Hoe moet je handelen als een uitzendkracht een auto ter beschikking gesteld krijgt van de inlener? Is de werkgever (het uitzendbureau) inhoudingsplichtig voor de bijtelling?
De inlener van personeel betaalt de loonheffing over de bijtelling wegens privégebruik van een auto die de inlener ter beschikking stelt aan uitzendkrachten. Als de inlener en uitlener nauw met elkaar zijn verbonden, vindt Hof Den Haag dat de uitlener inhoudingsplichtig kan zijn. Zie hiervoor de uitspraak van Hof Den Haag, 13 januari 2021, BK-19/00693 t/m BK-19/00695.
Een bv is in deze zaak terecht aangemerkt als inhoudingsplichtige voor het privégebruik van de bestelauto’s die de inlener aan werknemers van de bv ter beschikking heeft gesteld in de zin van art. 13bis Wet LB 1964.
De bv stuurt de werknemers uitsluitend of geheel uit naar de bv. De terbeschikkingstelling van de auto’s geschiedt niet alleen met medeweten van de bv maar ligt ook in de (mondelinge) uitleenovereenkomst met de inlener besloten.
Inlener verantwoordelijk voor bijtelling privégebruik
Hier betrof het ook de bijtelling van ter beschikking gestelde (bestel)auto’s door de inlener aan personeel van de uitlener. Kort samengevat blijkt hieruit dat een werkgever niet inhoudingsplichtig is voor voordelen die werknemers gezien hun dienstbetrekking van derden ontvangen. In dit geval dus ook niet verantwoordelijk is voor de bijtelling wegens privégebruik. De inlener is verantwoordelijk voor het belasten van het voordeel daarvan.
Anders in rechtszaak, te nauw met elkaar verbonden
Let op: in dit geval besloot de rechter echter toch anders, omdat de uitlener en de inlener te nauw met elkaar verwant waren. Zo hadden beide bv’s dezelfde bestuurder, waren ze gevestigd op hetzelfde bedrijfsadres en hadden ze dezelfde contactgegevens. Maar als daar geen sprake van zou zijn geweest, is de inlener verantwoordelijk voor het belasten van dit voordeel.
Oordeel Hof
Het Hof oordeelde als volgt:
“Het Hof stelt bij de beoordeling van de vraag of belanghebbende als werkgever van de uitzendkrachten inhoudingsplichtig is voor door N BV als inlener aan de werknemers van belanghebbende ter beschikking gestelde bestelauto’s het volgende voorop.
Voor uitzendkrachten geldt dat als dienstbetrekking wordt beschouwd de arbeidsverhouding van degene die door tussenkomst van degene tot wie de arbeidsovereenkomst bestaat, persoonlijk arbeid verricht ten behoeve van een derde. De formele dienstbetrekking bestaat aldus tot belanghebbende, zodat deze als werkgever wordt aangemerkt (…) Tussen partijen is dan ook terecht niet in geschil dat belanghebbende als uitlener (…) van haar genieten ter zake van de door haar aan de werknemers opgedragen werkzaamheden, welke werkzaamheden zij verrichten voor N BV.
Gelet op het vorenstaande is belanghebbende dan ook in beginsel niet inhoudingsplichtig voor voordelen die N BV aan de werknemers van belanghebbende verstrekt, zogeheten loon van derden.
In het onderhavige geval is het Hof echter van oordeel dat het voordeel inzake privégebruik auto, voor zover hiervan sprake is, geacht moet worden uit hoofde van de dienstbetrekking met belanghebbende te zijn genoten en dat belanghebbende daarvoor inhoudingsplichtig is.
In het onderhavige geval is S2 zowel bestuurder van belanghebbende als bestuurder van N BV, zijn beide vennootschappen op hetzelfde bedrijfsadres gevestigd en maken gebruik van dezelfde contactgegevens.
Voorts zendt belanghebbende haar werknemers geheel of nagenoeg geheel uitsluitend uit naar N BV, die op haar beurt geheel of nagenoeg geheel uitsluitend werknemers van belanghebbende inleent.
Het Hof acht daarmee aannemelijk dat de terbeschikkingstelling van de bestelauto’s niet alleen met medeweten van belanghebbende is geschied, maar ook in de (mondelinge) in/uitleenovereenkomst tussen belanghebbende en N BV besloten ligt.”
Door Casper Mons, docent Salaris Vanmorgen en spreker op de Nationale Salarisdag.