
Het hof veroordeelt de opdrachtgever ook om aan de werknemer loonstroken (art. 7:626 BW) te verstrekken van de opgedragen loonbetaling. Artikel 7:626 BW rept weliswaar over door de werkgever te verstrekken loonstroken, maar gelet op de informatiefunctie van loonstroken moet ervan worden uitgegaan dat de verplichting tot het afgeven van een loonstrook ook geldt voor de opdrachtgever van de werkgever, wanneer deze aansprakelijk is voor de loonbetaling.
In hoger beroep
De opdrachtgever komt tegen het vonnis van de kantonrechter op en voert daartoe twee gronden aan. De eerste grief strekt – in de kern – tot betoog dat de werknemer een (arbeids)overeenkomst is aangegaan met de werkgever.
Met grief 2 betoogt de opdrachtgever dat het haar niet kan worden verweten dat het loon aan de werknemer niet is voldaan. de opdrachtgever voert daartoe aan de diensten van de werknemer aan de werkgever te hebben vergoed. Veroordeling van de opdrachtgever zou betekenen dat zij dubbel moet betalen.
Onder grief 2 voert de opdrachtgever ook aan dat het voor haar onmogelijk is om loonstroken aan de werknemer te verstrekken, omdat dat zou betekenen dat zij ook loonheffing moet betalen, waarmee dan een dubbele loonheffing wordt betaald.
De werknemer heeft in hoger beroep onder andere aangevoerd dat de opdrachtgever niet heeft onderbouwd dat haar niet kan worden verweten dat de werkgever aan de werknemer geen loon heeft betaald.
Loon betalen
Het hof overweegt als volgt. De opdrachtgever heeft niet betwist opdrachtgever te zijn (geweest) van de werkgever. De opdrachtgever heeft ook niet gemotiveerd betwist dat aan de werknemer niet diens volledige loon is betaald. Aldus is de opdrachtgever op grond van artikel 7:616a BW hoofdelijk aansprakelijk voor betaling van het loon aan de werknemer, met uitzondering van het geval (artikel 7:616a lid 2 BW) dat de opdrachtgever aannemelijk maakt dat haar, gelet op de omstandigheden van het geval, niet kan worden verweten dat het loon niet is voldaan.
Begrip ‘niet kan worden verweten’
In dat laatste verband voert de opdrachtgever slechts aan dat zij de werkgever voor de diensten van de werknemer heeft betaald. In de parlementaire geschiedenis van artikel 7:616a BW zijn aanwijzingen gegeven hoe invulling kan worden gegeven aan het begrip ‘niet kan worden verweten’.
Geen voorzorgsmaatregelen getroffen
Daartoe is het mogelijk dat de opdrachtgever jegens de werkgever van de (onbetaalde) werknemer vooraf maatregelen neemt, zoals het werken met een gecertificeerde aannemer, dan wel achteraf, zoals het laten uitvoeren van controle op de betaling door de werkgever. Gesteld noch is gebleken dat de opdrachtgever deze of andere voorzorgsmaatregelen heeft getroffen.
Onvoldoende feiten en omstandigheden
Het hof is op voorhand met de werknemer van oordeel dat de opdrachtgever onvoldoende feiten en omstandigheden heeft aangevoerd ter onderbouwing van haar stelling dat het verzuim van de werkgever om de werknemer te betalen haar niet kan worden verweten.
Aansprakelijk voor betaling loon
De enkele omstandigheid dat de opdrachtgever aan de werkgever heeft betaald, is daartoe onvoldoende. Dit betekent dat de kantonrechter de opdrachtgever op juiste gronden aansprakelijk heeft gehouden voor de (hoofdelijke) betaling van het achterstallige loon aan de werknemer. De omvang van die achterstallige betaling is geen onderwerp van dit geschil. Grief 1 slaagt niet.
Loonstroken verstrekken
Het hof verwerpt het betoog van de opdrachtgever dat het voor haar onmogelijk is om loonstroken te verstrekken. Artikel 7:626 BW houdt in dat de werkgever verplicht is bij elke voldoening van het in geld vastgestelde loon een opgave te verstrekken van het loonbedrag en van de inhoudingen daarop. Niet is gebleken dat de opdrachtgever niet in staat zou zijn een dergelijke opgave te verstrekken.
