
Aan de vrouw is per 17 april 2019 een loongerelateerde WIA-uitkering (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen) toegekend. Zij heeft daartegen bezwaar gemaakt en beroep ingesteld omdat zij van mening was dat zij in aanmerking kwam voor een IVA-uitkering. Zowel haar bezwaar als haar beroep zijn ongegrond verklaard.
UWV heeft op 25 januari 2021 de WIA-uitkering van de vrouw met ingang van 26 maart 2021 beëindigd. De vrouw heeft daartegen bezwaar gemaakt en een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend.
Dit verzoek heeft geleid tot schorsing van het beëindigingsbesluit. Het bezwaar van de vrouw is vervolgens door UWV op 8 september 2021 gegrond verklaard. De vrouw is daarbij vanaf 20 november 2020 een WIA-loonaanvullingsuitkering toegekend ter hoogte van 70 procent van het WIA-maandloon.
De vrouw heeft beroep ingesteld. Zij is ook nu van mening dat zij in aanmerking moet worden gebracht voor een IVA-uitkering.
Duurzaam arbeidsongeschikt?
De vrouw was voor het laatst werkzaam als marketing manager voor gemiddeld 28,89 uur per week. Op 19 april 2017 heeft zij zich ziek gemeld wegens vermoeidheidsklachten en diverse lichamelijke klachten. Zij is in aanmerking gebracht voor ziekengeld en vervolgens voor een WIA-uitkering.
Niet in geschil is dat de vrouw volledig arbeidsongeschikt is. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft ook geconcludeerd dat die ongeschiktheid geheel is gebaseerd op medische gronden. Ook in dat opzicht is geen sprake van een geschil tussen partijen. Het geschil betreft dus uitsluitend de vraag of de arbeidsongeschiktheid van de vrouw duurzaam van aard is.
Chronisch vermoeidheidssyndroom
De aanvrager, een relatief jonge vrouw, ontving een WIA-uitkering, omdat zij volledig arbeidsongeschikt is. Zij wilde een IVA-uitkering, omdat zij vindt dat het chronisch vermoeidheidssyndroom CVS/ME haar duurzaam arbeidsongeschikt maakt. UWV wees haar aanvraag af.
De rechtbank is het daarmee eens en betrekt bij haar oordeel de medische argumentatie die de Centrale Raad van Beroep heeft gevolgd in een uitspraak van 1 juli 2021, ECLI:NL:CRVB:2021:1570. Daarin staat dat CVS/ME geen progressief ziektebeeld oplevert en dat in een minderheid van de gevallen zelfs spontaan herstel kan optreden.
De rechtbank heeft daaraan nog toegevoegd, dat als geen behandelaar nog behandelmogelijkheden voor de vrouw ziet, daarmee niet is gegeven dat zij medisch gezien niet trainbaar is.
Uitspraak Rechtbank Amsterdam, 8 juni 2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:3162