenda. Samenwerking met werkgevers en vakbonden is daarbij essentieel.
Overgang werk naar pensioen
Het is belangrijk dat werknemers op tijd nadenken over hoe ze de overgang van werk naar pensioen willen vormgeven. Juist bij zwaar werk vraagt het laatste deel van de loopbaan extra aandacht. Hiervoor zijn binnen het arbeidsvoorwaardelijke domein meer mogelijkheden beschikbaar dan alleen de RVU; denk aan deeltijdpensioen, vitaliteitspacten en de inzet van gespaard verlof. Het is belangrijk om een breed palet aan mogelijkheden te onderzoeken omdat mensen verschillende wensen hebben; er zijn ook mensen die liever geleidelijk afbouwen aan het eind van de loopbaan dan helemaal uit te treden.
Een gerichte inzet van vitaliteitspacten voor oudere werknemers met zwaar werk, zodat zij hun arbeidsduur terug kunnen schroeven met gedeeltelijke doorbetaling van loon en pensioenopbouw, zou dan interessant kunnen zijn. De minister wil kijken welke mogelijkheden en belemmeringen er zijn rond het gebruik van maatregelen die de overgang van werk naar pensioen kunnen vergemakkelijken.
Verlofsparen
Van Hijum denkt in elk geval aan de uitvoering van het verlofsparen, waarbij gespaard verlof kan worden ingezet voor herstel tijdens de loopbaan of voor eerder uittreden. Uiteindelijk is het belangrijk dat sociale partners zorgen voor een breed instrumentarium in de arbeidsvoorwaarden waaruit de werknemer datgene kan kiezen dat zo goed mogelijk aansluit bij zijn of haar persoonlijke situatie.
Regeling vervroegde uittreding
Daar waar gezond doorwerken nog niet haalbaar is, kan een voortzetting van de RVU-drempelvrijstelling ruimte blijven bieden voor eerder uittreden. Maar bij een voortzetting van de regeling, is het wel nodig dat deze alleen wordt gericht op werknemers met zwaar werk die niet gezond werkend de AOW-leeftijd kunnen bereiken.
Afspraken met sociale partners
De RVU-drempelvrijstelling zelf is een generieke fiscale maatregel – de overheid kan niet op centraal niveau bepalen wat zwaar werk is. Het is dus aan sociale partners om de RVU aan de cao-tafel gericht in te zetten. Door op centraal niveau met sociale partners afspraken te maken over de vormgeving van RVU-regelingen, kunnen we sturen op een betere gerichtheid. Overheid, werkgevers en vakbonden hebben uitgesproken niet terug te willen naar de oude VUT. Dit kan door gezamenlijk afspraken te maken hoe RVU-regelingen eruit moeten zien.
Onderbouwde afgebakende doelgroep
RVU-regelingen zouden altijd moeten zijn toegespitst op een onderbouwde afgebakende doelgroep, gericht op functies en werkzaamheden die belastend zijn en die langdurig worden uitgevoerd. Die afbakening in de cao zou bovendien periodiek moeten worden herzien om aan te sluiten bij veranderingen in het werk. En een RVU-afspraak zou altijd samen moeten gaan met een inzet op duurzame inzetbaarheid voor diezelfde doelgroep. Of iemand eerder kan stoppen met werken, hangt ook samen met het inkomen.
Inkomensgrens
Hogere inkomens, ook als ze zwaar werk hebben, hebben meer handelingsperspectief om vervroegd uit te treden met inzet van eigen middelen. Het ligt voor de hand om de RVU-uitkeringen met name te richten op de groep die dat gezien de aard van het werk en de hoogte van het inkomen het meest nodig heeft. Dat zijn in eerste instantie niet de hogere inkomens. Daarom vindt de minister het wenselijk dat er een inkomensgrens komt. Een ander element is de toegankelijkheid van de RVU.
Met de drempelvrijstelling wordt in feite een lagere AOW-leeftijd nagebootst, betaald door de werkgever en niet belast met RVU-heffing vanuit de overheid. De werknemer die met RVU gaat kan zijn of haar aanvullend pensioen naar voren halen om de RVU-uitkering aan te vullen. Bij een ontoereikend pensioen kan deelname aan een RVU-regeling echter lastiger zijn, zeker voor werknemers met lagere inkomens.
Gerichte verhoging drempelgedrag
Een gerichte verhoging van het drempelbedrag kan voor deze werknemers net het verschil maken. Het ligt voor de hand dat deze verhoging alleen wordt benut in sectoren en bij werknemers bij wie dit ook echt nodig is.