Bezwaar tweemaal loonbelasting betalen verworpen
Het bezwaar van de opdrachtgever dat als zij loonstroken moet verstrekken dat betekent dat zij tweemaal loonbelasting moet betalen wordt verworpen. De vraag of dit betekent dat de opdrachtgever tweemaal loonbelasting moet betalen kan in het midden blijven omdat, wat daarvan ook zij, de opdrachtgever gehouden is loonstroken te verstrekken in verband met de door haar te verrichten loonbetalingen. Dit deel van grief 2 slaagt niet.
Verplichting ook gericht op opdrachtgever?
Het hof ziet zich ambtshalve voor de vraag gesteld of de verplichting zoals neergelegd in artikel 7:626 BW ook gericht is op de opdrachtgever van de werkgever als bedoeld in artikel 7:616a BW.
Doel loonstrook: informeren over samenstelling en inhoudingen loon
In artikel 7:626 BW wordt uitsluitend melding gemaakt van de ‘werkgever’ op wie deze verplichting rust. Bij invoering van de artikelen 7:616a e.v. BW is artikel 7:626 BW aangepast.
In de Memorie van Toelichting staat daarover het volgende:
“Voorgesteld wordt om in de vereisten aan de opgave uit artikel 7:626 BW ter verduidelijking op te nemen dat de bedragen waaruit het loon is samengesteld en de bedragen die op het loonbedrag zijn ingehouden gespecificeerd dienen te worden.
Op basis van de huidige wettekst dienen de bedragen waaruit het loon is samengesteld en de bedragen die op het loon zijn ingehouden te worden vermeld op de opgave. Door de eis van specificatie wordt verduidelijkt dat ook de bedragen waaruit het loon is samengesteld en de bedragen die op het loon zijn ingehouden dienen te worden gespecificeerd. Uit de specificatie op de opgave moet bijvoorbeeld blijken of de werkgever een onkostenvergoeding heeft verstrekt en of een voorschot op het loon is verrekend.
Alleen het vermelden van het bedrag aan bijvoorbeeld verrekeningen en onkostenvergoedingen is niet voldoende, ook deze componenten dienen verder gespecificeerd te worden, door aan te geven waarvoor een onkostenvergoeding verstrekt is of welke inhoudingen er op het loon gedaan zijn.
Wanneer de werkgever bijvoorbeeld één of meerdere onkostenvergoedingen verstrekt, moet uit de specificatie blijken hoe hoog deze zijn, voor welke onkosten deze vergoedingen verstrekt zijn en welke daarvan samenhangen met de dienstbetrekking en welke niet. De werkgever dient de onkostenvergoeding daarvoor uit te splitsen door te vermelden of het gaat om een vergoeding voor reiskosten, voedsel, huisvesting etc. Een onkostenvergoeding met als titel «vrij besteedbaar» is niet voldoende gespecificeerd.
Door het specificeren van onkostenvergoedingen op de loonstrook kan door toezichthouders worden vastgesteld of het gaat om loon of niet, ook is de opgave transparanter voor de werknemer. Ook indien er bedragen worden verrekend dient door de werkgever gespecificeerd te worden welke componenten van de opgave met elkaar verrekend worden en waar deze componenten uit bestaan. Zo dient de werkgever te vermelden dat het voorschot op het loon verrekend wordt met een deel van het minimumloon.”
Het doel van het verstrekken van een loonstrook is daarom het informeren van de werknemer over diens loon, de samenstelling daarvan en de inhoudingen daarop.
Opdrachtgever ook aansprakelijk voor specificatie betaling
Artikel 7:616b lid 1 BW houdt in dat, in geval van niet betalen door de werkgever, de opdrachtgever van die werkgever tegenover de werknemer aansprakelijk is voor deze loonbetaling. Bij gebreke van enige aanwijzing die op het tegendeel wijst ligt naar het voorlopig oordeel van het hof dan voor de hand dat de werknemer die van de opdrachtgever zijn loon verkrijgt, tegenover die opdrachtgever recht heeft op een specificatie van de betaling en de eventuele inhoudingen daarop. Ook dit deel van grief 2 slaagt niet.
De conclusie is dat de grieven niet slagen. Het vonnis waarvan beroep wordt bekrachtigd.
Uitspraak Hof Amsterdam, 8 augustus 2023, ECLI:NL:GHAMS:2023:1915