
Vallen vleesvervangers (vegetarische frikadellen, gehaktballen en hamburgers) onder de werking van het Verplichtstellingsbesluit voor verplichte deelneming aan het Bedrijfstakpensioenfonds voor Vlees, Vleeswaren, Gemaksvoeding en Pluimveevlees?
Nee, want vleesvervangende producten kunnen niet gelijkgesteld worden vleeshoudende producten. De definitie van gemaksvoeding in het Besluit is niet automatisch mee geëvolueerd met het spraakgebruik.
Gemaksvoeding
De kern van de in deze procedure te beantwoorden vraag is of in de definitie van ‘gemaksvoeding’ in het Besluit besloten ligt dat onder gemaksvoeding ook begrepen zijn snacks, die geen vlees, maar vleesvervangers bevatten.
Het gaat uiteindelijk alleen om de vraag of de werkgever een onderneming is die uitsluitend of in hoofdzaak het bedrijf uitoefent van het fabrieksmatig bereiden of samenstellen van etenswaren, die als gemaksvoeding kunnen worden aangemerkt, waarbij onder gemaksvoeding onder meer worden verstaan frika(n)dellen, toebereide gehaktballen, hamburgers, (….), en die door middel van conservering, bijvoorbeeld diepvries, koelvers vacuüm, blik of droge vorm, klaar [zijn] voor gebruik.
Alternatief voor vlees
De werkgever heeft in deze procedure duidelijk gemaakt dat hij producten produceert, die vrijwel uitsluitend via schappen van de supermarkten aan particuliere consumenten worden aangeboden als een alternatief voor vlees of vleeshoudende producten.
Verder wordt nog verduidelijkt dat de producten van de werkgever vleesvervangers zijn en bedoeld zijn een onderdeel te vormen van een thuis te bereiden maaltijd.
Snacks
De producten van de werkgever bevatten geen vlees, en het zijn ook geen snacks, aldus de werkgever. Ten aanzien van dat laatste merkt de kantonrechter overigens op dat de term ‘snack’ niet voorkomt in het Besluit, zodat in deze procedure niet aan de term ‘snack’ getoetst kan worden.
Frikandel, gehaktbal of hamburger
Uiteindelijk gaat het bij de beoordeling dus uitsluitend om de vraag of de producten van de werkgever, ondanks dat vaststaat dat deze geen vlees bevatten, zijn aan te merken als frika(n)dellen, toebereide gehaktballen en/of hamburgers in de zin van het Besluit.
Spraakgebruik geëvolueerd
In zijn verweer heeft Bedrijfstakpensioenfonds voor Vlees, Vleeswaren, Gemaksvoeding en Pluimveevlees (VLEP) naar voren gebracht dat weliswaar vroeger een frikandel, gehaktbal of hamburger altijd vlees bevatte, maar dat die tijd inmiddels achter ons ligt. In het huidige spraakgebruik kunnen frikandellen, gehaktballen en hamburgers net zo goed producten zonder vlees zijn.
Niet automatisch onder definitie
Ondanks dat het spraakgebruik is geëvolueerd, neemt dat niet weg dat daarmee ook automatisch niet-vleeshoudende frikandellen, gehaktballen en/of hamburgers onder de definitie van frikandellen, gehaktballen en hamburgers in de zin van het Besluit zijn komen te vallen.
Niet dezelfde producten
Ook het feit dat een zeker product (bijvoorbeeld een vegetarische gehaktbal) lijkt op een ander (bekend en/of bestaand) product (bijvoorbeeld een vleeshoudende gehaktbal) betekent niet dat die producten ook dezelfde producten zijn, zeker niet als de beoordeling daarvan moet gebeuren op basis van een definitie van dat product in een wettelijke of daarmee gelijk te stellen regeling.
Dikke van Dale uit 1992
Van de zijde van VLEP is gesteld dat de begrippen frikandel, gehaktbal en hamburger al langere tijd ongewijzigd staan opgenomen in het Besluit of voorgangers daarvan, wellicht al sinds 1956, toen de verplichtstelling voor de eerste keer werd vastgelegd.
In dat kader heeft de kantonrechter de ‘Dikke Van Dale’ in de uitgave van 1992, in tijd genomen ruwweg halverwege tussen 1956 en heden, geraadpleegd op de zoektermen: frikandel, gehaktbal en hamburger, met de volgende resultaten:
- frikandel: worstvormig stuk gebraden gehakt;
- gehaktbal: bal gehakt; en
- hamburger: rond, plat, gebraden stuk gehakt,
- waarbij gehakt wordt omschreven als: fijngehakt of fijngemalen vlees.
Vleeshoudende producten
Onmiskenbaar blijkt hieruit dat in het verleden een frikandel, gehaktbal en/of hamburger steevast vlees bevatte. Van vleesvervangers was destijds waarschijnlijk nog geen sprake, althans werden vleesvervangende producten in het spraakgebruik niet met vleeshoudende producten gelijkgesteld.
Definitie evolueert niet automatisch mee
Hiervoor is al overwogen dat een definitie van een bepaalde term niet automatisch mee-evolueert met de evolutie van het spraakgebruik. Indien een definitie van een bepaalde term dateert van voor de evolutie van het spraakgebruik en de definitie niet aan de verandering wordt aangepast, moet de conclusie zijn dat de term moet worden uitgelegd aan de hand van hetgeen ten tijde van het opstellen onder de definitie werd verstaan.
Producten bedoeld die vlees bevatten
In dat licht overweegt de kantonrechter dat met de termen frikandel, gehaktbal en hamburger in het (huidige) Besluit, waarvan VLEP zelf heeft gesteld, dat deze al langere tijd ongewijzigd deel uitmaken van het Besluit en voorgangers daarvan, in ieder geval sinds dat deze producten steevast vlees bevatten, producten worden bedoeld, die vlees moeten bevatten.
En omdat de frikandellen, gehaktballen en hamburgers van de werkgever geen vlees bevatten, vallen deze producten dus niet onder de definitie van ‘gemaksvoeding’ in de zin van het Besluit.
Het gevolg van de constatering in de voorgaande rechtsoverweging is, dat de werkgever niet onder de werking van het Besluit valt en niet aangesloten dient te zijn bij VLEP.
Aanpassen definitie ligt bij minister SZW
Aan het voorgaande voegt de kantonrechter nog toe dat het in het kader van de rechtszekerheid op de weg van (in dit geval) de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, al dan niet op voorspraak van VLEP, ligt om de maatschappelijk ontwikkelingen rondom definities te volgen en, zo nodig, aan de maatschappelijke ontwikkelingen aan te passen. Zoals eerder overwogen is het mee-evolueren van definities aan maatschappelijke ontwikkelingen geen automatisme.
Beslissing
De kantonrechter verklaart voor recht dat de werkgever niet is aan te merken als een werkgever die gemaksvoeding produceert zoals bedoeld in het verplichtstellingsbesluit van 18 december 2018 (Stcrt. 2018, nr. 72309) en het besluit van VLEP van 7 oktober 2021 en dat de werkgever daarom niet valt onder die verplichtstelling.
Uitspraak Rechtbank Den Haag, 1 september 2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:12945