Monitoring en ijkmomenten
Naarmate de inzet op duurzame inzetbaarheid succesvoller is, zou vervroegd uittreden steeds minder noodzakelijk moeten worden, volgens de minister. Maar het is niet eenvoudig hieraan een tijdpad te koppelen. De minister heeft daarom aangegeven bereid te zijn de RVU-drempelvrijstelling onder voorwaarden voort te zetten. Er is structureel geld hiervoor gereserveerd.
Signaalwaarde
Periodiek wordt geëvalueerd of de regeling doeltreffend is of dat er iets anders nodig is. Dit vraagt een doelgerichte inzet door sociale partners, zodat RVU’s terechtkomen bij de mensen die ze echt nodig hebben en eerder uittreden geen gemeengoed wordt. Daarbij hoort ook het monitoren van de totale ontwikkeling van RVU’s in Nederland. Om daarvoor duidelijke verwachtingen te creëren, stelt de minister voor een signaalwaarde te hanteren.
Het totaal aantal RVU’s is een optelsom van decentrale afspraken aan de cao-tafels in combinatie met de persoonlijke afweging van werknemers; maken zij gebruik van een RVU, kiezen ze voor een andere route richting het pensioen, of kunnen en willen ze toch doorwerken tot of na de AOW-leeftijd?
De optelsom van al deze factoren moet leiden tot uitkomsten die de samenleving kan dragen, en die niet de arbeidsmarktkrapte onverantwoord vergroot. Daarom hecht Van Hijum eraan dat kabinet en sociale partners een signaalwaarde (geen quotum) afspreken, “zodat we gezamenlijk zicht houden op ontwikkelingen en tijdig met elkaar afspraken maken om bij te sturen als we een ongericht of onverantwoord gebruik van RVU’s waarnemen.”
Einddatum vervangen door gezamenlijk systeem
Als werkgevers, vakbonden en kabinet hierover een gedeeld beeld kunnen vormen en daarover afspraken maken, kan de einddatum die nu aan de RVU-drempelvrijstelling is gekoppeld, worden vervangen door een gezamenlijk systeem van jaarlijkse rapportage monitoring, periodieke ijking en bijsturing; op het gehele pakket aan maatregelen. Zo houden we gezamenlijk de vinger aan de pols of de ontwikkeling verantwoord blijft.
Budgettaire gevolgen
Een voortzetting van de drempelvrijstelling in de RVU-heffing brengt budgettaire gevolgen met zich mee. In voorbereiding op gesprekken met sociale partners, heeft het kabinet budget vrijgemaakt om de RVU-drempelvrijstelling te verlengen. Voor de periode na het ijkmoment wordt een reservering aangemaakt. Dit is gedekt door verhoging van het RVU-heffingspercentage en een toename van de Aof-premie.
Hervatten gesprekken
Een voorstel langs de bovenstaande lijnen heeft de minister gedeeld met centrale vakbonden en werkgeversorganisaties. Van Hijum: “betreurt het dat de vakbeweging hierin geen basis heeft gezien om verder te praten. Juist door samen te werken als overheid en sociale partners kunnen we tot oplossingen komen zodat zoveel mogelijk mensen na hun loopbaan gezond van hun pensioen kunnen genieten. Mijn uitnodiging richting vakbonden en werkgevers blijft staan.”
Intussen gaat het ministerie door met het uitwerken van de elementen voor het beleid rond gezond naar het pensioen na 2025. De minister rekent erop dat hij de gesprekken met sociale partners over dit belangrijke onderwerp op korte termijn kan hervatten.
Wat vinden werkgevers?
VNO-NCW, MKB-Nederland en LTO Nederland roepen de minister op tempo te maken met de uitwerking van zijn voorstel voor continuering van de vroegpensioenregeling (RVU). Werkgevers willen graag dat de regeling wordt gecontinueerd voor mensen met zware beroepen.
Werkgevers vinden het moeilijk te begrijpen dat de bonden niet bij de minister aan tafel willen komen terwijl het voorstel tegemoetkomt aan hun belangrijkste eis: een structurele RVU voor mensen met zwaar werk. De ondernemersorganisaties hebben zelf nog zorgen over de beheersbaarheid van de regeling. Die mag er niet toe leiden dat ook mensen die geen zwaar beroep hebben eerder stoppen met werken.
In diverse cao’s met zwaar werk, zoals in de bouw, industrie, metaal en de spoorwegen, zijn al afspraken gemaakt om de huidige regeling voor zwaar werk te continueren in de komende jaren. Al die werkgevers en werknemers zouden geholpen zijn met het kabinetsvoorstel, maar zitten nu nog in onzekerheid.
De ondernemersorganisaties willen graag met de minister en de vakbonden in gesprek over de uitwerking van zijn voorstellen.
Kamerbrief Gezond naar het pensioen
Online cursus Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen (salarisvanmorgen.nl)