
Het pakket Belastingplan 2024 bevat maatregelen voor de samenleving en het belastingstelsel, die de koopkracht ondersteunen en het belastingstelsel eenvoudiger maken.
Inkomen
Het kabinet heeft in het pakket Belastingplan 2024 een serie maatregelen opgenomen waardoor werkenden, gepensioneerden en de meeste zzp’ers en ondernemers netto meer overhouden. De eerste belastingschijf van de inkomstenbelasting gaat weliswaar met 0,03% omhoog, maar de arbeidskorting wordt met € 115 verhoogd en de algemene heffingskorting wordt geïndexeerd.
Ondernemers met een hoger inkomen gaan wel meer belasting betalen. Deze ib-ondernemers hebben te maken met de verdere verlaging van de zelfstandigenaftrek uit het vorige Belastingplan van € 5030 naar € 3750 en de verlaging van de mkb-winstvrijstelling van 14% naar 13,31%. Zij betalen hierdoor over een groter deel van hun winst of inkomen belasting. Met het verlagen van de mkb-winstvrijstelling wordt het verschil in fiscale behandeling van werknemers en ondernemers in de inkomstenbelasting verkleind.
Ook worden de onbelaste reiskostenvergoeding en de onbelaste vrijwilligersvergoeding verhoogd. De onbelaste reiskostenvergoeding gaat van 21 naar 23 cent per kilometer. De maximale onbelaste uurvergoeding voor vrijwilligers van 21 jaar en ouder wordt per 1 januari verhoogd naar € 5,50 per uur. Voor vrijwilligers jonger dan 21 jaar wordt het bedrag verhoogd naar € 3,25 per uur. De totale maximale vrijwilligersvergoeding in 2024 is € 2100 per jaar en € 210 euro per maand.
Ondernemen
Per 1 januari treedt de tweede schijf in box 2 in werking. Deze maatregel is in het Belastingplan 2023 aangekondigd. Hierdoor wordt vanaf 2024 24,5% belasting betaald over de eerste € 67.000 aan inkomsten per persoon in box 2. Over al het inkomen boven € 67.000 betalen mensen 33% belasting.
Bij de behandeling van het Belastingplan in de Tweede Kamer nog twee aanvullende maatregelen genomen:
- De 30%-regeling wordt per 1 januari 204 beperkt tot de Balkenende-norm (€ 233.000 in 2024) en daarnaast wordt de hoogte van vrijstelling stapsgewijs afgebouwd. De eerste twintig maanden geldt een vrijstelling van 30% van het loon, voor de daarop volgende twintig maanden geldt een vrijstelling van 20% en de daaropvolgende twintig maanden geldt een vrijstelling van 10%.
- Het lenen bij eigen bv wordt verder gemaximeerd door het bedrag te verlagen van € 700.000 naar € 500.000.
Tariefswijzigingen en schijfgrenzen
Het basistarief in de inkomstenbelasting stijgt in 2024 naar 36,97% (36,93% in 2023). Dit basistarief geldt in 2024 voor een inkomen tot en met € 75.518 (in 2023: € 73.031). Dit grensbedrag is verhoogd door een inflatiecorrectie van 9,4941% toe te passen. Na de inflatiecorrectie is het grensbedrag verlaagd met € 4.447. Het toptarief wijzigt niet en blijft 49,50%.
Tabel 1. Basistarieven box 1 in 2024
€ 0 – € 75.518 | > € 75.518 | |
Tarief box 1 | 36,97% | 49,50% |
Vrijwilligersvergoeding
De maximale onbelaste uurvergoeding voor vrijwilligers is een grensbedrag. Als minder dan dat
uurbedrag wordt uitgekeerd aan een vrijwilliger, neemt de Belastingdienst aan dat
vrijwilligerswerkzaamheden niet beroepsmatig worden verricht. Dit bedrag wordt verhoogd naar
€ 5,50 in 2024 (€ 5 in 2023). Dit geldt voor vrijwilligers van 21 jaar en ouder.
