
De stemmingen over de tijdens het debat ingediende moties en de amendementen zijn op 20 december. De Tweede Kamer stemt op 22 december over het wetsvoorstel.
PvdA en GroenLinks trekken samen op in het pensioendebat, en stelden verschillende voorwaarden:
- de komende vijf jaar moet het aantal werknemers zonder pensioen worden gehalveerd tot 450.000.
- de minimumleeftijd van pensioenopbouw moet naar 18 jaar gaan.
- de wachttijd van een half jaar voor uitzendkrachten om pensioen te mogen opbouwen, moet korter worden.
- voor zzp’ers moet er een collectieve pensioenmogelijkheid komen.
De partijen zijn nodig voor een meerderheid in de Eerste Kamer. Maar ook voor het maatschappelijk draagvlak is de steun van de twee linkse partijen voor het kabinet van belang.
Een modernisering van het pensioenstelsel. Dat is het doel van een nieuwe wet op basis van het pensioenakkoord dat het kabinet in 2019 met werknemers- en werkgeversorganisaties heeft gesloten.
Goede stap vooruit
Er is jaren gesproken over aanpassing van het pensioenstelsel, stelt Van Beukering (D66) vast, en de behandeling in de Kamer heeft ook nog geleid tot aanpassingen. Het resultaat is volgens haar een goed wetsvoorstel.
Een goede stap vooruit. Zo typeert Smals (VVD) het nieuwe stelsel, dat al sinds 2008 wordt voorbereid. We blijven gezamenlijk sparen voor pensioen. Jongeren hoeven niet meer te vrezen dat er voor hen niets overblijft en zelfstandigen krijgen meer ruimte om pensioen op te bouwen. Het nieuwe stelsel levert betere pensioenverwachtingen op.
Ook Palland (CDA) is op hoofdlijnen positief over het wetsvoorstel, maar “the proof of the pudding is in the eating”. Daarom is het volgens haar belangrijk dat goed wordt gemonitord of en hoe de pensioendoelen worden behaald, hoe de pensioenpremie zich ontwikkelt en welke transitie-effecten er zijn. De minister wil de Kamer regelmatig, minimaal jaarlijks, informeren.
Haken en ogen
Veel pensioendeskundigen zien haken en ogen aan het nieuwe stelsel, constateert Den Haan (Fractie Den Haan). Het lijkt er vooral op dat de werkgevers bediend worden met een lagere premie. Er zal bovendien zeer risicovol belegd moeten worden om voor de individuele pensioenpotjes goede resultaten te halen. Het “potjespensioen” zal de geschiedenis ingaan als een pensioen waar een potje van is gemaakt, vreest zij.
Onzekerheid
Onzekerheid. Dat is volgens Van Kent (SP) het gevolg van de nieuwe pensioenplannen. Volgens een recent onderzoek zullen veel pensioenfondsen pas op het laatste moment overgaan naar het nieuwe stelsel, met piekbelasting bij adviseurs tot gevolg. Pensioenen gaan bovendien meebewegen met de financiële markten en dat moeten we niet willen, betoogt Van Kent.
Weeffouten in wet
De grote weeffouten die in de wet zitten, kunnen ervoor zorgen dat we veel spijt krijgen van deze hervorming, zegt Omtzigt: er is een groot risico op een uitvoeringschaos. Hij waarschuwt dat er pech- en gelukgeneraties dreigen te ontstaan. Ook wordt het moeilijk om (de omzetting naar) het nieuwe stelsel goed uit te leggen aan de deelnemers: het wordt niet eenvoudiger en niet transparanter.
Doorsneesystematiek
De doorsneepremie zorgt er nu voor dat jongeren meebetalen aan het pensioen van ouderen. In het nieuwe stelsel wordt deze systematiek afgeschaft.
Als blijkt dat groepen nadeel ondervinden van de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel, zegt Schouten, moeten de decentrale sociale partners afspraken maken over een adequate compensatie.
Indien de dekkingsgraad op dat moment onvoldoende is, zullen moeilijke keuzes moeten worden gemaakt. Maar in zo’n situatie zouden pensioenfondsen volgens de minister ook in het huidige stelsel een probleem hebben.
Witte vlek
Er zijn nu te veel werkenden die geen pensioen opbouwen, betoogt Nijboer (SP), de witte vlek. Daarbij gaat het om zowel werknemers als zzp’ers. In de wet moet in ieder geval het doel komen te staan dat het aantal mensen waar het om gaat, wordt gehalveerd. Verder zou er geen wachttijd meer mogen zijn voor werknemers en zou iedereen die werkt, vanaf 18 jaar pensioen moeten gaan opbouwen.
Maatoug (GroenLinks) is bereid het wetsvoorstel het voordeel van de twijfel te geven. Maar dan moet wel geregeld zijn dat meer mensen pensioen gaan opbouwen en dat de Kamer haar controlerende taak tijdens de verschillende fases van de transitie naar het nieuwe pensioenstelsel goed kan uitvoeren.
Nabestaandenpensioen
Het nabestaandenpensioen is cruciaal voor de bestaanszekerheid van weduwen en wezen, zegt Ceder (ChristenUnie). Het nieuwe pensioenstelsel zorgt in zijn ogen voor een verbetering. Ook Stoffer (SGP) hecht aan een goed nabestaandenpensioen. Het draagt in zijn ogen bij aan het beschermen van de zwakkeren in de samenleving. Beide woordvoerders doen voorstellen om het nabestaandenpensioen nog beter te regelen.
Bron: Tweedekamer.nl en NOS.nl