
Op www.watbetekentditvoormij.nl vind je een overzicht van de gevolgen van de wijzigingen samen.
1 Box 1
Een aantal relevante wijzigingen in box 1: belastbaar inkomen uit werk en woning.
Basistarief omlaag
In 2023 wordt het basistarief van 37,07% verlaagd met 0,14 procentpunt naar 36,93%. Het
basistarief geldt in 2023 voor een inkomen tot en met € 73.031. Dit bedrag is tot stand gekomen
door de reguliere jaarlijkse indexatie van de schijfgrens in combinatie met een beleidsmatige
verlaging van € 740. Het toptarief wijzigt niet en blijft 49,5%.
Heffingskortingen (niet meer) uitbetalen
Voor een belastingplichtige met geen of een laag inkomen kan het recht op heffingskortingen
hoger zijn dan de verschuldigde belasting. In dat geval wordt een deel van de heffingskortingen
niet verzilverd.
In 2022 konden de niet-verzilverde algemene heffingskorting, arbeidskorting en
inkomensafhankelijke combinatiekorting onder bepaalde voorwaarden nog voor 6,67% worden
uitbetaald. De belastingplichtige moest wel een fiscaal partner hebben om van die mogelijkheid
gebruik te maken.
Vanaf 2023 is het uitbetalen van heffingskortingen niet meer mogelijk voor belastingplichtigen die geboren zijn op of na 1 januari 1963.
Arbeidskorting omhoog en snellere afbouw
De arbeidskorting wordt in 2023 verhoogd voor werkenden die inkomstenbelasting betalen met
een inkomen tussen € 37.697 en € 115.301.
De arbeidskorting bedraagt in 2023 bij het eerste knikpunt € 884 (€ 470 in 2022), bij het tweede knikpunt € 4.605 (€ 3.887 in 2022) en bereikt bij het derde knikpunt het maximum van € 5.052 (€ 4.260 in 2022). Het afbouwpercentage wordt verhoogd van 5,86% naar 6,51%.
Knikpunten arbeidskorting
De inkomens waarbij een knik in de arbeidskorting plaatsvindt, zijn gekoppeld aan het wettelijk
minimumloon (wml). Het wml wordt in 2023 met ruim 8% verhoogd. Deze verhoging komt boven
op de gebruikelijk indexatie van het wml met loonontwikkeling. Er is voor gekozen om deze extra
verhoging van het wml niet door te laten werken op de knikpunten van de arbeidskorting. Deze
knikpunten schuiven dus alleen op naar rechts vanwege de jaarlijkse indexatie.
Tarief aftrekposten
Het tarief voor aftrekposten daalt in 2023 naar 36,93% (was 40%). Dit tarief is daarmee hetzelfde
als het basistarief in het tweeschijvenstelsel en blijft hier ook aan gekoppeld. Dit betekent dat
iedereen met een inkomen in de tweede schijf (hoger dan € 73.031) het deel van de aftrekposten
dat valt in die hogere tariefschijf, ook aftrekt tegen het (lagere) basistarief. Hierbij gaat het onder
andere om de hypotheekrenteaftrek, de ondernemersaftrek en de persoonsgebonden aftrek.
Middelingsregeling vervalt
De middelingsregeling biedt mensen met een sterk wisselend inkomen in box 1 de mogelijkheid
om hun inkomen over drie jaar te middelen. Deze regeling wordt per 1 januari 2023 afgeschaft.
Het laatste tijdvak waarover nog gemiddeld kan worden is 2022-2023-2024.
Heffingsmoment voor aandelenopties verschuift
Werknemers ontvangen soms aandelenopties als beloning van hun werkgever. Een aandelenoptie
geeft de werknemer het recht om aandelen van het bedrijf te kopen binnen een bepaalde periode
tegen een vooraf vastgesteld prijs. De werknemer betaalt nu nog belasting over de aandelenopties
op het moment dat de optierechten worden omgezet in aandelen.
