Een Kaderovereenkomst regelt dat werknemers met ingang van 1 juli 2023 in de woonlidstaat maximaal 49% van de arbeidsduur thuis kunnen werken zonder dat dit de van toepassing zijnde socialezekerheidswetgeving wijzigt (als zowel de werkstaat als de woonstaat de Kaderovereenkomst ondertekenen).
Telewerken in woonstaat, verzekerd in werkstaat
Parallel aan de onderhandelingen over de herziening van de Coördinatieverordening Sociale Zekerheid (883/2004), is in Europa de afgelopen maanden – mede op initiatief van de minister onderhandeld – over een Kaderovereenkomst die het mogelijk maakt dat werknemers die in hun woonstaat telewerken in hun werkstaat verzekerd blijven. De inzet van Van Gennip is er altijd op gericht geweest om ervoor te zorgen dat grenswerkers kunnen thuiswerken en zij wil onnodige belemmeringen op het terrein van de sociale zekerheid zoveel mogelijk wegnemen. Op dit gebied is belangrijke voortgang te melden.
Kaderovereenkomst
Eind maart is een werkgroep een concept-Kaderovereenkomst overeengekomen. In de Europese Unie heeft de minister zicht op verschillende momenten hard gemaakt voor een oplossing voor
mensen die in een andere EU-lidstaat wonen of verblijven en daar telewerken. Terugkeer naar de huidige regels uit de Verordening is voor veel van deze mensen geen goede optie.
Na maanden van inspanning, biedt deze Kaderovereenkomst de gewenste duidelijkheid op het gebied van sociale zekerheid voor zowel werkgevers als werknemers die werken en wonen in verschillende lidstaten. Van Gennip is zeer tevreden met het resultaat en is van plan om de Kaderovereenkomst te ondertekenen. Hieronder vind je meer informatie over de inhoud van deze overeenkomst op hoofdlijnen.
Thuiswerken geen gevolgen voor SZ-positie grenswerkers
Tijdens de COVID-pandemie zijn mensen massaal gaan thuiswerken. EU-lidstaten hebben toen met elkaar afgesproken dat het toegenomen thuiswerken niet zou leiden tot een wijziging van de
toepasselijke socialezekerheidswetgeving. Dit ‘Coronabeleid’ liep eind juni 2022 af en momenteel geldt een transitieperiode. In deze transitieperiode heeft thuiswerken evenmin gevolgen voor de sociale zekerheidspositie van grenswerkers. De transitieperiode loopt 1 juli 2023 af. Om het toegenomen telewerken ook na die datum te faciliteren, heeft Nederland zich in EU-verband ingezet voor de totstandkoming van een multilaterale overeenkomst.
Overeenkomst 1 juli in werking als minimaal 2 lidstaten ondertekenen
Eind maart heeft een werkgroep van de zogeheten ‘Administratieve Commissie voor de sociale zekerheid van migrerende werknemers’ een concept-Kaderovereenkomst opgeleverd. De Kaderovereenkomst kan op 1 juli in werking treden als minimaal twee lidstaten de overeenkomst voor die datum ondertekenen. Afgesproken is dat lidstaten elkaar uiterlijk 17 april informeren of ze de Kaderovereenkomst willen ondertekenen.
Telewerken in woonlidstaat tot 50% arbeidsduur
De Kaderovereenkomst maakt telewerken door werknemers in de woonlidstaat mogelijk tot 50% van de arbeidsduur, zonder dat dit leidt tot een wijziging van de toepasselijke socialezekerheidswetgeving (indien zowel de werkstaat als de woonstaat de Kaderovereenkomst ondertekenen). Er is, mede op voorspraak van Nederland, gekozen voor dit percentage zodat ook parttimers die bijvoorbeeld vier dagen werken de mogelijkheid hebben om regelmatig thuis te werken.
Artikel 16-overeenkomst sluiten
Als wordt voldaan aan de voorwaarden uit de Kaderovereenkomst, kunnen uitvoeringsorganen van de lidstaten door middel van een vereenvoudigde procedure een zogeheten ‘artikel 16-overeenkomst’ sluiten. Met een dergelijke artikel 16-overeenkomst wordt afgeweken van de reguliere aanwijsregels van Verordening 883/2004.
Aanvraag indienen in lidstaat werkgever
Werknemers of werkgevers moeten hiervoor een aanvraag indienen in de lidstaat van de werkgever. Het sociale zekerheidsorgaan in die lidstaat geeft vervolgens na een beoordeling of aan de voorwaarden is voldaan – ter bevestiging dat de wetgeving van die lidstaat van toepassing is – een verklaring af zonder dat er instemming nodig is vanuit de andere lidstaat die de Kaderovereenkomst heeft ondertekend.
SVB gaat Kaderovereenkomst uitvoeren
In Nederland is de Sociale Verzekeringsbank (SVB) belast met de uitvoering van de Kaderovereenkomst. De verwachting is dat werknemers of hun werkgevers in de grensstreek in grote getalen een aanvraag zullen indienen. De uitvoering van de overeenkomst vraagt dan ook veel van de SVB. De implementatieperiode – tot 1 juli 2023 – is echter zeer kort. De SVB zou normaal gesproken een jaar nodig hebben om de overeenkomst goed te kunnen uitvoeren.
Een Europese oplossing voor de SVB is onuitvoerbaar bij minder dan een jaar voorbereidingstijd. Omdat dit jaar er niet is, is afgesproken dat de SVB zal werken met een noodscenario, waarbij de SVB onder meer gebruik gaat maken van externe inhuur. De SVB is al begonnen met de noodzakelijke voorbereidingen.
Brief met meer details volgt
In april vinden nog technische gesprekken plaats over de implementatie van de overeenkomst door de lidstaten. Na afronding van deze gesprekken kan de minister meer gedetailleerde informatie te kunnen verstrekken over de inhoud van de overeenkomst, de uitvoering van het noodscenario door de SVB en de gevolgen daarvan voor de burger. In die brief kan zij ook bekendmaken welke lidstaten van plan zijn de overeenkomst te ondertekenen.
Minister wil eind maart duidelijkheid voor thuiswerkende grensarbeider