Er is geen sprake van handelen of nalaten in strijd met de arbowetgeving waardoor een situatie in het leven is geroepen waarvan de werkgever wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat daardoor levensgevaar of ernstige gezondheidsschade voor werknemers ontstond of te verwachten was. Dat oordeelt de Rechtbank Oost-Brabant.
Wat was de situatie?
De chauffeur parkeerde in februari 2020 zijn vrachtwagen in de loods van het transportbedrijf en wilde vervolgens naar huis gaan. Eén van de overheaddeuren van de loods werkte echter niet goed en kon daardoor niet worden afgesloten. De man klom op een ladder naar de bovenkant van de deuren om ze dicht te krijgen. Hij viel vervolgens van zo’n 4,5 meter hoogte naar beneden en kwam te overlijden.
Volgens de officier van justitie is het transportbedrijf verantwoordelijk voor de omstandigheden van dit noodlottige ongeval. Er zou niet zijn voldaan aan meerdere bepalingen in de Arbowet en het Arbeidsomstandighedenbesluit en het bedrijf had moeten weten dat daardoor sprake was van een levensgevaarlijke situatie voor haar werknemers.
Niet verantwoordelijk
De rechtbank komt tot een ander oordeel. Het bedrijf had op het moment van het ongeval geen risico-inventarisatie en -evaluatie beschikbaar en de overheaddeuren werden niet periodiek onderhouden en vertoonden regelmatig mankementen. Daarmee voldeed het bedrijf inderdaad niet aan de Arbowet en het Arbeidsomstandighedenbesluit. Maar – anders dan de officier van justitie stelt – oordeelt de rechtbank dat het bedrijf niet kon voorzien dat dit een levensgevaarlijke situatie zou opleveren.
Geen (levens)gevaar
Het niet goed functioneren van één van de deuren bracht namelijk geen direct risico met zich. De deur kon weliswaar vastlopen, maar hierdoor was geen sprake van (levens)gevaar voor werknemers. Bovendien verzocht de directeur van het bedrijf zijn werknemers om geen gebruik meer te maken van de deur en hing er een briefje met een waarschuwing op de deuren. Volgens een getuige was ook het slachtoffer op de hoogte.
Geen opdracht gegeven
Het noodlottige ongeval gebeurde pas toen het slachtoffer op eigen initiatief op de ladder klom, zonder valbescherming, om de deur weer dicht te krijgen. Hij kreeg hiertoe geen opdracht van het bedrijf of iemand anders. De rechtbank oordeelt dat het bedrijf daarom geen gevaar heeft gecreëerd voor haar werknemers en spreekt de werkgever daarvan vrij.
Uitspraak Rechtbank Oost-Brabant, 3 oktober 2022, ECLI:NL:RBOBR:2022:4116