Voor vrijwilligers jonger dan 21 jaar wordt het bedrag verhoogd naar € 3,25 (€ 2,75 in 2023). De bedragen worden vanaf 2025 voor inflatie gecorrigeerd.
In 2024 wordt de maximale vrijwilligersvergoeding € 2.100 per jaar en per maand € 210 (€ 1.900
per jaar en € 190 per maand in 2023). Deze bedragen zijn alleen voor inflatie gecorrigeerd.
Onbelaste reiskostenvergoeding
De onbelaste reiskostenvergoeding wordt per 1 januari 2024 verhoogd van € 0,21 naar € 0,23 per
zakelijke kilometer. De verhoging biedt werkgevers de mogelijkheid om een hoger bedrag voor
reiskosten van werknemers belastingvrij te vergoeden. De maatregel geldt ook voor ondernemers en resultaatgenieters voor de inkomstenbelasting. Zij mogen per 2024 ook het verhoogde bedrag voor zakelijke reizen aftrekken van hun winst.
De verhoging geldt daarnaast voor:
- reiskosten voor ziekenbezoek;
- kilometervergoeding voor weekend- en vakantie-uitgaven voor gehandicapten;
- giftenaftrek als een vrijwilliger afziet van reiskostenvergoeding.
Verruiming vrijstelling OV-abonnementen en voordeelurenkaarten (OV-kaart)
Een werkgever kan de werknemer een OV-kaart ter beschikking stellen, vergoeden of verstrekken.
Vanaf 1 januari 2024 maakt de vorm waarin de OV-kaart is aangeboden niet meer uit: er is geen
belasting meer over verschuldigd. Zolang de werknemer de OV-kaart ook (gedeeltelijk) gebruikt
voor zakelijke reizen (waaronder woon-werkverkeer), hoeft hiervoor geen administratie meer
worden bijgehouden of extra loonheffing worden geheven.
30%-regeling beperken
De 30%-regeling is een faciliteit voor ingekomen werknemers die tijdelijk in
Nederland wonen (expats). Werkgevers kunnen deze groep werknemers tot ten
hoogste 30% van het belastbaar loon belastingvrij uitbetalen. Dit kan worden beschouwd als een
vergoeding van extra kosten voor tijdelijk verblijf buiten het land van herkomst. Vanaf 1 januari
2024 wijzigen de regels.
De vergoeding wordt gemaximeerd: de regeling wordt beperkt tot de WNT-norm (Wet
normering topinkomens). In 2024 is deze norm € 233.000. Daarnaast wordt het maximum
percentage stapsgewijs afgebouwd. De eerste 20 maanden van verblijf in Nederland geldt een
percentage van ten hoogste 30% van het loon, inclusief de 30%-vergoeding. Voor de
daaropvolgende 20 maanden is maximaal 20% van dat loon van loonheffing vrijgesteld en voor de daaropvolgende 20 maanden ten hoogste 10%.
Voor werknemers die in het laatste tijdvak van 2023 gebruikmaken van de 30%-regeling geldt een overgangsregeling tot 2027.
Afschaffing keuzeregeling partiële buitenlandse belastingplicht
De keuzeregeling partiële buitenlandse belastingplicht is een aanvullende fiscale faciliteit voor
ingekomen werknemers die gebruikmaken van de 30%-regeling. Door deze keuzeregeling hoeven gebruikers van de 30%-regeling geen box 2 of 3 belasting te betalen over hun buitenlands kapitaalinkomen. Deze faciliteit wordt per 1 januari 2025 afgeschaft.
Voor werknemers die in het laatste tijdvak van 2023 gebruikmaken van de 30%-regeling geldt een overgangsregeling tot 2027.
Arbeidskorting
De arbeidskorting wordt met € 115 verhoogd bij het tweede knikpunt, bij inkomens rond het
wettelijk minimumloon. Die verhoging komt boven op de verhogingen door inflatiecorrectie.
