
De arbeidsrelatie van zelfstandigen verschilt van die van werknemers. Dat is ook logisch: er zijn inherente verschillen tussen beide categorieën werkenden. De verschillen in bijvoorbeeld fiscale regelgeving moeten wel een goede grond hebben. Daarom wordt er op een aantal terreinen het verschil verminderd. Dit is uitgebreid beschreven in de voortgangsbrief werken met en als zelfstandige(n). Minister Van Gennip van SZW gaat er in de Kamerbrief voortgang uitwerking arbeidsmarktpakket van 3 april 2023 nader op in.
Zelfstandig ondernemerschap of in loondienst
Het is van belang dat werkenden en werkgevers zoveel mogelijk om de juiste redenen en in lijn met het wettelijke kader kiezen voor zelfstandig ondernemerschap of loondienst. Daarbij blijft werken als zelfstandige uiteraard mogelijk.
Ook voor ondernemers is van belang dat zoveel mogelijk duidelijk is wanneer er sprake is van een arbeidsrelatie met een zelfstandige (op basis van een overeenkomst van opdracht of een andere overeenkomst) en wanneer van een arbeidsovereenkomst. Of wanneer sprake is van een ander soort overeenkomst.
Het kabinet wil daarom de regels rondom de kwalificatie van de arbeidsrelatie verduidelijken, deze beter opeisbaar te maken en hierop beter te gaan handhaven.
Werken in dienst van (gezag)
De voortgangsbrief zelfstandigen geeft aan hoe het kabinet de regelgeving rondom de beoordeling van arbeidsrelaties wil verduidelijken. De minister zal de open norm ‘werken in dienst van’ (gezag) uit het Burgerlijk Wetboek verder inkleuren aan de hand van jurisprudentie.
Ter structurering van de open norm ‘werken in dienst van’ worden drie hoofdelementen benoemd:
- materiële ondergeschiktheid (toezicht, instructies etc.);
- de organisatorische inbedding van het werk; en
- – als contra-indicatie voor het bestaan van een arbeidsovereenkomst – zelfstandig ondernemerschap binnen de betreffende arbeidsrelatie.
Uurtarief
Daarnaast werkt het kabinet aan een zogenomd ‘civielrechtelijk rechtsvermoeden van een arbeidsovereenkomst’, gekoppeld aan een uurtarief. De tariefgrens hiervan wordt nog nader bepaald (mogelijk tarief tussen de 30 en 35 euro).
Daarmee wordt de positie van werkenden met een zwakkere onderhandelingspositie versterkt. Zij kunnen gemakkelijker hun rechten (op basis van een arbeidsovereenkomst) opeisen.
Werken met zelfstandigen
Verder is in de voortgangsbrief aangegeven dat de minister een werkprogramma is gestart voor het werken met zelfstandigen (binnen de groep personeel niet in loondienst) samen met het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Handhaving op schijnzelfstandigheid
Tot slot wil het kabinet de handhaving op schijnzelfstandigheid op de korte termijn verbeteren en versterken. Ook deze maatregel is gericht op het stimuleren van het maken van contractkeuzes die passen bij de aard van het werk.
Het kabinet heeft de ambitie de handhaving op korte termijn te versterken en verbeteren en uiterlijk op 1 januari 2025 het handhavingsmoratorium volledig op te heffen. In de tussentijd zal de Belastingdienst meer capaciteit inzetten binnen de kaders van het handhavingsmoratorium.
Ook zal nadrukkelijk de samenwerking met de markt worden gezocht vanuit het uitgangspunt dat het voldoen aan regelgeving primair een verantwoordelijkheid is van marktpartijen zelf.
Kamerbrief Voortgang uitwerking arbeidsmarktpakket
Werken met en als zelfstandige: gelijk speelveld-duidelijke regels-handhaven