
Ondanks alle weerstand tegen het nieuwe pensioenstelsel is de nieuwe Pensioenwet nu een feit.
De Tweede Kamer heeft het wetsvoorstel op 22 december 2022 aangenomen.
Transitiefase vanaf 1 juli 2023
De Wet toekomst pensioenen gaat op 1 juli 2023 in. Op die datum start een overgangsfase van enkele jaren waarin eerst werkgevers en werknemers met elkaar afspraken gaan maken over het aanpassen van hun pensioenregeling en daarna pensioenuitvoerders deze afspraken gaan uitvoeren.
Op 1 januari 2027 moeten alle pensioenen zijn overgezet naar het nieuwe systeem, maar minister Schouten van Pensioenen heeft al aangekondigd dat pensioenuitvoerders een jaar extra kunnen gebruiken. De datum wordt dan 1 januari 2028. In 2025 kan er nog worden besloten om de
overgang meer tijd te geven.
Drie doelen
In de Wet toekomst pensioenen zijn de afspraken vastgelegd die werkgevers, werknemers en het kabinet in 2019 met elkaar hebben gemaakt in het Pensioenakkoord.
De wet kent drie doelen:
- een aanvullend pensioen dat sneller stijgt;
- een persoonlijkere en duidelijkere pensioenopbouw; en
- een pensioenstelsel dat beter aansluit bij dat mensen niet meer 40 jaar bij één werkgever werken.
Wat blijft hetzelfde?
Het uitgangspunt van de nieuwe wet blijft dat het pensioen gezamenlijk wordt opgebouwd en dat financiële risico’s met elkaar gedeeld worden. Werkgevers en werknemers leggen premie in, pensioenuitvoerders beleggen dat geld en keren de pensioenuitkeringen uit.
Wat wijzigt er?
De Wet toekomst pensioenen wijzigt de Pensioenwet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en enige andere wetten in verband met herziening van het pensioenstelsel en enkele andere wijzigingen. Het wetsvoorstel bevat ook voorstellen voor de standaardisering van het nabestaandenpensioen in de tweede pijler, de experimenteerruimte voor de pensioenopbouw door zelfstandigen in de tweede pijler en de inkorting van de wachttijd voor werknemers in de uitzendsector.
De afgelopen jaren gingen de meeste pensioenen niet of nauwelijks omhoog. In het nieuwe pensioenstelsel kunnen pensioenuitvoerders de opbrengst van hun beleggingen sneller gebruiken om de pensioenen te verhogen. Omgekeerd werkt het ook: als het flink tegenzit, kunnen de pensioenen ook omlaag. De nieuwe pensioenwet regelt wel dat er buffers zijn om dat zo veel mogelijk op te vangen.
De nieuwe pensioenwet zorgt er ook voor dat het duidelijker en persoonlijker wordt hoeveel pensioen er is opgebouwd. Het pensioen van een deelnemer is voortaan alle premie die namens die deelnemer is betaald, plus het rendement dat dit geld heeft opgeleverd.
Wat ook wijzigt, is dat de premie die werknemers betalen op elke leeftijd ten gunste komt van hun eigen pensioen. In het vorige systeem werd het meeste pensioen opgebouwd aan het einde van de loopbaan en was er een impliciete subsidie van jong naar oud. Een andere baan of werkloosheid had aan het eind van de loopbaan daardoor extra grote gevolgen. De nieuwe wet sluit op deze manier beter aan bij dat mensen tegenwoordig niet meer veertig jaar voor één werkgever werken.
Informatie over nieuw pensioenstelsel
Samen met pensioenuitvoerders, vakbonden en werkgevers start de overheid een voorlichtingscampagne om Nederlanders van goede informatie te voorzien over wat er hetzelfde blijft en wat er gaat veranderen in het nieuwe stelsel. Deze bestaat uit algemene informatie over het nieuwe stelsel, en persoonlijke informatie over de eigen pensioenvoorziening door de pensioenuitvoerders. Meer informatie over het nieuwe stelsel is te vinden op www.onsnieuwepensioen.nl. Zie ook www.werkenaanonspensioen.nl
Antwoorden op vragen over nieuw pensioenstelsel
Aangenomen moties
Er zijn 28 moties ingediend tijdens het debat over de Wet toekomst pensioenen in de Eerste Kamer. Daarvan zijn 7 moties aangenomen en 21 moties verworpen.
De volgende moties zijn aangenomen:
- De motie-Crone c.s. verzoekt de regering in overleg met sociale partners te komen tot een voortzetting en voor lager betaalden een verruiming van de RVU (regelingen voor vervroegde uittreding) of daarmee vergelijkbare regeling en de Kamers voor Prinsjesdag te informeren over de uitkomsten.
- De motie-Moonen c.s. verzoekt de regering om een onderzoek in te stellen hoe de achterblijvende pensioenopbouw van vrouwen in het nieuwe pensioenstelsel kan worden weggenomen en de uitkomsten daarvan, alsmede de beleidsvoornemens en het tijdpad van de regering om deze pensioenkloof te dichten, met de Kamer te delen.
- De motie-Moonen c.s. verzoekt de regering in overleg met sociale partners te stimuleren dat deelnemers bij het naderen van de pensioenleeftijd gewezen worden op de mogelijkheden om langer door te werken en welke financiële voordelen dit heeft voor betrokkenen.
- De motie-Crone c.s. verzoekt de regering nadat de Wtp is aangenomen binnen afzienbare tijd ook de pensioenen voor politici volgens de Wtp vorm te gaan geven.
