
Deliveroo Netherlands bv onderhoudt een digitaal platform waarop restaurants maaltijden aanbieden die consumenten via dat platform kunnen bestellen. Sinds 2015 biedt Deliveroo een bezorgservice aan de restaurants en zorgt ervoor dat de bestelde maaltijd per fiets bij de consument, tegen betaling, wordt bezorgd.
Bpf Vervoer is een bedrijfstakpensioenfonds en de uitvoerder van de pensioenregeling voor de bedrijfstak beroepsvervoer over de weg. De deelneming in Bpf Vervoer is ingevolge de Wet Bpf 2000 verplicht gesteld. In deze wet worden de besluiten betiteld als het ‘verplichtstellingsbesluit’.
In een brief van 13 oktober 2017 heeft Bpf Vervoer aan Deliveroo meegedeeld dat Bpf Vervoer Deliveroo heeft aangesloten bij het pensioenfonds en is door Bpf Vervoer aanspraak gemaakt op premiebetaling door Deliveroo.
Aansluitplicht alleen voor werknemers op vervoersafdeling
Daarbij heeft Bpf Vervoer bericht dat de aansluitplicht niet voor alle werknemers van Deliveroo geldt, maar alleen voor de werknemers die op de ‘vervoersafdeling’ werkzaam zijn. Dit is zo omdat uit omzetcijfers blijkt dat Deliveroo minder dan 50% van haar omzet genereert uit het bezorgen van maaltijden.
Deliveroo maakt bezwaar tegen de aansluiting bij Bpf Vervoer. In cassatie stelt Deliveroo dat ongemotoriseerd vervoer van maaltijden per fiets niet onder de CAO valt.
Hof Amsterdam heeft in een arrest in een procedure tussen FNV en Deliveroo geoordeeld dat de rechtsverhouding tussen Deliveroo en haar maaltijdbezorgers als een arbeidsovereenkomst is aan te merken en dat Deliveroo onder de cao voor beroepsgoederenvervoer valt.
Het hof legt uit dat in het verleden het begrip ‘goederenvervoer’ in het spraakgebruik vooral toe zag op (zwaar) gemotoriseerd verkeer, maar in de loop van de afgelopen jaren is dit begrip aan verandering onderhevig geweest. Het omvat nu ook vele andere vormen van niet gemotoriseerd goederenvervoer, zoals vervoer per (bak)fiets en scooter.
Het normale en gangbare spraakgebruik bevat dus geen overtuigende aanwijzing voor de stelling van Deliveroo dat bezorging per fiets niet onder de werkingssfeer valt. In het arrest van 21 december 2021 is in het hoger beroep tussen Deliveroo en FNV geoordeeld dat Deliveroo valt onder de werkingssfeer van de cao beroepsgoederenvervoer over de weg.
Daardoor is het standpunt van Deliveroo verworpen dat voor het begrip ‘goederenvervoer over de weg’ aansluiting gezocht moet worden bij die cao.
Niet alleen gekeken naar taalkundige bewoordingen
De Hoge Raad oordeelt dat het hof terecht niet alleen naar de taalkundige bewoordingen van het besluit heeft gekeken en terecht heeft geconcludeerd dat er geen kenbare objectieve aanknopingspunten zijn voor een andere uitleg.
In een taalkundige uitleg omvat ‘vervoeren van goederen over de weg’ ook maaltijdbezorging per fiets. Uit de omschrijving ‘vervoeren van goederen over de weg’ in het verplichtstellingsbesluit blijkt niet dat het vervoeren met een bepaald (type) voertuig moet plaatsvinden om onder die omschrijving te vallen.
Evenmin brengt de taalkundige betekenis van het begrip ‘vervoeren’ mee dat daarvoor een bepaald type vervoersmiddel is aangewezen.
Uitvoeringsrecht is niet in strijd met EU-vrije verkeer van diensten
Deliveroo stelt vergeefs dat het exclusieve uitvoeringsrecht aan de stichting Bpf in strijd is met het EU-vrije verkeer van diensten. De stichting behoort namelijk tot de fondsen die door organisaties van werkgevers en werknemers zijn opgericht en hun basis vinden in een CAO.
De oprichting van de stichting en de verplichtstelling in 1964 zijn onlosmakelijk verbonden met de essentiële sociale functie die het fonds vervult in het Nederlandse pensioenstelsel.
Die verbondenheid blijkt ook uit de wijze waarop de betrokkenheid van werkgevers en werknemers en het toezicht door de overheid op de statuten en reglementen destijds bij de verplichtstelling waren verzekerd.
Deliveroo voerde nog aan dat niet alleen het eerste verplichtstellingsbesluit moet worden beoordeeld, op de grond dat de verplichtstelling tot deelneming in Bpf Vervoer een aantal malen bij ministerieel besluit is gewijzigd.
Het hof ging daar niet in mee en oordeelde dat het ging bij deze wijzigingen om beperkte veranderingen in de werkingssfeer van de verplichtstelling. Daarbij hoefde in de positie van Bpf Vervoer als voor de sector verplicht aangewezen pensioenfonds geen verandering te worden gebracht.
Het beroep van Deliveroo wordt ongegrond verklaard.
Hoge Raad, ECLI:NL:HR:2023:1622