Werkenden met een salaris vanaf het minimumloon tot bijna € 40.000 gaan er hierdoor op vooruit.
IACK en co-ouderschap
De regels rondom co-ouderschap zijn gewijzigd. Door een uitspraak van de Hoge Raad ontstond
de situatie dat een co-ouder recht krijgt op inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) als de
co-ouder werkt en minimaal 78 dagen in het kalenderjaar de zorg draagt voor een kind. Met
ingang van 2024 wordt de uitkomst van dit arrest gerepareerd. Een co-ouder krijgt recht op de
IACK als de co-ouder werkt en een kind gedurende ten minste 156 dagen in het kalenderjaar in
het eigen huishouden verblijft. Daarbij vervalt de voorwaarde dat sprake moet zijn van een
repeterend ritme waarin de zorg tussen de co-ouders in het kalenderjaar is verdeeld.
Afschaffen betalingskorting voorlopige aanslag IB/Zvw
Een voorlopige aanslag inkomstenbelasting/zorgverzekeringswet kan in meerdere
termijnen worden betaald. Tot en met 2023 is een belastingkorting mogelijk als het volledige bedrag van de aanslag wordt betaald in de eerste betaaltermijn. Per 2024 wordt deze betalingskorting afgeschaft.
In de vennootschapsbelasting is de betalingskorting al afgeschaft sinds 2023.
Herstel foutje of vergissing na aangifte inkomstenbelasting
Vanaf 2024 wordt de huidige werkwijze van de Belastingdienst die ervoor zorgt dat
belastingplichtigen kleine foutjes of vergissingen in de aangifte inkomstenbelasting makkelijker
achteraf kunnen herstellen, in de wet opgenomen. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om een
aftrekpost die een belastingplichtige eerder vergeten is om aan te geven. Belastingplichtigen en de Belastingdienst hoeven hierdoor niet onnodig juridisch en formeel (onderling) te communiceren om de aanslag inkomstenbelasting aan te (laten) passen.
Tabel 2. Diversen IB/LB
2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
Eigenwoningforfait WOZ-waarde € 75.000 tot grens | 0,50% | 0,45% | 0,40% | 0,35% |
Grens WOZ-waarde eigenwoningforfait | 1.110.000 | 1.130.000 | 1.200.000 | 1.310.000 |
Eigenwoningforfait vanaf grens | 2,35% | 2,35% | 2,35% | 2,35% |
Percentage toepasbaarheid Wet Hillen | 90% | 86 2/3% | 83 1/3% | 80,00% |
Algemeen bijtellingspercentage voor privégebruik auto | 22% | 22% | 22% | 22% |
Verlaagde bijtelling voor nulemissieauto’s | 12% | 16% | 16% | 16% |
Max. grondslag voor verlaagde bijtelling (elektrisch) | 40.000 | 35.000 | 30.000 | 30.000 |
Werkkostenregeling vrije ruimte onder / boven € 400.000 | 1,7% | 1,7% / 1,18% | 3% / 1,18% | 1,9% / 1,18% |
Max. onbelaste vergoeding zakelijke km. (eurocent) | 19 | 19 | 21 | 23 |
Max. vergoeding vrijwilligers per jaar / maand | 1.800 / 180 | 1.800 / 180 | 1.900 / 190 | 2.100 / 210 |
Vrijstelling voor groene beleggingen box 3 | 60.429 | 61.215 | 65.072 | 71.251 |
Heffingskorting voor groen beleggen (% van vrijstelling) | 0,7% | 0,7% | 0,7% | 0,7% |
Max. onbelaste thuiswerkvergoeding | – | 2 | 2,15 | 2,35 |
Meer informatie in pdf: Belangrijkste wijzigingen belastingen 2024
Bekijk de belangrijkste fiscale veranderingen vanaf 1 januari 2024