
30 procent van de Europeanen beantwoordt wel eens werkgerelateerde oproepen of mails tijdens de vakantieperiode. Dit blijkt uit onderzoek van SD Worx onder ruim 10.000 Europese werknemers.
Met de zomervakantie in aantocht brengt SD Worx in kaart hoe werknemers op vakantie gaan: hoeveel vakantiedagen hebben ze nodig om tot rust te komen, nemen ze jaarlijks een vaste vakantieperiode op en hoever vooraf vragen ze dit aan?
Op zoek naar duurzaam evenwicht in Europa
Meer dan ooit zijn we op zoek naar een optimale balans tussen werk en privé. De vraag hoeveel vakantiedagen er nodig zijn om te ontspannen, leidt tot wisselende antwoorden onder Europese werknemers. Gemiddeld hebben Europese werknemers 17 dagen vakantie nodig om zich op te laden. Nederland heeft één dag extra nodig en komt op 18 dagen uit. In het Verenigd Koninkrijk zijn 8,5 vakantiedagen voldoende. Italiaanse werknemers hebben een vakantieperiode van 11 dagen nodig. In landen als Spanje en Finland is er een grotere behoefte aan vakantie, waarbij werknemers respectievelijk 27 en 34 dagen prefereren.
Vaste vakantieperiode
Er zijn minder grote verschillen als het gaat om een vaste vakantieperiode die jaar na jaar wordt opgenomen. Zo heeft ‘slechts’ 37 procent van de Europese werknemers een vast jaarlijks vakantiepatroon. Vooral Nederlandse (45%), Italiaanse (42%) en Belgische werknemers (42%) nemen jaarlijks een vaste vakantieperiode op. Finse werknemers (23%) doen dat het minst.
Onder gehuwde en daarna samenwonende werknemers wordt vaker een jaarlijks terugkerend vakantiepatroon gevonden. Van de alleenstaanden heeft maar 1 op de 3 een vaste vakantieperiode. Een kortere vakantieperiode, zoals een verlengd weekend of een vrije dag geniet de voorkeur van 33 procent van de Europese werknemers.
Opvallend is dat nog eens 37 procent van hen bereid is om onbetaald verlof op te nemen als de vakantie al is verstreken. Ook in Nederland is deze optie populair met 37,8 procent. Deze keuze geldt het minst voor Spaanse werknemers (27%).