Vanaf 2023 verschuift het heffingsmoment naar het moment dat de aandelen verhandelbaar worden. Er komt wel een keuzeregeling: de werknemer kan er nog altijd voor kiezen om bij uitoefening van de opties al belasting te betalen, ook als de aandelen dan nog niet verhandelbaar zijn.
Vrije ruimte WKR
In 2022 bedraagt de vrije ruimte 1,7% over de eerste € 400.000 van de fiscale loonsom (eerste schijf) en 1,18% over de resterende loonsom (tweede schijf). Alleen voor het kalenderjaar 2023 wordt het percentage van de eerste schijf verhoogd naar 3%.
Vanaf 2024 bedraagt het percentage van de eerste schijf 1,92%. Het percentage in de tweede schijf blijft ongewijzigd.
Stapsgewijze afbouw zelfstandigenaftrek
Per 1 januari 2023 wordt de zelfstandigenaftrek verlaagd van € 6.310 naar € 5.030. De
zelfstandigenaftrek wordt in de komende jaren stapsgewijs afgebouwd naar € 900 in 2027.
Hogere onbelaste reiskostenvergoeding
Per 1 januari 2023 wordt de maximale onbelaste reiskostenvergoeding verhoogd van € 0,19 naar
€ 0,21 per kilometer.
De verhoging biedt werkgevers de mogelijkheid om een hoger bedrag voor reiskosten van werknemers belastingvrij te vergoeden. Werknemers worden hiermee gecompenseerd voor de hogere kosten van vervoer. De maatregel geldt ook voor ondernemers en resultaatgenieters voor de inkomstenbelasting. Zij mogen per 2023 ook het verhoogde bedrag van € 0,21 per kilometer voor zakelijke reizen aftrekken van hun winst.
De verhoging geldt daarnaast voor:
- reiskosten voor ziekenbezoek;
- kilometervergoeding voor weekend- en vakantie-uitgaven voor gehandicapten;
- giftenaftrek als een vrijwilliger afziet van reiskostenvergoeding.
2 Box 2
Relevante wijzigingen ten aanzien van box 2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang.
Doelmatigheidsmarge afgeschaft
De doelmatigheidsmarge in de gebruikelijkloonregeling wordt per 2023 afgeschaft. Iemand die
werkt voor zijn eigen bv moet zichzelf een gebruikelijk loon uitkeren. Bij de vaststelling daarvan
wordt dit onder andere vergeleken met het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking.
Tot en met 2022 kon het loon op 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking
gesteld worden. Het verschil van 25% wordt de doelmatigheidsmarge genoemd. Het gebruikelijk
loon wordt door de afschaffing daarvan in voorkomende gevallen hoger gesteld.
Uitzondering gebruikelijkloonregeling start-ups vervalt
Per 1 januari 2017 bevat de gebruikelijkloonregeling een uitzondering voor directeur-grootaandeelhouders (dga’s) van innovatieve startups. Met deze regeling kan een dga het
belastbaar loon vaststellen op het minimumloon, waardoor er meer geld beschikbaar blijft in de
startup om te kunnen groeien. Per 1 januari 2023 vervalt deze regeling.
3 Autobelastingen
Wat betreft de autobelastingen is de bijtelling voor emissevrije personenauto’s van belang.
De catalogusprijs waarover korting in de bijtelling voor emissievrije personenauto’s van toepassing
is (cap) wordt in 2023 verlaagd van € 35.000 naar € 30.000. De korting voor emissievrije
personenauto’s op het normale bijtellingspercentage blijft 6%.
Het normale bijtellingspercentage is 22%, waarmee de bijtelling tot de cap voor emissievrije personenauto’s in 2023 uitkomt op 16%.
De korting op de bijtelling voor emissievrije personenauto’s over 2023 is daardoor maximaal
€ 1.800. De korting op het normale bijtellingspercentage en de cap voor emissievrije
personenauto’s wordt tot 2026 verder afgebouwd.