- De motie-Moonen c.s. overweegt dat bij wet een regeling voor extern geschilbeslechting wordt voorgesteld, waarbij deelnemers worden gehoord nadat een interne klachtprocedure is afgewikkeld; en spreekt de wens uit dat wanneer conclusies van de uitgevoerde evaluatie daartoe aanleiding geven alsdan, in overleg met de minister van Justitie en Veiligheid of minister voor Rechtsbescherming, tot aanpassing wordt over gegaan, en dat bindend advies – regeling in de vorm van een Algemene maatregel van Bestuur bij beide Kamers voor te hangen.
- De motie-Oomen c.s. is van mening dat ook de dekking voor wezenpensioen waarvoor nu niets is geregeld, op dezelfde wijze als voorzien voor de vrijwillige voortzetting van de dekking voor partnerpensioen, kan worden voortgezet; en verzoekt de minister deze problematiek op een zo kort mogelijke termijn in een eerstvolgend passend wetsvoorstel te regelen.
- De motie-Oomen c.s. is van mening dat er in de Wet toekomst pensioenen hiaten zijn voor de dekking van een partner- en wezenpensioen bij overlijden voor pensioendatum en dat de dekking voor partnerpensioen voor pensioendatum vrijwillig voortgezet kan worden; is van mening dat daarom de vrijwillige voortzetting uit artikel 61a van de Pensioenwet zo snel als mogelijk als default in de wet opgenomen moet worden; en verzoekt de minister deze problematiek op een zo kort mogelijke termijn in een eerstvolgend passend wetsvoorstel te regelen.
Reacties op nieuwe wet
Minister Carola Schouten van Pensioenen:
Dit is een belangrijke stap. Met deze wet zorgen we dat ons pensioen goed geregeld blijft, voor de mensen die nu al met pensioen zijn, voor de mensen die werken en voor toekomstige generaties.
Tuur Elzinga, voorzitter FNV:
Met de nieuwe wet in de hand kunnen de pensioenfondsen het pensioen transparanter en eerlijker vormgeven en ervoor kiezen om de risico’s nog effectiever collectief te delen. Daarmee kan er sneller worden geïndexeerd. In het Pensioenakkoord zijn ook tijdelijke afspraken gemaakt over vervroegd uittreden. Het is nu de hoogste tijd dat er structurele afspraken komen zodat mensen met zware beroepen op tijd kunnen stoppen met werken.
Ingrid Thijssen: voorzitter VNO-NCW:
Er is jarenlang hard en zorgvuldig gewerkt om deze belangrijke en noodzakelijke modernisering voor elkaar te krijgen. Hiermee krijgt het pensioenstelsel eindelijk de grote onderhoudsbeurt die nodig is. Het is nu aan werkgevers, werknemers en de pensioensector om vaart te maken met een zorgvuldige uitwerking, zodat het stelsel weer tijden meekan en we allemaal beter inzicht krijgen in ons pensioen.
Piet Fortuin, voorzitter CNV:
We maken een historische stap richting een toekomstbestendig pensioenstelsel. Dit nieuwe stelsel blijft solidair, sluit beter aan op de arbeidsmarkt en geeft deelnemers een beter zicht op hun pensioen. Pensioenuitkeringen blijven levenslang, ook het partnerpensioen. Bovendien kunnen we pensioenen sneller indexeren.
Ger Jaarsma, voorzitter Pensioenfederatie:
Als pensioenfondsen zijn we blij met deze uitslag. De nieuwe wet past bij deze eeuw. Wij zijn nu aan zet. Eén ding is zeker: als we klaar zijn in 2028, dan heeft Nederland een pensioen dat klaar is voor de toekomst. Een pensioen dat ook beter dan nu kan meegroeien met de stijgende prijzen.
Jacco Vonhof, voorzitter MKB-Nederland:
Met deze wet kan definitief de stap worden gezet naar een persoonlijker pensioenstelsel. Want zonder dat mensen het doorgaans beseffen werken ze vaak minstens één dag in de week voor hun pensioen.
Sjaak van der Tak, voorzitter LTO-Nederland:
Met deze nieuwe pensioenwet start een grote transitie van het pensioenstelsel voor alle werkenden én werkgevers. Het nieuwe stelsel zorgt voor een beter pensioenperspectief voor alle werknemers en werkgevers en is daarmee een belangrijke stap voorwaarts.
Nic van Holstein, voorzitter VCP:
Onze organisaties gaan nu aan de slag met goede arbeidsvoorwaardelijke afspraken over het arbeidsvoorwaardelijk pensioen waaronder het nabestaandenpensioen, met gezamenlijke verantwoordelijkheid van werkgevers en kabinet. Hierbij is het zaak dat er geen deelnemers ten opzichte van andere deelnemers worden benadeeld en de afschaffing van de doorsneesystematiek evenwichtig uitpakt.
Richard Weurding – algemeen directeur Verbond van Verzekeraars:
Deze overstap naar premieregelingen maakt het pensioen persoonlijker, flexibeler en beter uitlegbaar. Ik verwacht dat daardoor de betrokkenheid en invloed van deelnemers toeneemt.
Jan Berndsen, Hoofd Pensioenen AFM:
De nieuwe Pensioenwet is een positieve en noodzakelijke stap in de herziening van ons pensioenstelsel. De AFM juicht het toe dat er waarborgen in de wet zijn opgenomen die ertoe bijdragen dat het pensioen beter uitlegbaar en transparanter wordt voor de deelnemers, en die de pensioenregelingen beter laten aansluiten op de deelnemers.
Wet toekomst pensioenen op eerstekamer.nl
Volg ook de online cursus Impact nieuwe Wet toekomst pensioenen per 1 juli 2023 op 4 oktober met Ron Mulder